Vragen over het proefwerk van volgende week dinsdag 19 april?
Lezen in je boek
1 / 42
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1
Cette leçon contient 42 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Wat gaan we vandaag doen?
Uitleg eindrijm en het onderscheid hierin.
Voorbereiden poëzie begrippen
Oefenen met rijmsoorten in LessonUp (25 vragen)
Vragen over het proefwerk van volgende week dinsdag 19 april?
Lezen in je boek
Slide 1 - Diapositive
Aanbeveling
Het is 2048. Het Collectief is aan de macht. Om het land staat een Muur en de levens van alle inwoners zien er hetzelfde uit.
Het verhaal wordt door de ogen van meerdere personages geschreven. Dit resulteert in een rollercoaster van gevoelens.
Het is ontzettend spannend en een echte eye opener want wat Bakhuis beschrijft, zou zo maar eens werkelijkheid kunnen worden.
Slide 2 - Diapositive
POËZIE
Poëzie is een taaluiting waarbij een grote nadruk ligt op vorm, klank en beeldspraak.
Of beter gezegd: GEDICHTEN.
Slide 3 - Diapositive
Wat is rijm?
Rijm is een overeenkomst van klank in beklemtoonde lettergrepen.
Slide 4 - Diapositive
Eindrijm
Eindrijm: is volrijm van één beklemtoonde lettergreep aan het einde van een versregel.
Vb. vol - bol, rijm - lijm
Onderscheid tussen het aantal onbeklemtoonde lettergrepen die volgen op de beklemtoonde lettergreep.
Slide 5 - Diapositive
Volrijm
Volrijm: rijmende woorden met overeenkomst van klinkers in beklemtoonde lettergrepen plus alles wat daarop volgt. Vb. wanden - handen, wandelen - handelen
Te onderscheiden in:
1. mannelijk, staand rijm
2. vrouwelijk, liggend rijm
3. onzijdig, glijdend rijm
Slide 6 - Diapositive
Mannelijk of staand rijm
De laatste lettergreep heeft de klemtoon:
Vb. staan - gaan, gerust - gekust, hoedenplank -rank
Slide 7 - Diapositive
Vrouwelijk of liggend rijm
Na de beklemtoonde lettergreep volgt nog één onbeklemtoonde lettergreep:
Vb. gillen - rillen, zeilen - mijlen, gelukkig - nukkig,
lindebomen - dromen
Slide 8 - Diapositive
Onzijdig of glijdend rijm
Na de beklemtoonde lettergreep volgen nog twee onbeklemtoonde lettergrepen:
Vb. kinderen - hinderen,buigingen - zuigingen,
verdorvene - gestorvene.
Slide 9 - Diapositive
Schrikkelrijm
Schrikkelrijm: klemtoonverschil bij het rijmen. De letters zijn gelijk, maar de klank niet (rijmfout).
Vb. het zal je niet ontgaan
je mag van tafel opstaan.
de chauffeurs vermijden
te lange rijtijden.
Slide 10 - Diapositive
Rijmschema's - eindrijm
1) Slagrijm: aaaa
2) Gepaard rijm: aa bb cc
3) Gekruist rijm: abab
4) Omarmend rijm: abba
5) Gebroken rijm: abcb of abac
6) Verspringend rijm: abcabc
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Vidéo
Poëzie experts aan het woord
Per groepje krijg je 10 min. om de belangrijkste punten uit een hoofdstuk voor te bereiden.
Na 10 min. presenteert een leerling van de groep de stof uit het hoofdstuk.
Vervolgens presenteert een andere leerling het volgende hoofdstuk.
Slide 13 - Diapositive
Voorbereiding experts aan het woord
Wat zijn de belangrijkste punten
uit het hoofdstuk en leg deze uit.
Geef voorbeelden!
timer
10:00
Slide 14 - Diapositive
Zelf aan de slag
Maak nu zelf de vragen in LessonUp
'Herhaling poëzie begrippen en rijm'
Slide 15 - Diapositive
Welk stijlfiguur herken je? Wat een mooie rode aardbeien!
A
pleonasme
B
herhaling
C
opsomming
D
tautologie
Slide 16 - Quiz
'Beeldspraak' richt zich op ...
A
letterlijk taalgebruik
B
figuurlijk taalgebruik
Slide 17 - Quiz
Welk stijlfiguur herken je? Ik had een twee voor mijn proefwerk, ik had dus wel wat foutjes gemaakt.
A
hyperbool
B
eufemisme
C
understatement
D
tautologie
Slide 18 - Quiz
Welk stijlfiguur herken je? Je wordt doodgegooid met informatie over de verkiezingen.
A
hyperbool
B
eufemisme
C
understatement
D
tautologie
Slide 19 - Quiz
Een climax is een
A
herhaling
B
opsomming in drieën
C
lange opsomming
D
opsomming die naar een hoogtepunt voert
Slide 20 - Quiz
Welk stijlfiguur herken je? De gele zonnebloemen maken de kamer veel gezelliger
A
pleonasme
B
tautologie
Slide 21 - Quiz
Rijm waarbij op de beklemtoonde lettergreep twee onbeklemtoonde lettergrepen volgen, noemen we...
A
staand rijm
B
liggend rijm
C
glijdend rijm
Slide 22 - Quiz
'Beeldspraak is het onverharde landweggetje richting gratis media-aandacht.' Dit is een ...
A
vergelijking met als
B
vergelijking zonder als
C
metafoor
Slide 23 - Quiz
'kinderen - hinderen' is een voorbeeld van ...
A
mannelijk of staand rijm
B
vrouwelijk of liggend rijm
C
glijdend of onzijdig rijm
Slide 24 - Quiz
Hoe noemen we een 'alinea' in een gedicht?
Slide 25 - Question ouverte
Hoe noemen we het afbreken van een zin op een 'onnatuurlijke' plek?
Slide 26 - Question ouverte
Wat valt niet onder 'fictie'?
A
gedicht
B
een leesboek
C
nieuwsbericht
Slide 27 - Quiz
Hoe noemen we nieuw woord dat in een gedicht voorkomt?
Slide 28 - Question ouverte
Welk stijlfiguur herken je? De tafels in het lokaal staan schots en scheef.
A
pleonasme
B
herhaling
C
opsomming
D
tautologie
Slide 29 - Quiz
Welke vorm van eindrijm herken je in de eerste en derde regel?
A
mannelijk of staand rijm
B
vrouwelijk of slepend rijm
C
onzijdig of glijdend rijm
D
schrikkelrijm
Slide 30 - Quiz
Wat maakt dit gedicht zo bijzonder?
A
Enjambement
B
Eindrijm
C
Alliteratie
D
Vormgedicht
Slide 31 - Quiz
Gepaard rijm
Gekruist rijm
Omarmd rijm
A
B
B
A
A
A
B
B
A
B
A
B
Slide 32 - Question de remorquage
Welke rijm is dit?
A
gepaard rijm
B
omarmend rijm
C
slagrijm
D
gekruist rijm
Slide 33 - Quiz
Welke dichtvorm heeft 14 regels?
A
haiku
B
limerick
C
sonnet
D
elfje
Slide 34 - Quiz
Gedichten
Poëzie
Verhalen
Proza
gedichten
versjes
rijm
spelen met taal
verhalen
stripboek
zinnen lopen door tot het einde van de bladzijde
meer aandacht voor het verhaal dan voor hóé het geschreven is
zinnen eindigen waar de versregel klaar is
Slide 35 - Question de remorquage
Wat is dit? 'Zo sluw als een vos'
A
een stijlfiguur
B
metafoor
C
vergelijking met als
D
vergelijking zonder als
Slide 36 - Quiz
Welke rijmschema heeft dit gedicht?
A
gepaard rijm
B
omarmend rijm
C
slagrijm
D
gekruist rijm
Slide 37 - Quiz
Waar of niet waar? Een Elfje is een gedicht dat bestaat uit elf regels.