Semana 14

¿Qué vamos a hacer hoy?
Semana 14
  • Bienvenida - 5 min
  • Gustar  - 30 min
  • PO - 40 min

Doel: Aan het eind van deze les:
  • ken je het werkwoord gustar 
  • weet je wat de doelen en opdrachten zijn van de praktische opdracht
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

¿Qué vamos a hacer hoy?
Semana 14
  • Bienvenida - 5 min
  • Gustar  - 30 min
  • PO - 40 min

Doel: Aan het eind van deze les:
  • ken je het werkwoord gustar 
  • weet je wat de doelen en opdrachten zijn van de praktische opdracht

Slide 1 - Diapositive

¡Bienvenidos a la clase de Español!
Hoy es _______, ____________ de__________

Slide 2 - Diapositive

¿Cómo te sientes ahora?

Me siento = Ik voel me

Slide 3 - Diapositive

El examen
¿Qué tal?
1- 10

Slide 4 - Diapositive

gustar en interesar 

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Slide 7 - Diapositive

Gustar: Leuk/lekker vinden
GUSTAR
Zelfstandig naamwoord
A mí + me
Leuk vinden, lekker vinden, van iets/iemand houden
Werkwoord

Slide 8 - Diapositive

Het werkwoord gustar/El verbo gustar
Le gusta la falda.

zelfst.nw in enkelvoud
hele werkwoord
zelfst.nw in meervoud
Meerdere zelfst nw 
Le gustan la falda y la camiseta.

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Interesar: Interessant vinden
INTERESAR
Zelfstandig naamwoord
A mí + me
Interessant vinden
Werkwoord

Slide 11 - Diapositive

Let op voor meervoud / enkelvoud:
ENKELVOUD
MEERVOUD
me gusta el documentario
me gustan los documentarios
me interesa el libro
me interesan los libros

Slide 12 - Diapositive

GUSTAR/INTERESAR
GUSTAR
INTERESAR
A mí
me
gusta(n)
interesa(n)
A tí
te
gusta(n)
interesa(n)
A él/ella
le
gusta(n)
interesa(n)
A nosotros
nos
gusta(n)
interesa(n)
A vosotros
os
gusta(n)
interesa(n)
A ellos
les
gusta(n)
interesa(n)

Slide 13 - Diapositive

GUSTAR y INTERESAR
  • Alle 2 de werkwoorden kan je gebruiken in combinatie met PORQUE (omdat) erachter.
  • Interesar en parecer kan je combineren met een bijvoeglijk naamwoord en porque (om uit te leggen waarom je wat vindt/lijkt)
  • Me gusta/me interesa kan ook met een werkwoord gecombineerd worden en daarna met porque me parece

Slide 14 - Diapositive

Voorbeelden:
VB 1: Me gusta el futbol / me interesa el fútbol porque es divertido.
          Me parece divertido porque juego (ik speel) con mis  amigos.
VB 2: Me parece divertido porque siempre la paso bien.
VB 3: Me gusta ver documentarios porque me parecen interesantes.

Slide 15 - Diapositive

- ¿Qué te gusta hacer?  ->A mí me gusta hablar francés.

 - A mí me gustan los partidos de fútbol.

- ¿Qué te interesa hacer?->A mí me interesa leer manga.

- A mí me interesan los museos de arte.

 Ejemplos

Slide 16 - Diapositive

¡A practicar!



Maken: Opdracht 8 en 9 a pagina 13

Slide 17 - Diapositive

Wat betekent het werkwoord ''gustar''?

Slide 18 - Question ouverte

Wanneer moet je "gusta" gebruiken en wanneer "gustan"?

Slide 19 - Question ouverte

Slide 20 - Vidéo

Me gusta o me gustan"?

Slide 21 - Question ouverte

Me gusta o me gustan"?

Slide 22 - Question ouverte

Me gusta o me gustan"?

Slide 23 - Question ouverte

Me gusta o me gustan"?

Slide 24 - Question ouverte

Me gusta o me gustan"?

Slide 25 - Question ouverte

Slide 26 - Diapositive

Vul het juiste vorm van het werkwoord gustar: gusta of gustan.

  1. Me______________ el libro de francés.
  2. Me ______________ el té verde.
  3. A los niños no les______________ tus pasteles.
  4. Me______________ la música romántica.
  5. Me______________ las películas de aventura.
  6. A los niños les______________ los dulces.
  7. ¿A ti te______________ los libros?
  8. A nosotros nos______________ los viajes largos.
  9. A ellos les______________ montar en bici.
  10. A ellos les______________ dormir mucho.


Slide 27 - Diapositive

Wat betekent het werkwoord ''interesar''?

Slide 28 - Question ouverte

¿Qué te gusta hacer?

Slide 29 - Question ouverte

¿Qué peliculas te interesan?

Slide 30 - Question ouverte

IK WEET WAT DE WERKWOORDEN:
GUSTAR en INTERESAR BETEKENEN!
IK WEET NIET
JA
NEE
NIET ALLEMAAL

Slide 31 - Sondage

IK KAN DE WERKWOORDEN:
GUSTAR & INTERESAR GEBRUIKEN!
IK WEET NIET
JA
NEE
NIET ALLEMAAL

Slide 32 - Sondage

Portátiles cerrados

Slide 33 - Diapositive

A trabajar
Uitleg: pág 53+ 54

Maken: pág  56 ej 1 t/m 3

Klaar?  pág 57 ej 5+6
timer
10:00

Slide 34 - Diapositive

Intro praktische opdracht LJ 1

Slide 35 - Diapositive

PO Spaans - LJ1 - "Mi Vida"
Inleveren: Week 17 - Weging: 15%
Opdrachtomschrijving (staat in studiewijzer):
  • Video maken waarin je vertelt over jezelf en je familie in het Spaans.
  •  De video duurt minimaal 3 - 5 minuten. 
  • Je werkt samen in tweetallen of drietallen.
  • Tijdens de les (week 14 t/m 16) krijg je tijd om aan je PO te werken.
  •  Zorg ervoor dat alle groepsleden een rol hebben bij het maken van de video. 
  • Schrijf vooraf op wat je gaat zeggen (script) en lever dit ook in. 



Slide 36 - Diapositive

Video-indeling
1. Preséntate - Stel jezelf en je familie voor (havo/ vwo) 

1.1 - ¿Quién eres y qué haces? - Wie ben je en wat doe je? (Bijv. Ik sport, ik dans...)
  • a. Nombre y apellido - Naam en achternaam
  • b. Edad - Leeftijd
  • c. ¿Dónde vives? - Waar woon je?
  • d. ¿Dónde estudias? - Waar zit je op school?
  • e. ¿Con quién vives? - Met wie woon je?
  • f. ¿Cómo es tu familia? - Hoe is je familie?
  • g. Describe a 3 familiares - Beschrijf 3 familieleden (zowel hun karakter als uiterlijk) HAVO
  • h. Di lo que te gusta y lo que no te gusta - Vertel wat je leuk vindt en wat niet

Ejemplo

 

Slide 37 - Diapositive

Wat ga je nu doen: 
  • Groepjes verdelen via magister
  • Neem individueel het opdracht in studiewijzer
  • Zit met je groep
  • Verdeel het logboek
  • Kijk naar de voorbeelden

Slide 38 - Diapositive

Exit ticket

  • vertel iets dat je leuk en minder leuk vindt
  • In welke week moet je het inleveren en hoe?

Slide 39 - Diapositive