Dorpskrant les 6: samentrekking


            Nederlands
Creatief schrijven & spelling
        Dorpskrant - Les 6
               Gym/vwo
            P2 2024-2025
timer
10:00
1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon


            Nederlands
Creatief schrijven & spelling
        Dorpskrant - Les 6
               Gym/vwo
            P2 2024-2025
timer
10:00

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?
1. Terugblik: samenstellingen. Weet je het nog?
2. Vooruitblik: samentrekking
3. Theorie samentrekking - samen aan de slag!
4. Aan de slag in duo's!
5. Afsluiting

Slide 2 - Diapositive

1. Terugblik

...  je weet hoe je samenstellingen moet schrijven.

Weet je nog?
Groenteboer, stadsschouwburg, reuzeleuk, beresterk, zonnebril...


Slide 3 - Diapositive

a. Hoe spel je de samenstelling van: zon + schijn?
b. Waarom?

Slide 4 - Question ouverte

a. Hoe spel je de samenstelling van pan + koek? 1b. Waarom?

Slide 5 - Question ouverte

2. Vooruitblik
Aan het einde van deze les...

...weet ik wat een samentrekking is.
...weet ik hoe ik een samentrekking goed schrijf.

(Waarom ook alweer? In de dorpskrant verwerk je 4 samentrekkingen naar keuze.)

Slide 6 - Diapositive

3. Theorie: samentrekking & samen aan de slag!
Bekijk deze woorden/woordgroepen

  • ochtend-  en avondspits
  • in goede en slechte tijden
  • oude kaas en jonge kaas
  • keel-,  neus-  en oorarts





timer
2:00

Slide 7 - Diapositive

Waarom wordt er tussen de volgende woorden 'ochtend- en avondspits' een weglatingsstreepje gebruikt denk je?

Slide 8 - Question ouverte

Waarom wordt er tussen de woorden 'oude en jonge kaas' geen weglatingsstreepje gebruikt?

Slide 9 - Question ouverte

3. Samentrekking
Het weglatingsstreepje (-) gebruik je als:
je een deel van een woord weglaat.

Voorbeelden:
  • Invoer en uitvoer 
  • --> in- en uitvoer
  • Binnenbanden en buitenbanden
  •  --> binnen- en buitenbanden

Slide 10 - Diapositive

Wat is de samentrekking van:
bruidsboeketten, bruidsjurken, bruidskapsels en bruidsboeketten?
A
bruidsjurken, -kapsels en bruidsboeketten
B
bruidsjurken, -kapsels en -boeketten
C
-jurken, -kapsels, en -boeketten

Slide 11 - Quiz

Wat is de samentrekking van: voordelen en nadelen?
A
voor- en -delen
B
voordelen -nadelen
C
voor en nadeel
D
voor- en nadelen

Slide 12 - Quiz

Wat is de samentrekking van: kippenhouders en kippenfokkers?
A
kippenhouders en -fokkers
B
kippenhouders en fokkers
C
kippen- en -fokkers

Slide 13 - Quiz

3. Samentrekking
Soms kun je makkelijk 1 woord weghalen binnen de woordgroep en de woordgroep blijft dan correct. Dit is dan ook een samentrekking, maar dan niet binnen een woord, maar in een woordgroepje.
Voorbeelden:
  • oude boeken en nieuwe boeken --> oude en nieuwe boeken
  • in goede tijden en slechte tijden --> in goede en slechte tijden
  • oude kaas en jonge kaas --> oude en jonge kaas

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Duimpje omhoog of omlaag?
Als het duidelijk is, steek dan jouw duim omhoog.
Is het nog onduidelijk? Steek dan jouw duim omlaag!

3,2,1.....!


Slide 16 - Diapositive

0

Slide 17 - Vidéo

3. Aan de slag!
Vul de antwoorden in op slides 19 t/m 20.

Bliksembeurt!


Slide 18 - Diapositive

Schrijf het woord korter op. Gebruik een weglatingsstreepje als dat kan.

chocoladetaart of chocoladepudding

Slide 19 - Question ouverte

Schrijf het woord korter op. Gebruik een weglatingsstreepje als dat kan.

hoofdletters en kleine letters

Slide 20 - Question ouverte

4. Aan de slag: check-in-duo's!
  • Wat? Maak slides 22 t/m 33. Doe dit eerst voor jezelf.
  • Controleer daarna met de klasgenoot naast je welke antwoorden jullie hebben gegeven. Als je verschillende antwoorden hebt, leg je elkaar om beurten uit hoe je aan je antwoord gekomen bent en/of waar je je antwoord gevonden hebt. Er kan maar een antwoord goed zijn. Kom je er samen niet uit, dan steek je een vinger op en komt de docent jullie helpen.
  • Hoe? Op jouw laptop in LessonUp (les 6 Dorpskrant).
  • Hulp? Van elkaar.
  • Al klaar? Werk verder aan jullie krant.

Slide 21 - Diapositive

Schrijf het woord korter op. Gebruik een weglatingsstreepje als dat kan.

zestienjarigen tot achttienjarigen

Slide 22 - Question ouverte

Schrijf het woord korter op. Gebruik een weglatingsstreepje als dat kan.

bouwplannen en bouwprojecten

Slide 23 - Question ouverte

Schrijf het woord korter op. Gebruik een weglatingsstreepje als dat kan.

herfstvakantie, kerstvakantie en zomervakantie

Slide 24 - Question ouverte

Schrijf het woord korter op. Gebruik een weglatingsstreepje als dat kan.

olijfolie en zonnebloemolie

Slide 25 - Question ouverte

Schrijf het woord korter op. Gebruik een weglatingsstreepje als dat kan.

theekopje en koffiekopje

Slide 26 - Question ouverte

Schrijf het woord korter op. Gebruik een weglatingsstreepje als dat kan.

oude schoenen en nieuwe schoenen

Slide 27 - Question ouverte

Schrijf het woord korter op. Gebruik een weglatingsstreepje als dat kan.

zondagen en feestdagen

Slide 28 - Question ouverte

Schrijf het woord korter op. Gebruik een weglatingsstreepje als dat kan.

dinsdagmorgen en woensdagmorgen

Slide 29 - Question ouverte

Schrijf het woord korter op. Gebruik een weglatingsstreepje als dat kan.

oude mensen en jonge mensen

Slide 30 - Question ouverte

Schrijf het woord korter op. Gebruik een weglatingsstreepje als dat kan.

kattenvoer en hondenvoer

Slide 31 - Question ouverte

Schrijf het woord korter op. Gebruik een weglatingsstreepje als dat kan.
grote projecten en kleine projecten

Slide 32 - Question ouverte

Schrijf het woord korter op. Gebruik een weglatingsstreepje als dat kan.

mooie jongens en mooie meisjes

Slide 33 - Question ouverte

Aan de slag!
Wat? Pak jullie opdrachtenboekje van de Dorpskrant erbij. Noteer 4 samentrekkingen die jullie gaan verwerken in de krant.
Klaar? Verder werken aan de titel en rubrieken. 
Moet aan het einde van de les af zijn (schrijven).


timer
15:00

Slide 34 - Diapositive

5. Afsluiting
Wat heb jij deze les geleerd?


Slide 35 - Diapositive

- Bedankt -
Veel succes met het schrijven!


Slide 36 - Diapositive