1h/v Chapitre 5 bron D & E

1 / 46
suivant
Slide 1: Vidéo
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 46 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Vidéo

Slide 2 - Vidéo

Slide 3 - Diapositive

Programme

  • Bloc D: explication
  •  Les mots de bloc A & B

Slide 4 - Diapositive

Faites un petit script

Slide 5 - Diapositive

Wat betekent :
Mon anniversaire

Slide 6 - Carte mentale

la piscine
bavarder
inviter
sans
vite
le soir
avoir besoin de
quelque chose
kletsen
nodig hebben
de avond
zonder
snel
iets
uitnodigen
het zwembad

Slide 7 - Question de remorquage

- Tu as passé des bonnes vacances? 


- Avec qui?


- C'est qui, Simon/Enzo?
- C'était bien?

- C'est quand ton anniversaire?
 - Oui, j'ai fêté mon anniversaire
- Oui, on a regardé un film
- J'ai visité/regardé/joué/ fait...

- Avec ma famille et Simon
- Avec mes copains et Enzo

- C'est mon ami / C'est mon cousin
- Oui, c'était super/ génial!

- C'est le trois janvier. 

Slide 8 - Diapositive


Vertel wie je bent, waar je woont en hoe oud je bent.

Vertel dan over hoe je vakantie was:
- wat heb je gedaan?
- met wie? en wie zijn dat? omschrijf dan een vriend(in)
- was het leuk?

Gebruik de zinnen van bron C & G op pagina 42.

Weet je niet meer hoe je je moet voorstellen in het Frans? 

Op pagina 160 vind je alle zinnen die je dit jaar hebt geleerd!

Slide 9 - Diapositive

drôle
jouer
gagné
perdu
fêter
le repas
le jour
la chose
spelen
de dag
de maaltijd
verloren
vieren
het ding
gewonnen
grappig

Slide 10 - Question de remorquage

Combinez les couleurs
jaune
bleu
noir
gris
rouge
vert
blanc
orange
rose
brun /
marron
violet

Slide 11 - Question de remorquage

la tante
la grand-mère
la soeur
le frère
le père
le cousin
l'oncle
la mère
la cousine
le grand- père
de tante
de opa
de nicht
de oom
de zus
de moeder
de broer
de neef
de oma
de vader

Slide 12 - Question de remorquage

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Passé composé
Chapitre 5:
Passé composé

Slide 17 - Diapositive

Leerdoelen

Aan het eind van deze les weet je hoe je de passé composé maakt. 

Slide 18 - Diapositive

Voltooide tijd =

Passé Composé




Ik heb gedanst = J'ai dansé

On a regardé un film

Slide 19 - Diapositive

Noem een zin dat in de passé composé staat (Nederlands!)

Slide 20 - Carte mentale

Passé composé bestaat uit:
Nederlands: hebben + voltooid deelwoord
ik heb een appel gegeten
Frans: avoir + voltooid deelwoord
j'ai mangé une pomme

Slide 21 - Diapositive

Hoe maak je het?

Het voltooid deelwoord van een regelmatig werkwoord op -ER, eindigt altijd op " É "

 J'ai parlé (parler = praten)               = Ik heb gepraat 
 On a chanté (chanter = zingen)    = We hebben gezongen                                 

Slide 22 - Diapositive

COMBINEZ:
Avoir: il,elle,on
Avoir: nous
Avoir: vous
Avoir: ils,elles
Avoir: tu
Avoir: j'
avons
ont
ai
avez
as
a

Slide 23 - Question de remorquage

Je hebt dus het rijtje van AVOIR weer nodig! Geef z.s.m. het rijtje van AVOIR weer.

Slide 24 - Question ouverte

Slide 25 - Vidéo

Attention!!
Passé composé bestaat ALTIJD uit een hulpwerkwoord ÈN een voltooid deelwoord!!! 

Houd altijd het hulpwerkwoord en het voltooid deelwoord bij elkaar!
Bijvoorbeeld: Ik heb een hamburger gegeten = J'ai mangé un hamburger.

Slide 26 - Diapositive

Regardez bien!!!

Slide 27 - Diapositive

Vul weer de juiste vorm van AVOIR in:
Vanessa ...….
A
ai
B
as
C
a
D
avons

Slide 28 - Quiz


Le chien a mangé une glace.
A
De hond eet een ijsje.
B
De hond at een ijsje.
C
De hond heeft een ijsje gegeten.
D
De hond had een hoed op.

Slide 29 - Quiz

Slide 30 - Vidéo

De hond heeft gedanst
A
Le chien a danse
B
Le chien ont dansé
C
Le chien dansé
D
Le chien a dansé

Slide 31 - Quiz

Hij heeft gepraat
A
Il a parlé
B
Ils ont parlé
C
Elle a parlé
D
Nous avons parlé

Slide 32 - Quiz

Vertaal:
elles ont dansé

Slide 33 - Question ouverte

Je (habiter)

Slide 34 - Question ouverte

vous (marcher)

Slide 35 - Question ouverte

nous (danser)

Slide 36 - Question ouverte

Vertaal:
u heeft gewoond (habiter)

Slide 37 - Question ouverte

Vertaal:
jij hebt gegeten (manger)

Slide 38 - Question ouverte

Hoe maak je de passé composé?

Slide 39 - Question ouverte

Samenvatting:
Hulpwerkwoord + voltooid deelwoord
vorm van AVOIR + voltooid deelwoord (é)

Nous avons joué ensemble.
Wij hebben samen gespeeld.

Slide 40 - Diapositive




Kortom:
 
- Leer eerst het rijtje van avoir nog eens.
- Vervolgens moet je goed onthouden dat er altijd een voltooid deelwoord achteraan komt: dansé, chanté, parlé, commencé etcetera...

Slide 41 - Diapositive

Geef aan of je zelfstandig verder kunt werken of dat je nog hulp nodig denkt te hebben. Vul in : ZELF of HULP

Slide 42 - Question ouverte




la piscine
bavarder
inviter
sans
vite
le soir
avoir besoin de 
quelque chose

Slide 43 - Diapositive




drôle
jouer
gagné
perdu
fêter
le repas
le jour 
la chose

Slide 44 - Diapositive

                 Travail individuel
Faire:                   exercices 16 &17 
                 (ook de steropdracht!) à la page 22
                           
Apprendre:           Bloc C & E   p.41 & 42

Slide 45 - Diapositive

                 Travail individuel
Faire:                   exercices 20, 21 & 22 
                             à la page 28
                           
Apprendre:           Bloc C & E   p.41 & 42

Slide 46 - Diapositive