3.3 en 3.4

3.3 en 3.4
Welkom!
Leerdoelen
3.3 Geld lenen kost geld!
3.4 Wat is verzekeren?
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 14 diapositives, avec diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

3.3 en 3.4
Welkom!
Leerdoelen
3.3 Geld lenen kost geld!
3.4 Wat is verzekeren?

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen 3.3
Je leert in deze paragraaf:
- Waarom je zou lenen.
- Wat voor leningen er zijn.
- Hoe je de kosten van een lening berekent.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lenen
Leenmotieven:
- Tijdelijk geldtekort
- Dure aankoop niet uitstellen, maar er nu al van genieten.
- Dringend geld nodig, want bijv. auto kapot.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leenvormen
De verschillende soorten leningen noem je Leenvormen. Een ander woord voor lening is een krediet. De lening voor de aanschaf van een duurzaam consumptiegoed noemen we een consumptief krediet.
-Persoonlijke lening: bedrag lenen en terugbetalen in aantal termijnen.
- Doorlopend krediet: rood mogen staan tot maximum bedrag.
- Salariskrediet: in het rood kunnen staan, als je meerderjarig bent.


Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Koop op afbetaling
Bijvoorbeeld een telefoon in termijnen afbetalen.
Je bent eigenaar zodra je de eerste termijn betaald hebt.

Slide 5 - Diapositive

60 x €17,86 = € 1.071,60
Kredietkosten
Geld dat je leent, moet je terugbetalen -> aflossen.
Je betaalt het bedrag terug, maar ook de rente. Deze rente en andere kosten, noem je de kosten van de lening -> kredietkosten.

Kredietkosten = (aantal termijnen x termijnbedrag) - lening

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen 3.4
Je leert in deze paragraaf:
- Wat verzekeren is
- Wat verzekeren kost
- Wat voor verzekeringen er zoal zijn.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verzekeren
Verzekeren: Het overnemen van de financiële gevolgen van een schade.
Verzekerde: Degene die een verzekering afsluit bij een verzekeraar.
Verzekeraar: verzekeringsmaatschappij.
Schade-uitkering: bedrag dat een verzekeraar uitkeert.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Polis en premie
Polis: bewijs dat je een verzekering hebt. Hierin staan de voorwaarden en dekking.
Premie: bedrag dat je iedere maand (of jaar) betaalt aan de verzekeringsmaatschappij.
Eigen risico: Een deel van de schade moet je zelf betalen, zoals bij de zorgverzekering € 385.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verzekeringskosten

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

WA-verzekering
WA-verzekering voor motorvoertuigen: Wettelijke Aansprakelijkheid, verplicht als je een scooter, brommer, motor of auto hebt.

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions