Regeling herhaling hoofdstuk

1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 3

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Regeling
in je lichaam

Slide 2 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Diapositive

3 VMBO TL

Slide 4 - Diapositive

3 VMBO B
Zenuwstelsel
Centrale zenuwstelsel
Zenuwen
Grote hersenen
Kleine hersenen
Hersenstam
Ruggenmerg

Slide 5 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn de functies van het zenuwstelsel?

Slide 7 - Question ouverte

- Verwerkt impulsen
- Regelt de werking van spieren en klieren

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een zenuw?
A
een bundel uitlopers en cellichamen van zenuwcellen
B
een bundel uitlopers van zenuwcellen
C
een cel die impulsen kan geleiden
D
twee zenuwcellen die met elkaar verbonden zijn

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De cellichamen van gevoelszenuwcellen liggen
A
buiten het ruggenmerg
B
in het ruggenmerg

Slide 11 - Quiz

3 VMBO TL

Slide 12 - Diapositive

3 VMBO TL
Het ruggenmerg

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De impulsen worden in het ruggenmerg doorgegeven via
A
bewegingszenuwcellen
B
gevoelszenuwcellen
C
schakelcellen

Slide 15 - Quiz

3 VMBO TL

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

ruggenmerg
wervel
zenuw

Slide 17 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Bewustwording en bewuste beweging
Bewegingen coördineren
Ruggenmerg met hersenen verbinden
Geeft impulsen door tussen ledematen, romp en hersenen

Slide 18 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een reflex verloopt via de grote hersenen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de functie van reflexen?

Slide 23 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Het ooglidreflex verloopt via het ruggenmerg, het terugtrekreflex niet.
A
Juist.
B
Onjuist. Het ooglidreflex verloopt via de hersenstam.
C
Onjuist. Beide reflexen verlopen via het ruggenmerg.

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 27 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke hormoonklier
is aangegeven
met nummer 3?

Slide 29 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke bewering is juist?
A
Het hormoonstelsel heeft een kortdurende werking
B
Het zenuwstelsel heeft een kortdurende werking
C
Het hormoonstelsel geeft impulsen af aan het bloed
D
Het zenuwstelsel wordt aangestuurd door hormonen

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zenuwcellen
  1. Gevoelszenuwcel; leiden impulsen naar het centraal zenuwstelsel.

  2. Bewegingszenuwcel; leiden de impulsen van het centraal zenuwstelsel naar spieren en/of klieren.

  3. Schakelcel; leiden impulsen van gevoelszenuwcellen naar bewegingszenuwcellen.

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het zenuwstelsel verwerkt impulsen die afkomstig zijn van zintuigen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de functie van bewegingszenuwcellen?
A
geleiden van zintuigcellen in je huid naar het centrale zenuwstelsel.
B
geleiden van het centrale zenuwstelsel naar je handspieren.
C
Impulsen geleiden binnen het centrale zenuwstelsel.

Slide 34 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Eilandjes van Langerhans
  • Liggen in de alvleesklier
  • Maken insuline en glucagon
  • Insuline: glucose --> glycogeen
  • Glucagon: glycogeen --> insuline
  • Beide hormonen regelen het bloedsuikerspiegel (glucoseconcentratie)
  • Normwaarde: 5,0 mmol/L
  • Suikerziekte = tekort aan insuline (type 1) of ongevoeligheid voor insuline (type 2)

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Insuline

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Insuline en glucagon

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De hypofyse hoort bij het
A
Zenuwstelsel
B
Spierstelsel
C
Hormoonstelsel

Slide 38 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke hormoonklier functioneert niet goed, wanneer het gezwel op de afbeelding geconstateerd wordt?
A
De eierstokken
B
De teelballen
C
De schildklier
D
De eilandjes van Langerhans

Slide 39 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar liggen de eilandjes van Langerhans?
A
In de hypofyse
B
In de alvleesklier
C
In de schildklier
D
In de bijnier

Slide 40 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Adrenaline wordt gemaakt in
A
alvleesklier
B
schildklier
C
hypofyse
D
bijnieren

Slide 41 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions