les 7 Spaans U2 las vacaciones de verano

1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 18 diapositives, avec diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

El objetivo de la clase
Mira la imagen y piensa (bedenk) cuál es el objetivo de la clase de hoy de español

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

El  objetivo de la clase de  hoy es hablar sobre las  vacaciones de verano  con ir  a....

Slide 4 - Diapositive

La clase anterior
Habla con tu compañero/a  de clase sobre la clase anterior en holandés y contesta  a estas  preguntas:
1. Welk spel hebben we  in de les gedaan?
2. Wat is 90 in het Spaans?
3. En wat is 57?
4. En verzin nu eens een getal.
5. En nog een....(wel een moeilijke...)
timer
1:00

Slide 5 - Diapositive

La preparación para hoy
Bekijk het toetsoverzicht.

Leer goed de onregelmatige werkwoorden spa-ned, ned-spa en de vervoegingen. (aantekeningen in je schrift van vorige les) en de bijlage
Leer de vocabulaire spa-ned/ned-spa die je nog onvoldoende beheerst.
Leer de grammatica die je nog onvoldoende beheerst.
toetsoverzicht U2 periode 3.doc


Slide 6 - Diapositive

Ir
Vervoeg uit je hoofd in  10 seconden het werkwoord gaan aan je klasgenoot en dan  is hij/zij aan de beurt.


timer
0:10

Slide 7 - Diapositive

Un  fragmento
Vas a escuchar a una  chica  que habla lo que va  a  hacer  el fin de semana,  escribe el número  de la frase falsa.
1. Ella va a ir a una  fiesta con amigos.
2. Ella va a comer una paella.
3. Ella va  a ir a museo
4. Ella va a ir en bicicleta.

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Un  fragmento
Escribe el número  de la frase falsa.
1. Ella va a ir a una  fiesta con amigos.
2. Ella va a comer una paella.
3. Ella va  a ir a museo
4. Ella va a ir en bicicleta.
timer
0:20

Slide 10 - Diapositive

Planes en el futuro
Als  je  wilt  gaan vertellen wat je in nabije  toekomst wilt gaan doen (van plan zijn om) dan  gebruik je het volgende:
vervoeging van  ir  +  a   +  heel  werkwoord (infinitief)
Dus:  ik  ga voetballen
Voy a jugar  al fútbol
Ik  ga huiswerk maken
Voy a hacer los deberes

Slide 11 - Diapositive

Las actividades en  verano
Escribe  5 actividades en  español en tu  cuaderno  que haces  en   verano. Usa un  diccionario hol-esp

Yo por ejemplo:
nadar (zwemmen)

timer
3:00

Slide 12 - Diapositive

Una canción sobre países
Vas a escuchar una canción sobre los países  de Europa.
Escribe  en tu cuaderno en español:
Frankrijk
Duitsland
Spanje
en  het  land waar je op vakantie gaat

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Una canción sobre países
Escribe  en tu cuaderno en español:
Frankrijk
Duitsland
Spanje
en  het  land waar je op vakantie gaat
timer
1:00

Slide 15 - Diapositive

Las vacaciones de verano
Contesta a estas preguntas  con ir  a  en tu cuaderno en español
1. ¿Vas a ir de vacaciones?
2. ¿Con quién  vas  a ir de vacaciones?
3. ¿Dónde vas a ir de vacaciones?
4. ¿Qué actividades vas a hacer en las vacaciones?
5. ¿Qué tiempo va a hacer  en las vacaciones?
timer
3:00

Slide 16 - Diapositive

Evaluación
Levanta la mano:
1. Ik weet hoe ik ir moet vervoegen.
2. Ik weet hoe ik kan zeggen in het Spaans wat ik in de vakantie ga doen.
3. Ik weet hoe ik het Spaans Frankrijk, Spanje en Duitsland  moet zeggen.

Slide 17 - Diapositive

La preparación para el jueves
Bekijk het toetsoverzicht.
Leer goed de onregelmatige werkwoorden spa-ned, ned-spa en de vervoegingen. (aantekeningen in je schrift van vorige les) en de bijlage
Leer de vocabulaire spa-ned/ned-spa die je nog onvoldoende beheerst.
Leer de grammatica die je nog onvoldoende beheerst.

Slide 18 - Diapositive