Feestdagen en ramadan

welke feestdagen vier jij?
1 / 38
suivant
Slide 1: Carte mentale
MaatschappijleerMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

welke feestdagen vier jij?

Slide 1 - Carte mentale

leerlingen zullen met veel verschillende feestdagen komen. Welke feestdagen vieren zij? Wat weten we over die feestdagen?


Overgangs ritueel en van de belangrijkste godsdiensten. Welk feest hoort bij welke geloofsovertuiging?
Jodemdom
Christendom 
Islam
Hindoeisme 

Slide 2 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

A
B
C
D
E
Christendom
Islam
Hindoeïsme
Boeddhisme
Jodendom

Slide 3 - Question de remorquage

Symbolen:
  • A. Hindoeïsme - Ohm symbool (Sanskriet: Aum; zie uitleg Mantra)
  • B. Christendom - Kruis (zie uitleg Kruisteken)
  • C. Jodendom - Davidster (of: Menora)
  • D. Islam - Nieuwe maan en een vijfpuntige ster
  • E. Boeddhisme - Dharmachakra
Vasten periode van de belangrijkste godsdiensten. Welk feest hoort bij welke geloofsovertuiging?
Jodemdom
Christendom 
Islam
Hindoeisme 
Jom kipoer
Vrij te kiezen bij de feestdagen
carnaval
Ramadan

Slide 4 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Heilige plaatsen van de belangrijkste godsdiensten. Welk feest hoort bij welke geloofsovertuiging?
Jodemdom
Christendom 
Islam
Hindoeisme 

Slide 5 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions


A
joods nieuw jaar
B
sabbat
C
offerfeest
D
loofhuttenfeest

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat herdenken joden met Pesach?
A
dood van jezus
B
opstanding Jezus
C
bevrijding uit Egypte
D
geboorte van Mozes

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het symbool van kerst is een...
A
schaap
B
stal
C
ster
D
duif

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Dit is NIET een lentefeest..
A
Offerfeest
B
Holi
C
Pesach
D
Pasen

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom halen we met een Kerst een boom in huis?
timer
0:30
A
Om een nieuw begin te vieren
B
Jezus hield van groene bomen
C
Naast de stal stonden sparrenbomen
D
Omdat de lichtjes zo gezellig staan

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk ritueel hoort NIET bij holi?
A
boom planten
B
vuur aansteken
C
gekleurd poeder gooien
D
kaarsjes aansteken

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

het moment waarop veel moslims herdenken dat Mohammed naar Medina vertrok noemen ze...
A
Mohammed-dag
B
Offerfeest
C
Suikerfeest
D
Islamitisch nieuwjaar

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

van wanneer tot wanneer moet je vasten tijdens de ramadan?
A
de hele dag
B
tussen zonsopgang en het middageten
C
tussen dat je wakker wordt en zonsondergang
D
tussen zonsopgang en zonsondergang

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat herdenken moslims bij het offerfeest?
A
Dat Ibrahim zo trouw was aan God dat hij bereid was zijn zoon te offeren.
B
Dat Ibrahim zijn zoon Ismaël geofferd heeft.
C
Dat Ibrahim een schaap mocht offeren i.p.v. zijn zoon.
D
Dat Ibrahim zijn zoon Isaäk geofferd heeft.

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is Divali voor hindoes?
A
een offerfeest
B
een vastentijd
C
een lichtjesfeest
D
een gebed

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is NIET waar over het huwelijk in het hindoeïsme?
A
bruiloft duurt 3 dagen
B
sterrenbeelden van het stel spelen een rol
C
strooien van gekleurd poeder
D
sjaal om de sari van de bruid

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Nieuwsbegrip
Ramadan

Doel: begrijpen wat de ramadan inhoudt

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ramadan
In de ramadan gaat het ook om nadenken over jezelf en je best doen je goed te gedragen;
zoals dat belangrijk is in het geloof. Moslims proberen daarom ook ándere dingen te laten
behalve eten en drinken. Soms wordt het vasten uitgelegd als:

Slide 19 - Diapositive

mocht je leerlingen in de klas hebben die moslim zijn, vraag hen te helpen. wat weten zij over de ramadan? vieren ze het? wanneer begonnen ze? hebben ze het weleens uitgesteld?
Ramadan

Slide 20 - Carte mentale

veel feestdagen zoals kerst zijn bij iedereen wel bekend.Vertel dat we het vandaag gaan hebben over de ramadan. wat weten leerlingen hier al van?

