blok 14- 4 inademen en uitademen

Biologie
T 14 - 4. inademen en uitademen
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 360 min

Éléments de cette leçon

Biologie
T 14 - 4. inademen en uitademen

Slide 1 - Diapositive

Leerdoel
14.4.1 Je kunt beschrijven hoe borstademhaling en buikademhaling plaatsvinden.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

borst
ademhaling

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

buik
ademhaling

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Longblaasjes

Slide 8 - Diapositive

Basisstof 2 Inademen en uitademen 

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Slide 11 - Vidéo

aan de slag 
14.4 gaswisseling en uitscheiding - inademen en uitademen

Alle even vragen




Slide 12 - Diapositive

huiswerk 14.4 (212-216)
voor zover nog niet in de klas gemaakt: 
14.4 gaswisseling en uitscheiding - inademen en uitademen


Kennis vragen 1, 2, 3 en 4 (blz. 212 -214)
Inzicht vragen 5 t/m 8 (blz. 215 -216)
Dank jullie wel voor jullie aandacht!


Slide 13 - Diapositive

Welke 2 soorten ademhaling zijn er?
(2 antwoorden)
A
Buik-ademhaling
B
Middenrif-ademhaling
C
Borst-ademhaling
D
Long-ademhaling

Slide 14 - Quiz


Welke manier van ademhalen wordt er in de afbeelding hiernaast weergegeven?
A
Buik-ademhaling
B
Borst-ademhaling
C
Buik en borst-ademhaling
D
Middenrif-ademhaling

Slide 15 - Quiz

ademhaling dankzij het bewegen van de ribben en het borstbeen
A
Borstademhaling
B
Buikademhaling
C
Neus ademhaling
D
Mond ademhaling

Slide 16 - Quiz

Zuurstof is nodig voor
A
Vertering
B
Verbranding
C
Ademhaling

Slide 17 - Quiz

Bij gewone ademhaling vindt alleen borstademhaling plaats.
A
juist
B
onjuist

Slide 18 - Quiz

Bij welke ademhaling gebruik je je middenrif?
A
Buikademhaling
B
Borstademhaling

Slide 19 - Quiz

René rent. Wat geldt dan voor zijn hartslag en ademhaling?


A
zijn hartslag en ademhaling zijn beiden sneller dan in rust
B
zijn hartslag is sneller, zijn ademhaling langzamer dan in rust
C
zijn hartslag is langzamer, zijn ademhaling sneller dan in rust
D
zijn hartslag en ademhaling zijn beiden langzamer dan in rust

Slide 20 - Quiz

In je longen neemt het bloed zuurstof op uit je ademhaling.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quiz

Juist of Onjuist.
Bij de borstademhaling (rib-ademhaling) trekken de tussenrib spieren samen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 22 - Quiz

wat hoort niet bij de ademhaling
A
longen
B
slokdarm
C
luchtpijp
D
zuurstof

Slide 23 - Quiz

Hoe heet de spier die helpt bij je ademhaling?
A
Longen
B
buikspieren
C
ribben
D
middenrif

Slide 24 - Quiz

Wordt door roken astma veroorzaakt?
En COPD?
A
Alleen Astma
B
Alleen COPD
C
Beide
D
Geen van Beide

Slide 25 - Quiz

Bij welke aandoening verergeren de klachten steeds
A
COPD
B
ASTMA

Slide 26 - Quiz

welk ziektebeeld heb je als je allergisch bent voor stuifmeelkorrels?
A
corona
B
COPD
C
hooikoorts
D
astma

Slide 27 - Quiz

Bij mensen met astma is het slijmvlies in de luchtwegen te dun.
A
juist
B
onjuist

Slide 28 - Quiz

COPD is een verzamelnaam voor longziektes. Wat hoort er niet bij?
A
Bronchitis
B
Emfyseem
C
Astma
D
Pneumoconiose

Slide 29 - Quiz

Passief roken is
A
een filtersigaret roken
B
een niet-roker die rook van een roker inademt.
C
een elektronische sigaret roken
D
liggend een sigaret roken.

Slide 30 - Quiz

Roken kan COPD veroorzaken.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 31 - Quiz

noem 3 adviezen voor een gezonde leefwijze
A
wel roken, veel alcohol, eet ongezond en altijd hetzelfde
B
niet roken, weinig alcohol, eet gezond en gevarieerd, beweeg weinig
C
niet roken, weinig alcohol, eet gezond en gevarieerd
D
niet roken, weinig bewegen, weinig alcohol

Slide 32 - Quiz