Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 40 min
Éléments de cette leçon
H3.12 Lezen - les 2
Nederlands
Mavo 3
Slide 1 - Diapositive
Na deze les weet je:
1. Wat het verschil is tussen een objectief en subjectief argument.
2. Wat een tegenargument ontkrachten is.
Slide 2 - Diapositive
Wat is objectief?
Slide 3 - Carte mentale
objectief en subjectief
objectief argument --> feitelijke uitspraak, waar of onwaar, heeft geen ondersteuning nodig
subjectief of waarderend argument --> niet-feitelijk er worden gevoelens of overtuigingen genoemd die de mening ondersteunen, je kunt niet zeggen of ze waar of niet waar zijn, je kunt alleen nagaan of jij dat ook zo voelt.
Slide 4 - Diapositive
Wat is subjectief?
Slide 5 - Carte mentale
"De aarde warmt helemaal niet op. Er valt nog steeds ontzettend veel sneeuw en ik heb het het hele voorjaar koud gehad."
A
Objectief argument
B
Subjectief argument
Slide 6 - Quiz
De uiteenlopende interpretatie van heilige boeken als de Thora, Bijbel en Koran zorgen wereldwijd voor een diversiteit in belijdenis van het geloof.
A
Objectief argument
B
Subjectief argument
Slide 7 - Quiz
De smartphone is onmisbaar. Heel veel jongeren voelen zich ongelukkig zonder smartphone.
A
Objectief argument
B
Subjectief argument
Slide 8 - Quiz
Argumenten
Bij een argument is vaak een tegenargument te geven. Dus een feit (objectief) of gevoel of overtuiging (subjectief).
Een schrijver die extra wil overtuigen, zal ook tegenargumenten ontkrachten. Hij legt dan uit waarom een tegenargument niet klopt.
Slide 9 - Diapositive
Opdracht 1 vraag 1: wat is het onderwerp van beide teksten?
Slide 10 - Question ouverte
Nakijken opdracht 1
Slide 11 - Diapositive
Opdracht 1 vraag 3: wat is het doel van beide teksten?