oefentoets spelling september 24

oefentoets spelling september 24
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

oefentoets spelling september 24

Slide 1 - Diapositive

Welk woord is goed geschreven?
A
kaud
B
restaurant
C
vrouw
D
chauffeur

Slide 2 - Quiz

Welk woord is goed geschreven?
A
teorie
B
bibliotheek
C
teater
D
methode

Slide 3 - Quiz

Welk woord is goed geschreven?
A
hoed
B
fluid
C
laat
D
plant

Slide 4 - Quiz

Welk woord is goed geschreven?
A
wep
B
harp
C
rip
D
hebzucht

Slide 5 - Quiz

Welk woord is goed geschreven?
A
vermeiden
B
satijn
C
dolfijn
D
bijt

Slide 6 - Quiz

De stellende trap van het woord magerder is?

Slide 7 - Question ouverte

De overtreffende trap van het woord veel is?

Slide 8 - Question ouverte

De vergrotende trap van het woord eng is?

Slide 9 - Question ouverte

De stellende trap van het woord mooist is?

Slide 10 - Question ouverte

Wiesje (branden)..... een kaarsje.

Slide 11 - Question ouverte

(Worden) .....je ook zo vrolijk van het weekend?

Slide 12 - Question ouverte

Morgen (krijgen)........ de leerlingen uitleg over de overgangsnormering.

Slide 13 - Question ouverte

Mijn vader (wassen)...... de auto nooit.

Slide 14 - Question ouverte

Je broer (wennen)..... aan zijn nieuwe kamer.

Slide 15 - Question ouverte

De monteurs (maken)...... de kapotte fiets.

Slide 16 - Question ouverte

(zijn) ....... iedereen op de hoogte van het nieuwe rooster?

Slide 17 - Question ouverte

Gisteren (horen).... ik een raar verhaal.

Slide 18 - Question ouverte

Afgelopen zomer (kleden) .... wij ons voor een feest mooi aan.

Slide 19 - Question ouverte

De directrice (worden)........ toegezongen voor haar jubileum.

Slide 20 - Question ouverte

De buurman (verven)........ zijn voordeur geel vorig jaar.

Slide 21 - Question ouverte

De toeschouwers (juichen)...... gisteren voor het Nederlands elftal.

Slide 22 - Question ouverte

ver-tel-len
A
goed
B
fout

Slide 23 - Quiz

et-ui
A
goed
B
fout

Slide 24 - Quiz

an-twoord-en
A
goed
B
fout

Slide 25 - Quiz

be-han-de-len
A
goed
B
fout

Slide 26 - Quiz