B3B Les Engels 26-1-2022 Grammar 10

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Juiste starthouding in de lessen

Ik heb mijn laptop (of boeken als ik geen laptop heb) op tafel

Mijn tas staat op de grond

Mijn jas is uit en hangt over de stoel

Mijn telefoon heb ik in mijn jas/tas/broek

Today's goals

- Ik kan de tegenwoordige tijd en de toekomende tijd herkennen.

- Ik kan de tegenwoordige tijde en de toekomende tijd maken.

- Ik weet het verschil tussen de tegenwoordige tijd en de toekomende tijd.

Tegenwoordige tijd

Present Simple

SHIT-rule: she/he/it --> werkwoord +s

Gebruik je bij: feiten, gewoonten, regelmatige gebeurtenissen en tijdschema's

Present Continuous

AM/ARE/IS en werkwoord+ing

Gebruik je bij dingen die NU aan de gang zijn of bij afspraken in de nabije toekomst.

Tegenwoordige tijd

The train leaves at seven o'clock (tijdschema)

She loves ice-cream (feit)

They always drive to the beach on Sunday (regelmatig)

I am working on this assignment (NU)

We are meeting in one hour (nabije toekomst)

Toekomende tijd 

Future (op 2 manieren:)

Am/Are/Is + going to + werkwoord

Gebruik je als iemand in de toekomst iets (niet) van plan is

Will + werkwoord

Gebruik je als je iets aanbiedt, bij beloftes, aankondigingen en besluiten.

Toekomende tijd 

I am going on holiday this weekend (ben je in de toekomst van plan)

Look, it is going to snow soon (gaat gebeuren)

We will help you with moving (aanbieden)

I will buy you a birthday present. I promise (belofte)

She will not go with us! (besluit)

Oefening 12

1 is running

2 am going to fly

3 drinks

4 is starting

5 am going to travel

6 does

7 will call

8 walks

Oefening 13

1 tell

2 will get

3 are listening

4 is

5 gets

6 going to fire

7 isn’t listening

8 will send

Wat hebben we gedaan?

Wat hebben we gedaan?

Tegenwoordige tijd en toekomende tijd

Wat hebben we gedaan?

Tegenwoordige tijd en toekomende tijd

Present Simple

Present Continuous

Be going to

Will