m4.gs 4.1 Oorlog in Europa

Oorlog in Europa 
mavo 4
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Oorlog in Europa 
mavo 4

Slide 1 - Diapositive

De opkomst van het nationaalsocialisme
Het interbellum
Herhaling Interbellum hoofdstuk 3

Slide 2 - Diapositive

De opkomst van het nationaalsocialisme
A
Het nationaalsocialisme
Leerdoel:
Je kan vier belangrijke kenmerken van het nationaalsocialisme noemen.
Begrippen:
nationalisme
Führerprincipe
persoonsverheerlijking
Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij (NSDAP)
B
Hitler grijpt de macht
Leerdoel:
Je kan beschrijven hoe Adolf Hitler de macht greep.
Begrippen:
dictatuur

C
Duitsland wordt een totalitaire staat
Leerdoel:
Je kan met voorbeelden op politiek, sociaal en cultureel gebied uitleggen dat Nazi-Duitsland een totalitaire staat was.
Begrippen:
totalitaire staat
gelijkschakeling
indoctrinatie
Kristallnacht
  
militarisme
antisemitisme
  
SA
Gestapo
concentratiekampen
SS

Slide 3 - Diapositive

In Duitsland ontstond het nationaalsocialisme: de politieke stroming van Adolf Hitler.

De partij van Hitler heette de Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij (NSDAP).

De aanhangers werden nationaalsocialisten of nazi's genoemd. 
De opkomst van het nationaalsocialisme
A
DeBoze burgers
Het nationaalsocialisme

Slide 4 - Diapositive

Het nationaalsocialisme heeft verschillende kenmerken:

  • Ze zijn anti-democratisch: ze willen één sterke leider, Der Führer (het Führerprincipe). Er was persoonsverheerlijking.
  • Ze geloven in rassenleer: het idee dat er verschillende rassen zijn en dat het ene ras beter is dan het andere
  • ER is sprake van antisemitisme: jodenhaat
  • Er is sprake van militarisme en nationalisme
De opkomst van het nationaalsocialisme
A
DeBoze burgers
Het nationaalsocialisme

Slide 5 - Diapositive

Vanwege het nationalisme vonden de nazi's:
  • Dat Duitssprekende mensen in één groot Duitsland thuis hoorden (Heim ins Reich)
  • Dat het Duitse volk meer Lebensraum verdiende: leefruimte in het oosten (Polen, Sovjet-Unie, enz.) voor het eigen volk. Andere volken waren minder belangrijk en moesten plaatsmaken. 
De opkomst van het nationaalsocialisme
A
DeBoze burgers
Het nationaalsocialisme

Slide 6 - Diapositive

In 1923 ging het slecht met Duitsland (§3.1):
  • Ruhrgebied bezet door Frankrijk
  • Duitse economie stort in door hoge inflatie.

Het volk is negatief over het land en Hitler probeert dat te gebruiken om de macht te grijpen met een staatsgreep. 

Deze staatsgreep mislukt, Hitler krijgt een gevangenisstraf van 5 jaar. Na 8 maanden komt hij alweer vrij.

In de gevangenis schreef hij zijn boek Mein Kampf
De opkomst van het nationaalsocialisme
B
DeBoze burgers
Hitler grijpt de macht

Slide 7 - Diapositive

Ook Duitsland kreeg te maken de economische wereldcrisis die zijn hoogtepunt in 1933 kende: 8 miljoen werklozen.

Daarnaast had de Republiek van Weimar verschillende keren een nieuwe regering gekregen. Geen van deze regeringen wist de economische crisis op te lossen. 

Hitler beloofde de werkloosheid aan te pakken door te stoppen met de herstelbetalingen. 
De opkomst van het nationaalsocialisme
B
DeBoze burgers
Hitler grijpt de macht

Slide 8 - Diapositive

In 1933 werd de NSDAP zo groot dat Hitler kon meeregeren.

Toen de Rijkstag (regeringsgebouw) in brand werd gestoken, gaf Hitler de communisten de schuld.

De noodtoestand werd uitgeroepen. Hitler kon nu overal in het land socialisten en communisten (zijn grootste tegenstanders) oppakken.

Communistische kranten en organisaties werden verboden. 
De opkomst van het nationaalsocialisme
B
DeBoze burgers
Hitler grijpt de macht

Slide 9 - Diapositive

In 1933 liet Hitler ook nieuwe verkiezingen houden. De NSDAP kreeg 44% van de stemmen. 

Met hulp van twee andere partijen kon Hitler het parlement afschaffen: de democratie werd afgeschaft. 

Duitsland werd een dictatuur
De opkomst van het nationaalsocialisme
B
DeBoze burgers
Hitler grijpt de macht

Slide 10 - Diapositive

Duitsland werd een totalitaire staat: het leven van de inwoners wordt volledig beheerst door de staat.

Er was geen ruimte voor mensen met andere ideeën.
De opkomst van het nationaalsocialisme
C
DeBoze burgers
Duitsland wordt een totalitaire staat

Slide 11 - Diapositive

Om een nationaalsocialistisch land te maken, kwamen organisaties en media onder directe controle van de nazi's.

Dit heet gelijkschakeling:
  • Alle politieke partijen (behalve NSDAP) werden verboden)
  • Rechters stonden onder controle
  • Joodse Duitsers verloren hun baan
  • Alle media (radio, kranten) kwamen onder controle
  • Alle organisaties onder leiding van nationaalsocialisten
  • Er was propaganda en indoctrinatie: de mening van de nazi's werden opgedrongen aan anderen
  • Alle jeugdorganisaties werden opgeheven en vervangen voor de Hitlerjugend en de Bund Deutscher Mädel. De jeugd werd hier gehersenspoeld. 
§3.2
De opkomst van het nationaalsocialisme
C
DeBoze burgers
Duitsland wordt een totalitaire staat

Slide 12 - Diapositive

De nazi's gebruikten terreur (bangmakerij):

  • De Gestapo was de geheime politie. Ze bedreigden politieke tegenstanders en sloten ze op in concentratiekampen.
  • De SA was een bewapende knokploeg die tegenstanders intimideerde of in elkaar sloeg.
  • De SS begon als lijfwacht van Hitler, maar werd later een organisatie die de vervolging van de joden organiseerde. 
De opkomst van het nationaalsocialisme
C
DeBoze burgers
Duitsland wordt een totalitaire staat

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Antisemitisme
(Jodenhaat)


Racisme tegen de Joden
Speelt al langer dan alleen de tweede wereld oorlog 
recente ontwikkelingen in Amsterdam

Slide 15 - Diapositive

Oorlog in Europa 
mavo 4

Slide 16 - Diapositive

Hitler neemt in 1938 (vlak voor de Tweede Wereldoorlog) steeds meer gebieden in. Hoe reageren de geallieerden hierop en waarom doen ze dat?
A
De geallieerden geven Hitler zijn zin en gaan akkoord, omdat ze oorlog willen voorkomen
B
De geallieerden geven Hitler zijn zin en gaan akkoord, omdat ze geloven in het idee van lebensraum
C
De geallieerden gaan niet akkoord en verklaren Hitler de oorlog, omdat ze geloven in het zelfbeschikkingsrecht
D
De geallieerden gaan niet akkoord en verklaren Hitler de oorlog, omdat ze weten van het niet-aanvalsverdrag

Slide 17 - Quiz

Wat maakt de Sovjet-Unie tot een bondgenoot van de geallieerden in de Tweede Wereldoorlog?
A
Operatie Barbarossa
B
De Russische Revolutie
C
De aanval op Pearl Harbor
D
Het niet-aanvalsverdrag van 1939

Slide 18 - Quiz


➤Waarom is het bijzonder dat Hitler operatie Barbarossa inzet.




A
Omdat de legeraanvoerders van Hitler hadden aangegeven dat een offensief op de Sovjet Unie niet mogelijk was.
B
Vanwege het Molotov-Ribbentroppact
C
Vanwege het niet aanvalsverdrag tussen Italië en de Sovjet Unie
D
Omdat beide landen een totalitaire staat zijn.

Slide 19 - Quiz

Wat maakt de Amerikanen tot een bondgenoot van de geallieerden in de Tweede Wereldoorlog?
A
Buitenlandse politiek van Amerika die gericht is op herstel van wereldvrede
B
De onbeperkte duikbotenoorlog
C
De aanval op Pearl Harbor 7 december 1941
D
Het niet-aanvalsverdrag van 1939

Slide 20 - Quiz

De Tweede Wereldoorlog had twee bondgenootschappen: de geallieerden en de asmogendheden.

Welk land hoorde bij welke kant?

Asmogendheden
Geallieerden

Slide 21 - Question de remorquage

Koppel de personen aan de juiste omschrijving
Leider van de NSB, de Nederlandse Nazi partij.
Leider van de Sovjet Unie tijdens de Tweede Wereldoorlog
Probeerde het Nederlandse verzet te leidden vanuit Londen

President van de Verenigde Staten tijdens de Tweede Wereldoorlog
Duitse dictator die de Tweede Wereldoorlog en de Holocaust begon
Italiaanse dictator, grondlegger van het fascisme en bondgenoot van Hitler

Slide 22 - Question de remorquage

We zien hier drie wereldleiders aan het einde van de Tweede Wereldoorlog. Sleep de namen en vlaggen naar de juiste personen.
Roosevelt
Stalin
Churchill

Slide 23 - Question de remorquage

Hoe verliep de Tweede Wereldoorlog? 

Slide 24 - Question de remorquage

Wat hoort er bij de Eerste Wereldoorlog en wat bij de Tweede Wereldoorlog? 
De Eerste Wereldoorlog
De Tweede Wereldoorlog
Gebruik van gifgas
Veel parachutisten
Nederland is betrokken in deze oorlog 
Nederland is niet betrokken bij deze oorlog
Loopgraven 
Concentratiekampen

Slide 25 - Question de remorquage

Sleep de foto naar het juiste tijdvak
Eerste Wereldoorlog
Tweede Wereldoorlog

Slide 26 - Question de remorquage

Zet de gebeurtenissen van de Duitse opmars op de juiste volgorde.
1.

2.

3.

4.

5.
d.m.v. de Blitzkrieg wordt Polen verslagen
Nederland, België, Frankrijk en 
Luxenburg capituleren
april Denemarken, Noorwegen verslagen
operatie Barbarossa
Slag om ENG

Slide 27 - Question de remorquage

Je weet nu best veel over de Tweede Wereldoorlog. Kijk naar de tekeningen en de jaartallen en koppel ze in chronologie aan elkaar.
1
2
3
4
5
44-45
40-45
1933
14 mei 1940
5 mei 1945

Slide 28 - Question de remorquage