5.2 Europa van Zuid naar Noord
1 / 14
La durée de la leçon est: 15 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Hoe rechter de zonnestralen op aarde hoe kouder het wordt
A
Goed
B
Fout
Slide 2 - Quiz
Bij de evenaar schijnt de zon schuin op het aardoppervlak
A
Goed
B
Fout
Slide 3 - Quiz
Een landklimaat heeft zachte winters en warme zomers
A
Goed
B
Fout
Slide 4 - Quiz
In een zeeklimaat is de zomer droog en de winter vochtig
A
Goed
B
Fout
Slide 5 - Quiz
In een sneeuwklimaat is het het hele jaar koud, in de zomer is het niet warmer dan 0 Celsius
A
Goed
B
Fout
Slide 6 - Quiz
In het Middellandse Zeeklimaat heb je een droge zomer en een vochtige winter
A
Goed
B
Fout
Slide 7 - Quiz
Welke hoort er niet bij?
A
Olijven
B
Palmbomen
C
Kurkeiken
D
Loofbomen
Slide 8 - Quiz
Wanneer de zomer temperatuur gemiddeld boven de 15 graden is dan groeien er loofbomen.
A
Goed
B
Fout
Slide 9 - Quiz
Met de toendra wordt ...bedoeld?
A
loofbomen
B
palmbomen
C
naaldbomen
D
grassen en lage struiken
Slide 10 - Quiz
De boomgrens is de grens tussen de loofboomgordel en de taiga.
A
goed
B
fout
Slide 11 - Quiz
Nederland ligt vooral in de loofboomgordel.
A
goed
B
fout
Slide 12 - Quiz
1. In Italië vind je het Middellandse Zeeklimaat
2. In Noorwegen vind je de naaldbomengordel
2. In Noorwegen vind je de naaldbomengordel
A
Beide zijn goed
B
Beide zijn fout
C
1 = goed, 2 = fout
D
1 = fout, 2 = goed
Slide 13 - Quiz
1. In Nederland kun je heel goed wijn verbouwen.
2. Er bestaat ook een graangrens in Europa.
2. Er bestaat ook een graangrens in Europa.
A
Beide zijn goed
B
Beide zijn fout
C
1 = goed, 2 = fout
D
1 = fout, 2 = goed
