Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Thema Media
H2.1 Communicatie en media
Wat gaan we vandaag leren?
Communicatiemodel
Wat (massa) communicatie is
Waar we media voor gebruiken
Mediawijsheid
Wat (massa) media is
Slide 1 - Diapositive
Communicatiemodel
Slide 2 - Diapositive
Communiceren
Communicatie
Het doorgeven en ontvangen van informatie.
Medium
Een middel om te communiceren.
Communicatie vindt de hele dag door plaats. Door met elkaar te praten, telefoneren, appen, televisie te kijken, enzovoort. Er is altijd sprake van een zender en ontvanger.
Bij communicatie is er altijd sprake van een medium. Denk aan:
je telefoon, internet, de krant, televisie / radio
De belangrijkste communicatie middelen samen noemen we 'media'.
Slide 3 - Diapositive
Persoonlijk of massaal
Als je communiceert is er één zender en één ontvanger.
Maar je ontvangt ook informatie die voor veel mensen is bedoeld, bijvoorbeeld via tv of een website.
Massa-communicatie
Massamedia
Openbare communicatie waarbij grote groepen mensen worden bereikt.
Media die een grote groep bereiken.
Slide 4 - Diapositive
Iedereen online
Uit onderzoek blijkt dat Nederlanders elke dag wel acht uur met massamedia bezig zijn! Wat vind jij daarvan?
Die tijd besteden we bijvoorbeeld aan:
sociale media
muziek luisteren
televisie kijken
YouTube en series kijken
Slide 5 - Diapositive
Waar gebruiken we de media voor?
Kennis en nieuws
Ontspanning
Contact
Laten zien wie je bent
Slide 6 - Diapositive
Mediawijsheid
Je bent mediawijs als je:
Voorzichtig bent met het delen van je privégegevens
Kritisch omgaat met de informatie die je hoort of ziet
Stel vragen:
Van wie komt de informatie en wat is het belang van de zender?
Wil de zender mij informeren of iets verkopen?
Wat zeggen andere media over deze informatie?
Slide 7 - Diapositive
Waar gebruiken we media voor?
A
Kennis en geen kennissen
B
Kennis en nieuws
C
Laten zien we je bent
D
Pudding
Slide 8 - Quiz
Bij communicatie is er altijd sprake van een..... en een.....?
A
Prater en ontvanger
B
Zender en ontvanger
C
Geheime zender en radio
Slide 9 - Quiz
Openbare communicatie waarbij grote groepen mensen worden bereikt?