De Duitse Realschule is in Nederland het meest vergelijkbaar met
A
VMBO
B
HAVO
Slide 14 - Quiz
Als je in Duitsland een 1 haalt is dat vergelijkbaar met een Nederlandse
A
1
B
10
Slide 15 - Quiz
Einschulung
die Schultüte
Slide 16 - Diapositive
In Duitsland wordt het moment waarop een kind van de kleuters naar de basisschool gaat groots gevierd.
Deze viering wordt de 'Einschulung' genoemd.
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Vidéo
sich freuen = zich verheugen
Schulranzen = schooltas
basteln = knutselen
Süßigkeiten = snoep
Sachen = dingen
timer
2:30
Slide 19 - Diapositive
Hoort dit in de Schultüte, of niet: Geld
A
Gehört der Schultüte
B
Gehört der Schultüte nicht
Slide 20 - Quiz
Hoort dit in de Schultüte, of niet: Bonbons
A
Gehört der Schultüte
B
Gehört der Schultüte nicht
Slide 21 - Quiz
Hoort dit in de Schultüte, of niet: Gummibärchen
A
Gehört der Schultüte
B
Gehört der Schultüte nicht
Slide 22 - Quiz
Hoort dit in de Schultüte, of niet: Sneakers
A
Gehört der Schultüte
B
Gehört der Schultüte nicht
Slide 23 - Quiz
Hoort dit in de Schultüte, of niet: Kugelschreiber (pen)
A
Gehört der Schultüte
B
Gehört der Schultüte nicht
Slide 24 - Quiz
Zusammenfassung
De leerlingen (die Schüler ) krijgen dus de Schultüte als ze ‚Erstklässler‘ worden. Dit zou je in het Nederlands leerlingen uit groep 3 kunnen noemen. In de Schultüte zit Potlood; Pen of vulpen; Gummetjes ; Kinderhorloge; Haarknipjes; Klein doosje LEGO; Klein doosje Playmobil; Snoepjes / spekjes; Popcorn zakje; Kinder Surprise ei;
Slide 25 - Diapositive
Slide 26 - Diapositive
Herhalen haben sein en werden
Maak 10 zinnen in je schrift met deze werkwoorden en een woord/woorden uit de Lernliste S 100.