T4 B4

Beïnvloeding van het zenuwstelsel. 

Thema 4 Regeling, Basisstof 4.
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Beïnvloeding van het zenuwstelsel. 

Thema 4 Regeling, Basisstof 4.

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen vandaag?
  •  Lesdoelen voor deze les!
  • Uitleg basisstof 4
  •  Advies!
  •  Opdrachten maken!
  •  De 3 vragen check! 

Slide 2 - Diapositive

Lesdoel voor deze les!
  • Wat is de werking van medicijnen op het centraal zenuwstel?
  • Wat is de werking van alcohol op het centraal zenuwstelsel?
  • Wat is de werking van drugs op het centraal zenuwstelsel?

Slide 3 - Diapositive

Waaraan denken jullie bij het woordje: BEÏNVLOEDING?

Slide 4 - Carte mentale

Beïnvloeding van het zenuwstelsel.  
Veel stoffen kunnen de werking van het zenuwstelsel beïnvloeden: 
  •  Medicijnen
  • Alcohol
  •  Drugs
  •  Tabak

Slide 5 - Diapositive

Wat weet je over medicijnen?

Slide 6 - Question ouverte

Medicijnen. 
Medicijnen kunnen de werking van het zenuwstelsel remmen:
  • bijv. slaapmiddelen en pijnstillers/Morfine
  • Deze pillen maken je suf en je reageert trager.
  • Kan gevaarlijk zijn en daarom waarschuw op medicijnen.

  Waaruit bestaat je zenuwstelsel?

Slide 7 - Diapositive

Wat weet je over alcohol?

Slide 8 - Question ouverte

Alcohol. 
  • Alcohol gaat via je bloed naar je hersenen en heeft een verdovende werking op je hersenen.
  • Door alcohol merk je dingen minder goed op, je reageert langzamer en invloed op je humeur.
  • Op jonge leeftijd veel alcohol  blijvende hersenschade.
  • Leerstoornissen, depressies en geheugenstoornissen.




Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Wat weet je over drugs?

Slide 11 - Question ouverte

Drugs.
  • Drugs grote invloed op je zenuwstelsel en zijn verslavend.
  • Drugs (hasj, wiet, heroïne) werken ontspannend en verdovend en geven je een rustig gevoel.
  • Drugs (xtc, cocaïne, tabak, koffie) werken stimulerend en maken je extra actief. 
  • Drugs (cocaïne, hasj, heroïne, paddo’s) werken hallucinerend, waardoor je dingen waarneemt die er niet zijn.




Slide 12 - Diapositive

Advies!
Wat kan je iemand meegeven die last heeft van een verslaving?

Slide 13 - Diapositive

Opdrachten!
23, 24, 25 en 26

Slide 14 - Diapositive

De 3 vragen check!
  1. Wat is de werking van medicijnen op het centraal zenuwstel?
  2. Wat is de werking van alcohol op het centraal zenuwstelsel?
  3. Wat is de werking van drugs op het centraal zenuwstelsel?

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive