B-VCA - B-VCA deel 2 - H6

B-VCA
B-VCA 2

6. MACHINES EN GEREEDSCHAPPEN
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
BurgerschapsonderwijsPraktijkonderwijsLeerjaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

B-VCA
B-VCA 2

6. MACHINES EN GEREEDSCHAPPEN

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Welke gevaren zijn er als je met dit gereedschap werkt?

Slide 3 - Question ouverte

Slide 4 - Diapositive


Snijdt de persoon op het plaatje op de goede manier?
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quiz


Werk je met een schroevendraaier? Controleer dan eerst of:
  • het handvat goed vastzit
  • er geen deuken of bramen zijn
  • en:
A
Of het blad niet te scherp is
B
Of het blad niet te bot is
C
Of je de schroevendraaier ook als beitel kunt gebruiken

Slide 6 - Quiz


Waarom moet je het lemmet van een mes niet te ver uitschuiven?
A
Dan snijdt hij minder goed.
B
Dan kan hij afbreken.
C
Dan wordt hij sneller bot.
D

Slide 7 - Quiz


Hoe werkt de dodemansknop op de handslijpmachine?
A
Als je de dodemansknop indrukt, dan gaat er een alarm af.
B
Als je de dodemansknop indrukt, dan stopt de machine meteen.
C
Als je de dodemansknop loslaat, dan stopt de machine meteen.
D
Als je de dodemansknop loslaat, dan gaat de machine nog 3 seconden door en dan stopt hij.

Slide 8 - Quiz

Je werkt met de handcirkelzaag.
Welke PBM's draag je?
Draag je wel
Draag je niet

Slide 9 - Question de remorquage


Je werkt met de nagel- en nietmachine.
Welke PBM draag je?
A
B
C
D

Slide 10 - Quiz


Waarop werkt een kettingzaag?
A
Benzine
B
Elektriciteit
C
Luchtdruk

Slide 11 - Quiz


Je werkt met de kolomboormachine.
Waarom gebruik je de beschermruit van de machine?
A
Om je ogen te beschermen tegen splinters en spetters
B
Om te zorgen dat je handen niet in de boor getrokken worden
C
Om het boorsel makkelijk weg te kunnen vegen
D
Om je werkstuk beter te kunnen zien

Slide 12 - Quiz

Sleep de namen naar de goede plek.
Leunspaan
Veiligheidsglas
Slijpsteen

Slide 13 - Question de remorquage

Slide 14 - Diapositive


Je werkt met de vast opgestelde cirkelzaag.
Waarvoor gebruik je het hulpmiddel op het plaatje?
A
Om je je beschermen tegen wegspringende delen
B
Om te zorgen dat de zaag niet vastloopt in het werkstuk
C
Om grote werkstukken in de zaag te krijgen
D
Om kleine werkstukken in de zaag te duwen

Slide 15 - Quiz

Je gaat elektrisch lassen.
Welke PBM's draag je? 
Draag je wel
Draag je niet

Slide 16 - Question de remorquage

Autogeen lassen doe je met:
Autogeen lassen doe je met:
A
Acetyleen
B
Autobrandstof
C
Elektriciteit
D
Luchtdruk

Slide 17 - Quiz


Je werkt met een snijbrander.
Dit is een vorm van:
A
Elektrisch lassen
B
Autogeen lassen
C

Slide 18 - Quiz

       Geef aan welke PBM's je erbij gebruikt.

Slide 19 - Diapositive