PD - par. 4 - HAVO

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Parlementaire democratie

H1 - par. 4

Vandaag

- vragen over de stof

- lesdoel

- stof

- nieuwsartikel vragen maken en bespreken

Vragen over par. 4

lesdoel

Welke rechten heeft het parlement om het kabinet in check te houden (te controleren)?

Termen

Parlement= de 1K en 2K samen

Regering= de ministers en de koning

Kabinet= de ministers en hun staatssecretarissen

Scheiding der machten (Trias Politica)

Recht van Initiatief

De 2K mag zelf een wetsvoorstel indienen. Ministers mogen dit ook maar de 2K moet er altijd over stemmen.

De 1K heeft dit recht niet.

Recht van Amendement

De 2K mag wetsvoorstellen van de regering (ministers) wijzigen.

De 1K niet.

1. Recht van Interpellatie

De minister moet op het matje komen om uitleg te geven in de 2K.

2. Recht van motie

Het parlement kan hiermee aangeven een minister 'af te keuren' of te 'wantrouwen'. Als de meerderheid zo'n motie steunt moet de minister weg.

3. Budgetrecht

 De jaarlijkse begroting van de regering wordt gecontroleerd door de 2K.

4. Dertigledendebat

De minister moet komen voor een spoeddebat als 30 leden van de 2K daar om vragen.

5. Kamervragen

Leden van het parlement (1K+2K) mogen de regering vragen stellen.

6. Parlementaire Enquête

Als de 1K of de 2K een onderzoek instelt naar de regering (bijv. over een ramp of fraude). 

https:

vragen bij artikel

1. In paragraaf 3 hebben we 2 taken van het parlement besproken. Welke taak komt naar voren in het artikel?

2. Waarom wil Jesse Klaver dat het gehele kabinet opstapt?

3. Als Jesse Klaver daadwerkelijk wil dat het kabinet aftreed, welk recht kan hij dan toepassen?

4. Wat vind jij van deze situatie? Zou het kabinet moeten aftreden om dit schandaal of niet? Beargumenteer je antwoord.

Noem een aantal rechten die de 1K of 2K hebben om het kabinet te controleren

Welke uitspraak is juist?

1. Ministers kunnen Tweede Kamerleden wegstemmen.
2. Tweede Kamerleden kunnen Ministers wegstemmen.

Kabinetsformatie

1. Informateur: krijgt advies en kijkt naar de mogelijke combinaties.
2. Regeerakkoord: de partijen die samenwerken maken een plan voor 4 jaar.
3. Formateur: de latere premier gaat ministers zoeken voor elke post.
4. De beëdiging door de koning (bordesfoto)

Coalitie

De partijen die samen een meerderheid hebben en de regering vormen.

Oppositie

De overige partijen die de regering controleren.

Ministeriële Verantwoordelijkheid

De minister is verantwoordelijk voor alles wat zijn ambtenaren (en de koning) doen.