Les 2: crisis, ellende en schaamte

uit het boek sociale zekerheid
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

uit het boek sociale zekerheid

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Leerdoel
Aan het eind van deze presentatie kun je herkennen en uitleggen welke gevolgen de crisis van de jaren 30 had voor de armenzorg

Slide 3 - Diapositive

In de vorige les
  • --> Beurskrach --> 1929 (aandelen minder waard, werkeloosheid, bedrijven failliet, Sloeg over aan Europa

  • --> Werkeloosheid NL --> Beperkte groep (steunuitkering), werkverschaffingsprojecten (afsluitdijk)

Slide 4 - Diapositive

De werkomstandigheden bij de werkverschaffingsprojecten waren slecht. Geef hiervan twee voorbeelden

Slide 5 - Question ouverte

Lees het verhaal van Abel Zijlstra uit de bron. Uit welke zin blijkt dat de crisis iedereen trof?

Slide 6 - Question ouverte

Ook bij het Armenbestuur werd streng gecontroleerd of mensen het geld wel echt nodig hadden. Noem twee voorbeelden uit de bron waaruit dat blijkt.

Slide 7 - Question ouverte

Aanpassingspolitiek

  • De overheid vond dat de crisis moest ‘worden uitgeziekt’.
  • Er waren minder inkomsten, dus kon er ook minder worden uitgegeven.
  • Dit heet de aanpassingspolitiek: Nederland moest zich aanpassen aan de crisis.

Slide 8 - Diapositive

Aanpassingspolitiek

  • Zo werd er bezuinigd  en gingen lonen  en uitkeringen omlaag.
  • De overheid hoopte dat hierdoor de Nederlandse producten goedkoper zouden worden, wat goed zou zijn voor de export.
  • Het werkte slecht: Nederland bleef achter doordat de overheid de waarde van de munt niet verlaagde (andere landen deden dit wel).

Slide 9 - Diapositive




Zo ziet Colijn zich graag: de leider die Nederland door de storm (crisis) heen stuurt...

Slide 10 - Diapositive



...en zo zien sommige Nederlanders hem: als iemand die helemaal niet helpt, maar mensen laat verzuipen!

'Colijn is een zwijn!', zeggen sommige mensen.

Toch is er berusting bij de meeste Nederlanders. Hoewel niet altijd...

Slide 11 - Diapositive

Veranderende opvattingen
  • Steeds meer mensen vonden dat het de taak van de overheid was om ervoor te zorgen dat er werk kwam.

  • Een van deze groepen waren de sociaaldemocraten (SDAP).
  1. Zij kwamen met het Plan van de Arbeid.
  2. Hierin stond dat de overheid juist geld moest uitgeven om de werkloosheid te bestrijden.

  • Er waren ook partijen die vonden dat de democratie moest worden afgeschaft om de crisis te bestrijden, zoals in Duitsland door Hitler was gedaan.
  1. In Nederland wilde de NSB dat ook.

Slide 12 - Diapositive

Welke politicus van de crisisjaren zie je hier afgebeeld?
A
Albert Hahn
B
Hendrik Colijn
C
Johan Thorbecke
D
Samuel van Houten

Slide 13 - Quiz

Kies de juiste woorden
In 1934 brak er een opstand uit in de ______________  wijk de ______________. Mensen waren boos over de verlaging van de ______________. Uiteindelijk moest ______________ de rellen beëindigen. De rellen kostten aan vijf mensen het leven, maar de verlaging van de ______________ bleef. Eén ding veranderde er wel: de straten in de Jordaan werden geasfalteerd, zodat bij een nieuwe opstand de relschoppers niet meer met ______________ naar de politie zouden kunnen gooien.
Amsterdamse
Rotterdamse
Jordaan
Blaak
Steunuitkering
het leger
de politie
uitkering
straatstenen
lantarenpalen

Slide 14 - Question de remorquage

Zijn de volgende onderdelen een oorzaak of gevolg van de economische crisis in Nederland?
Gevolg
Oorzaak
Economische crisis in Amerika
werkverschaffing
Steunverlening
Minder export van producten
Aanpassingspolitiek
Banken in Amerika gaan failliet

Slide 15 - Question de remorquage

Twee herinneringen uit de crisisjaren


Herinnering a: van een man die tijdens de crisisjaren werkloos was:
Werklozen werden niet aan hun lot overgelaten: je had steun, er werden concerten en filmvoorstellingen gegeven, speciaal voor werklozen. Alles gratis! Je kwam in aanmerking voor een pakje margarine van 9 cent en soms voor een vis van 10 cent.

Herinnering b: van iemand die de crisisjaren heeft meegemaakt:
Om het gezin van het dagelijks brood te kunnen voorzien, werkten veel vrouwen er zwart bij. Dat was vaak de enige mogelijkheid om aan ondervoeding te ontkomen. De controleurs van de regering hielden je wel scherp in de gaten! Betrapt worden betekende vaak het intrekken van de steun!



Vier meningen:
Werklozen kregen te weinig geld om rond te komen.

Voor werklozen werd niets gedaan.

Werklozen kregen ruim voldoende geld om rond te komen.

Voor werklozen werd veel gedaan.


1
2
3
4

Slide 16 - Question de remorquage

Maken
M3E: oriëntatie

Slide 17 - Diapositive