Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
7 havo2 chap1h vwo grl5e
le programme
Présence 5'
Les devoirs (H) 10'
La roue de révision 5'
SO évaluation 10'
Au travail + les devoirs 10'
Évalution/volgende les 5'
Madame Stegenga
cours no. 7
1 / 38
suivant
Slide 1:
Diapositive
Frans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Cette leçon contient
38 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
60 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
le programme
Présence 5'
Les devoirs (H) 10'
La roue de révision 5'
SO évaluation 10'
Au travail + les devoirs 10'
Évalution/volgende les 5'
Madame Stegenga
cours no. 7
Slide 1 - Diapositive
l'objectif / lesdoel
Je kunt belangrijke info uit een Franse tekst halen
Je hebt g
eleerd van de fouten die je hebt gemaakt in je so
Slide 2 - Diapositive
Bonjour!
Comment tu t'appelles?
Tu habites où?
Tu as quel âge?
Quelle est ta couleur préférée?
Tu as une grande famille?
Tu aimes le sport?
C'est quand, ton anniversaire?
Slide 3 - Diapositive
wie-o-wie?
Slide 4 - Diapositive
les devoirs
De vorige keer hebben we
: de formatieve SO van E+F gemaakt en een leestekst op papier gekregen (havo/vwo)
Het huiswerk was:
Maken: bron H 27, 29, 30 (van papier)
leren: bron G vocabulaire
nu: bespreken leestekst H en gemaakte SO's
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
de tekst van H gaat over...
A
Hoe je weet of iemand verliefd op je is
B
Hoe je weet of jij verliefd bent
C
op welke manieren je iemand kunt versieren
D
wat te doen op je 1e afspraakje
Slide 8 - Quiz
lacht om al je grapjes
A
verliefd meisje
B
verliefde jongen
C
staat niet in bron H
Slide 9 - Quiz
Slide 10 - Diapositive
flirt met anderen
A
verliefd meisje
B
verliefde jongen
C
staat niet in bron H
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Diapositive
geeft heel veel complimentjes
A
verliefd meisje
B
verliefde jongen
C
staat niet in bron H
Slide 13 - Quiz
zit continu aan zijn/haar haar
A
verliefd meisje
B
verliefde jongen
C
staat niet in bron H
Slide 14 - Quiz
Slide 15 - Diapositive
praat harder als je in de buurt bent
A
verliefd meisje
B
verliefde jongen
C
staat niet in bron H
Slide 16 - Quiz
Slide 17 - Diapositive
je komt degene opeens overal tegen
A
verliefd meisje
B
verliefde jongen
C
staat niet in bron H
Slide 18 - Quiz
Slide 19 - Diapositive
wordt rood als jij in de buurt bent
A
verliefd meisje
B
verliefde jongen
C
staat niet in bron H
Slide 20 - Quiz
Slide 21 - Diapositive
wacht je reactie af
A
verliefd meisje
B
verliefde jongen
C
staat niet in bron H
Slide 22 - Quiz
Slide 23 - Diapositive
Slide 24 - Diapositive
Slide 25 - Diapositive
Slide 26 - Diapositive
Slide 27 - Diapositive
La roue de révision
Slide 28 - Diapositive
bijv nw
Slide 29 - Diapositive
Slide 30 - Diapositive
avoir = hebben
(ik) j ' ai
(jij) tu as
(hij/zij/wij) il/elle/on a
(wij) nous avons
(u/jullie) vous avez
(zij mv) ils/elles ont
j'ai eu = ik heb gehad
être = zijn
je suis
tu es
il/elle/on est
nous sommes
vous êtes
ils/elles sont
j'ai été = ik ben geweest
Slide 31 - Diapositive
faire = doen
(ik) je fais
(jij) tu fais
(hij/zij/wij) il/elle/on fait
(wij) nous faisons
(u/jullie) vous faites
(zij mv) ils/elles font
j'ai fait = ik heb gedaan
aimer = houden van
j'aime
tu aimes
il/elle/on aime
nous aimons
vous aimez
ils/elles aiment
j'ai aimé = ik heb gehouden van
Slide 32 - Diapositive
au travail-
les devoirs
CHAPITRE 1
Maken: werkblad werkwoorden faire, aimer, avoir en être
leren: werkwoord faire (papier)
Slide 33 - Diapositive
évaluation
Wat heb je fout gedaan in je SO?
Wat kun je daaraan doen?
Wat snap je (nog) niet goed?
-> extra uitleg (nu, + na de vakantie)
Slide 34 - Diapositive
au revoir!
bonnes vacances!!
Slide 35 - Diapositive
verbes -er au présent (o.t.t.)
voorbeeld: travailler (werken) -> travaill
er
->
travaill
...
(ik) je travaill
e
(jij) tu travaill
es
(hij/zij/wij) il/ elle/ on travaill
e
(wij) nous travaill
ons
(u/jullie) vous travaill
ez
(zij mv) ils/elles travaill
ent
Slide 36 - Diapositive
passé composé
hij heeft tv gekeken: il
a regardé
la télé.
De juiste vorm van avoir + regardé
regard
er
-> regardé
Slide 37 - Diapositive
passé composé
(travailler) il _______ ____________ à Arnhem.
(habiter) Henk _________ ___________ à Velp.
(regarder) Henk et Jannie __________ ___________ la télé.
Slide 38 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
5 havo2F chap1E + so abc grl5e
Octobre 2020
- Leçon avec
24 diapositives
Frans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
6 havo2 chap1h h/vwo grl5e
Octobre 2020
- Leçon avec
25 diapositives
Frans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
5 havo2 chap1F + so abc grl5e
Octobre 2020
- Leçon avec
20 diapositives
Frans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
4 havo2 chap1DE grl5e
Septembre 2020
- Leçon avec
31 diapositives
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
6 m2b chap1 hw F grl5e
Octobre 2020
- Leçon avec
23 diapositives
Frans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Les 8 mhv1 ww avoir + persoonlijkvnw.
Septembre 2020
- Leçon avec
14 diapositives
Frans
Enseignement Secondaire
6 mavo2 SO ABC chap1 hw F grl5e
Octobre 2020
- Leçon avec
19 diapositives
Frans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
12 havo2 chap1 herh en Extra French
Décembre 2020
- Leçon avec
23 diapositives
Frans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2