KGT $5 Verkleinwoorden wk 25

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Verkleinwoorden

Hoe maak je een verkleinwoord?

Verkleinwoord met PJE

Verkleinwoord met TJE

Verkleinwoord met JE

boom

telefoon

broer

riem

film

raam

tafel

haar

hand

fiets

verkleinwoord

Welk woord is een verkleinwoord?

1. minder
2. weinig
3. oranje
4. boekje

Verkleinwoorden

1. woningkje
2. woninkje
3. woningetje

Rechts zie je de verkleinwoorden.

Kijk goed naar de lidwoorden. Wat zie je?

Doel: je weet wat een verkleinwoord is.

Dus de basisregel is: het woord eindigt op -je

De tweede regel is: het woord heeft het lidwoord 'het'.

apps.noordhoff.nl

0

Verkleinwoorden

Hoe maak je de volgende verkleinwoorden? (Uitspreken)

• school
• koning
• baby
• café

Een verkleinwoord is altijd een ..... ?

1. bijvoeglijk naamwoord
2. zelfstandig naamwoord
3. werkwoord
4. lidwoord

Verkleinwoorden hebben altijd 'het' als lidwoord

1. waar
2. niet waar

1. stemmetje is het verkleinwoord van stem.
2. blaadje is het verkleinwoord van blad.

1. 1 = goed 2 = niet goed
2. 1= niet goed 2 = goed
3. 1 = goed 2 = goed
4. 1 =niet goed 2 = niet goed

Verkleinwoord van:
pudding

1. puddingtje
2. puddingje
3. puddingetje
4. puddinkje

Wat is het verkleinwoord van 'radio'?

1. radiotje
2. radiootje
3. radio'tje

Verkleinwoord.
Wat is het verkleinwoord van de kano?

1. kano'tje
2. kanotje
3. kanoo'tje
4. kanootje

Verkleinwoorden

Bij de meeste woorden voeg je -je, -tje of -pje toe.

Bij woorden die eindigen op -ng schrijf je -nkje of -etje.

Bij woorden die eindigen op een lange klank, verdubbel je de klinker.

*Bij woorden die eindigen op een -i, schrijf je ietje.

*Bij woorden die eindigen op -y na een medeklinker of op -u (uitgesproken als oe), schrijf je ’tje met apostrof.

*Bij afkortingen met letters of cijfers schrijf je ’je of ’tje (met apostrof).

Maak opdr. 6 - 7- 8 - 9 -10

Ga verder met Cursus Fictie 

$5 opdr. 1, 2, 3 of 4

Thema B $8 Tijdcapsule:

opdr. 3 - 4 - 5. Schrijf een kort verhaaltje bij jouw item. 5wh-vragen