Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Gedrag bij mensen
Slide 1 - Diapositive
Wat gaan we vandaag doen?
Leerdoelen T8B5
herhalingsvragen
Uitleg T8B5
Opdrachten maken
Slide 2 - Diapositive
Leerdoelen
Je kunt de overeenkomsten en de verschillen noemen tussen gedrag van mensen en gedrag van dieren.
Slide 3 - Diapositive
Door welke twee factoren word gedrag bepaald?
Slide 4 - Question ouverte
Bij welke vorm van leren heb je een gevoelige periode?
A
gewenning
B
inprenting
C
trial and error
D
conditionering
Slide 5 - Quiz
Bij deze vorm van leren word gedrag aangeleerd door beloning en/of straf
A
gewenning
B
inprenting
C
trial and error
D
conditionering
Slide 6 - Quiz
Een paard word regelmatig blootgesteld aan vuur waardoor hij niet meer schrikt. Dit hoort bij:
A
gewenning
B
inprenting
C
trial and error
D
conditionering
Slide 7 - Quiz
Leren door toevallige ontdekkingen is:
A
gewenning
B
inprenting
C
trial and error
D
conditionering
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Diapositive
Aangeboren en aangeleerd gedrag
Zowel bij mens als dier word gedrag zowel bepaald door aangeboren gedrag (bv. zuiggedrag bij baby's) als aangeleerd gedrag (bv. het maken van gebaren). MAAR bij mensen speelt aangeleerd gedrag een grotere rol.
Slide 10 - Diapositive
Communicatie
Taal, gebaren en omgangsvormen hangen van de cultuur af en zijn daarom aangeleerd gedrag van de mens.
Slide 11 - Diapositive
Mensen beoordelen gedrag aan de hand van normen (gedragsregels) en waarden (uitgangspunten). Deze verschillen per cultuur maar kunnen ook in de loop der jaren veranderen.
Normen en waarden
Slide 12 - Diapositive
rolgedrag en rolpatronen
rolgedrag en rolpatronen
Binnen jouw relaties heb je een bepaalde rol. Hierbij word bepaald gedrag verwacht en dat gedrag noem je een rolpatroon.
Traditionele man-vrouwrolpatroon (man werkt en vrouw doet het huishouden)
Slide 13 - Diapositive
sleutelprikkels en supranormale prikkels
Mensen zijn net zoals dieren gevoelig voor sleutelprikkels.
Denk aan het willen vertroetelen van jonge dieren.
Maar ook de meeste typen sociaal gedrag komen bij mensen voor zoals territoriumgedrag.