Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
6.3 - Bevruchting
Slide 1 - Diapositive
Lesdoelen
je kunt beschrijven hoe bevruchting bij zaadplanten verloopt.
je kunt de veranderingen in het zaadbeginsel na bevruchting beschrijven.
Slide 2 - Diapositive
Herhaling
Slide 3 - Diapositive
6.1: welke onderdelen bloem zijn belangrijk voor bestuiving?
6.2: - wat is bestuiving?
- op welke manieren kan er bestuiving plaatsvinden?
6.3: Na bestuiving --> bevruchting!!!
Slide 4 - Diapositive
Insectenbloem vs windbloem
Wat valt je het meest op?
Slide 5 - Diapositive
De belangrijke onderdelen voor nu
Slide 6 - Diapositive
Wat is bestuiving?
Kun je alle onderdelen noemen?
Slide 7 - Diapositive
Héél leuk zo'n stuifmeelkorrel op die stempel, maar wat dan???
Slide 8 - Diapositive
Stap 1
Je ziet hier maar 1 zaadbeginsel, deze zit in het vruchtbeginsel van de plant. Er kan 1 zaadbeginsel in een vruchtbeginsel zitten, maar er kunnen er ook honderden in zitten.
Stuifmeelkorrel
Stuifmeelbuis
zaadbeginsel
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Uit de bevruchte eicel komt de kiem.
Uit het zaadbeginsel ontstaat een zaad.
Slide 11 - Diapositive
dit is een
Een boon, een zaad.
Uit het zaadbeginsel is dit zaad ontstaan.
1
'donker puntje'
Het poortje
Hierdoor kan het zaad water (vocht) opnemen.
2
2 zaadlobben. Een zaad kan ook 1 zaadlob bevatten.
Bevatten zetmeel, het reservevoedsel.
Bij de kieming van het zaad, groeit de kiem uit tot een kiemplantje.
Het zetmeel levert daarvoor de energie.
3
buitenste laag
Zaadhuid
Beschermt het binnenste deel van het zaad
4
Navel
Hier zat de boon vast in de peulvrucht
5
Zaadlob met de kiem
6
De kiem
Deze ontstaat uit de bevruchte eicel en groeit uit tot het kiemplantje
7
BOON: Leer de onderdelen en de functies.
Slide 12 - Diapositive
Hoe vaak is de appel bevrucht?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 13 - Quiz
Slide 14 - Vidéo
In het vruchtbeginsel zitten
A
stuifmeelkorrels
B
stempels
C
zaadbeginsels
D
helmhokjes
Slide 15 - Quiz
Wat is waar?
A
a) stijl
c) zaadbeginsel
B
b) stempel
kleine afbeelding is een zaadcel
C
c) stijl
kleine afbeelding is een eicel
D
a) stempel
kleine afbeelding is een
zaadbeginsel met eicel
Slide 16 - Quiz
Aan de slag:
Maken van basisstof 6.3: (vanaf blz. 163) opdr 1 t/m 10