2020-10-13 - ABCDE-Methodiek

• EHBO
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1-3

WERKEN MET DE

ABCDE-METHODIEK

ABCDE-METHODIEK

Echter steeds vaker wordt er ook door de geoefende Eerste Hulp Verlener gewerkt volgens de A-B-C-D-E methode.

De ABCDE-methodiek is een werkwijze waarbij hulp wordt verleend volgens het principe: eerst de primaire (levensbedreigende) en vervolgens de (niet-direct dan wel niet-levensbedreigende) letsels en stoornissen.

Deze handelswijze heeft belangrijke voordelen daar er - naast een duidelijke houvast - door het volgen van deze methodiek doorgaans alle letsels en stoornissen kunnen worden onderkend en behandeld.

A – Airway: (ademweg)

• Beoordeeld wordt of de lucht-/ ademweg vrij is; zo nodig moet deze vrijgemaakt worden (mond, keel)
• CWK-controle (Cervicale Wervel Kolom) nekwervels
  
• 
  

B – Breathing: (ademhaling

• Beoordeeld wordt hoe de ademhaling is
  
• Zijn er symptomen van een bedreigde ademhaling?
  
• Is er een indruk van de zuurstofsaturatie?
• Is toediening van zuurstof nodig?
• Moet er beademing worden toegepast?

C - Circulation: (circulatie)

• Zijn er symptomen van een bedreigde circulatie?
  
• Wat zijn de eventuele oorzaken?
  
• Zijn er bloedingen?

D – Disability: (bewustzijn)

• FAS-test (mond-arm-spraak) 
• Blauwe verkleuring achter het oor of rondom de ogen
• Verwondingen

D – Disability: (bewustzijn)

• Diabetes – epilepsie - vergiftigingKan het ongeval aanleiding geven tot hersenletsel of wervelletsel?
  
• Vorm van de pupillen
• En overige letsels

pupillen zijn gelijk maar vergroot 

pupillen zijn klein (pinpoints)  

pupillen zijn niet gelijk

Stimu-

lerende middelen

intoxi-caties van verdovende middelen zoals GHB

verhoogde hersen-druk (hersen

trauma)

E Exposure / Environment

lichaamstemperatuur 

Is de lichaamstemperatuur gestoord en wat is daarvan de oorzaak?  

Hebben omgevingsfactoren daarop invloed gehad (zoals koud water bij dreigende verdrinking)? Denk ook aan koolmonoxide / de omgeving van het slachtoffer. 

AVPU-METHODE / SCORE

A = (A)lert

V = (V)erbaal: reageert op aanspreken

P = (P)ijn: reageert op pijnprikkel,              schudden 

U = (U)nresponsive: bewusteloos

0

Welke Eerste hulp punten zijn in dit intro stukje van toepassing?

Welk(e) item(s) zijn er nu gecontroleerd?

1. Bewustzijn
2. Ademweg en bewustzijn
3. Ademweg, bewustzijn, nek en ruggenwervels
4. Ademweg, bewustzijn, nek en ruggenwervels en de circulatie

Op welke manier(en) is de circulatie gecontroleerd?

Door te kijken  naar ernstig bloedverlies

Caputulaire rifil te dontroleren

ademhaling te controleren

Vertellen wat je doet

Hoofd te stabiliseren

de huid te voelen

Polsslag te controleren

Welke vitale functie werd er gecontroleerd?

1. Ademhaling
2. Bewustzijn
3. Circulatie

Triage 

Triage is het beoordelen van slachtoffers bij grote(re) ongevallen en rampen.

Ook wordt dit gehanteerd bij de Spoedeisende hulp in ziekenhuizen.

De ernst voor behandeling wordt in verschillende categorieën ingedeeld.

Doel van triage is om prioriteiten te stellen en te bepalen welke patiënten het eerste medische hulp nodig hebben en welke patiënten korte of lange tijd kunnen wachten op hulp.

T1 slachtoffers

Zij moeten direct medische hulp hebben.

Dit zijn slachtoffers met een belemmering van de ademweg, ademhaling en/of circulatie probleem

T2 Slachtoffers

Personen die wel kunnen wachten, maar continu gemonitord moeten worden op ademhaling, circulatie en acute problemen. Gewonden met (grote) kans op infecties of invaliditeit vallen bijvoorbeeld binnen deze categorie. Behandeling binnen 6 uur is noodzakelijk.

T3 Slachtoffers

Patiënten die kunnen wachten omdat ze geen problemen met ademweg, ademhaling en circulatie hebben en die weinig tot geen kans op infectie of invaliditeit hebben. Behandeling kan in veel gevallen door de patiënt, een EHBO-er of huisarts gedaan worden. Een ziekenhuisbehandeling kan dan nog noodzakelijk zijn.

T4 Slachtoffers

Slachtoffers die in de gegeven situatie niet gered kunnen worden doordat de ademweg niet vrijgemaakt kan worden, de ademhaling of circulatie niet op gang gebracht kunnen worden, bloedingen niet gestopt kunnen worden of shock niet bestreden kan worden.

T4 Slachtoffers

Aan overleden patiënten kan ook de status T4 toegekend worden, al worden ze soms ook gewoon als overleden aangeduid.