Modale ww herhaling
1 / 16
La durée de la leçon est: 30 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Wat betekent "kunnen" in het Duits?
Slide 2 - Question ouverte
Wat betekent "dürfen" in het Nederlands?
Slide 3 - Question ouverte
Können, dürfen, müssen en wissen
Wat betekenen ze in het NL?
Wat betekenen ze in het NL?
Slide 4 - Question ouverte
dürfen
sollen
müssen
wissen
mögen
können
wollen
moeten (wil van een ander)
moeten (omdat het niet anders kan)
kunnen
mogen
weten
aardig vinden,
lusten,
houden van
willen
Slide 5 - Question de remorquage
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
kunnen
____ du mir helfen?
____ du mir helfen?
A
könnst
B
kannst
C
kann
D
kannt
Slide 8 - Quiz
wissen- Ihr ____ bestimmt die Antwort?!
A
weiß
B
weißt
C
wissen
D
wisst
Slide 9 - Quiz
müssen - Er _____ nach Hause!
A
muss
B
müss
C
musst
D
müsst
Slide 10 - Quiz
Ihr (moeten) die Antwort geben
A
sollen
B
sollt
C
soll
D
sollst
Slide 11 - Quiz
D... (mag) ich auf die Toilette gehen?
A
Darfst
B
Dürft
C
Darf
D
Dürfen
Slide 12 - Quiz
Lara (kan) heute kommen.
A
kann
B
kannst
C
könnt
D
können
Slide 13 - Quiz
mogen
Das Auto ____ hier nicht parken!
Das Auto ____ hier nicht parken!
Slide 14 - Question ouverte
hoe goed denk je dat je dit stukje in de toets gaat lukken?
😒🙁😐🙂😃
