Voorzetsels 4e naamval & der+ein groep

1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Lesdoel: ik kan een gesprekje in het Fremdesverkehrsamt voeren en ik kan de 1e en 4e naamval correct toepassen

Slide 2 - Diapositive

Wat weet je (nog) over voorzetsels met naamvallen?

Slide 3 - Question ouverte

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Voorzetsels 4e naamval

Slide 9 - Diapositive

durch=door
für=voor
ohne=zonder
um=om
bis=tot
gegen =tegen
entlang=langs
Na het schrijven/zeggen van één van deze voorzetsels gebruik je een 4e naamval!
Zum Beispiel:
Ich habe ein Geschenk für den Onkel/die Tante/das Mädchen gekauft
Ezelsbruggetje DOFEGUB    

Slide 10 - Diapositive

ein - groep
ein-      =    een
kein-    =    geen
mein-  =    mijn
dein-    =    jouw
sein-     =    zijn
ihr-         =    haar
unser-  =    ons, onze
euer-     =    jullie
ihr-         =    hun
Ihr-         =   uw

Slide 11 - Diapositive

Das Buch ist für (de) Mann.

Slide 12 - Question ouverte

Er hat etwas gegen (haar) Vorschlag (m).

Slide 13 - Question ouverte

Du musst um (het) Haus (o) laufen.

Slide 14 - Question ouverte

Wir haben gegen (jullie) Team (o) verloren.

Slide 15 - Question ouverte

Ohne (jouw) Onkel (m) macht es keinen Spaß.

Slide 16 - Question ouverte

Durch (de) Regen (m) bin ich ganz nass geworden.

Slide 17 - Question ouverte

Ich habe ein neues Spiel für (mijn) Computer (m) gekauft.

Slide 18 - Question ouverte

Die Blumen sind für (jullie) Freundin.

Slide 19 - Question ouverte

Wir haben gegen (zijn) Bruder gewonnen.

Slide 20 - Question ouverte

Ich habe viel über Fußball gelernt durch (de) Artikel (m).

Slide 21 - Question ouverte

Lesdoel behaald?
ik kan de 1e en 4e naamval goed toepassen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Sondage