Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Klaarstomen voor de arbeidsmarkt
Slide 1 - Diapositive
Doel van deze les:
Inzicht krijgen in je eigenschappen en kwaliteiten
Slide 2 - Diapositive
Wie ben ik?
Wat voor kleur ogen heb jij?
Heb jij sproeten?
Ben jij klein of groot?
Draag jij een bril?
Heb jij een beugel?
Heb jij lange of korte haren?
enz. enz enz.
Slide 3 - Diapositive
Opdracht:
Je gaat in tweetallen het spel 'Wie ben ik' spelen.
Schrijf op een blaadje de naam van een bekend persoon die jij graag zou willen zijn en plak dat op het voorhoofd van een klasgenoot.
Stel om de beurt gesloten vragen aan elkaar om erachter te komen wie je bent.
Diegene die het het eerste raadt heeft gewonnen.
Vertel waarom je voor deze bekende/ beroemde persoon gekozen hebt.
Slide 4 - Diapositive
Huh wat is het verschil?
Uiterlijk en innerlijk
Hoe iemand eruit ziet (de buitenkant) = uiterlijk
Hoe iemand denkt en zich voelt (de binnenkant)= innerlijk
Dat innerlijk noemen we ook wel karakter.
De meeste mensen kijken naar het uiterlijk van een persoon, maar eigelijk moet je naar het innerlijke kijken want dan leer je pas echt iemand kennen.
Slide 5 - Diapositive
Een klasgenoot van jou is behulpzaam, dit is een ...
A
uiterlijk kenmerk
B
karaktereigenschap
C
hele vervelende klasgenoot :(
D
innerlijk kenmerk
Slide 6 - Quiz
kleding hoort bij:
A
uiterlijk
B
innerlijk
Slide 7 - Quiz
Iedereen is anders
Kenmerken zijn eigenschappen waardoor mensen jou herkennen en waardoor jij andere mensen kunt herkennen. Er zijn innerlijke- en uiterlijke kenmerken.
De uiterlijke kenmerken zie je aan de buitenkant. Bijvoorbeeld de kleur van je ogen, je lengte, je haarstijl. De innerlijke kenmerken, zeggen iets over 'hoe je bent'. Het zijn karaktereigenschappen. Voorbeelden hiervan zijn bijvoorbeeld: behulpzaam, eigenwijs, betrouwbaar, geduldig.
Ieder mens is anders, ieder mens is uniek. Uniek betekent enig. Dat betekent: jij bent de enige die is zoals jij bent. Misschien lijkt iemand meer op een van zijn ouders, of meer op een broer of zus. Jij bent een individu. Een individu is een mens met zijn eigen unieke kenmerken. Omdat je uniek bent, vind jij bijvoorbeeld bepaalde dingen heel belangrijk en kan iemand anders, bijvoorbeeld een klasgenoot, daar heel anders over denken.
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Wie ging er bij mij staan?
Vraag jezelf af: wie ging er bij mij staan en waarom?
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
timer
1:30
Wat zijn jouw kwaliteiten? (wat kan ik?)
Slide 12 - Carte mentale
Wat zijn de kwaliteiten van jouw klas?
Slide 13 - Carte mentale
Een match!!!???
In deze LOB- lessen helpen we je om eracher te komen welke beroepen passen bij jouw kwaliteiten en karakter.