Misschien dat niet iedereen dit viert maar het is wel fijn om te weten wat het nou eigenlijk inhoudt. Zeker omdat de Ramadan op 12 april begint en veel leerlingen van onze school hieraan meedoen.
wist je dat
  • veel leerlingen bij ons op school meedoen aan de Ramadan
  • De Ramadan 29 of 30 dagen duurt
  • wordt afgesloten met het suikerfeest
  • we ook docenten hebben die meedoen aan de Ramadan
  • je de ramadan mag uitstellen als je ziek bent of als je reist

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Vidéo

bekijk samen het filmpje
Quiz feestdagen
Doel: leren wat andere geloven doen op feestdagen

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat herdenken christenen met pasen?
A
opstanding Jezus
B
dood Jezus
C
komst van de Heilige Geest
D
geboorte Jezus

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat eten de Joden met Pesach?
A
Charoset: mengsel van noten, wijn en kaneel.
B
Joods gehaktbrood
C
Matzes: het ongerezen brood.
D
Shoarma

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe wordt de vastenperiode (ramadan) afgesloten?
A
Met het offerfeest
B
Met het suikerfeest
C
Met een flinke borrel
D
Met een barbeque

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom viert men carnaval?
A
Het is een feest vóór de vastenperiode.
B
Het is de vastenperiode voor Pasen.
C
Het is om verboden dingen te mogen doen.
D
Het is een viering na de Kerst.

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Stellingenspel
Heb jij ooit het Suikerfeest gevierd? 
A
JA
B
NEE

Slide 28 - Quiz

Laat de leerlingen antwoorden via hun devices en bespreek de verdeling van de antwoorden ja en nee. 

Stellingenspel
Heb jij ooit gevast? 
A
JA
B
NEE

Slide 29 - Quiz

Laat de leerlingen antwoorden via hun devices en bespreek de verdeling van de antwoorden ja en nee. 

Vasten kan zijn complete onthouding, dus dat je niet eet of drinkt. Maar ook dat je bepaalde producten niet eet of drinkt, zoals alcohol en vlees.
In de Islam wordt gevast om taqwa (godsvrucht) te verkrijgen en niet om mee te voelen met de armen. Mee voelen met de armen is een voordeel van vasten en niet het hoofddoel.

Vertel: Dat er in meerdere religies gevast wordt.
Binnen het Jodendom wordt het gevast op de Grote Verzoendag, de Dag van de Verwoesting van de tempel en de dag die voorafgaat aan het Poeriemfeest.
Binnen het Christendom wordt er 40 dagen tussen Aswoensdag en Pasen gevast. 
Binnen Bahá' is geloof is de vastenperiode de laatste periode van negentien dagen (2 - 21 maart) voor het begin van het nieuwe jaar op de lentedag (Naw-Rúz).
Waar denk je dat het vasten om draait?

Slide 30 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

De ramadan begint ieder jaar op dezelfde datum.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Ook kinderen moeten vasten tijdens de ramadan.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het feest na de ramadan heet het Suikerfeest.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Tijdens de ramadan vasten moslims tussen zonsondergang en zonsopgang.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 34 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vasten is niet alleen bij de islam onderdeel van het geloof.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 35 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik weet het volgende over het onderwerp
'de Ramadan'
😒🙁😐🙂😃

Slide 36 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

wat heb je geleerd?

Slide 37 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 38 - Diapositive

misschien dat je leerlingen in de klas hebt die meedoen aan de ramadan en die er iets over willen vertellen