Lees de oriëntatie in je boek:In 1925 kreeg je geen geld van de overheid (uitkering) als je ziek was en niet kon werken. Ook moest je de dokter en het ziekenhuis zelf betalen. Soms hielp de kerk met geld of ziekenzorg. Bijvoorbeeld met een opname in dit katholieke sanatorium, een speciaal ziekenhuis voor kinderen met tuberculose (tbc). Dat was toen een dodelijke ziekte, waartegen geen medicijnen bestonden. Genezen lukte alleen door gezond te eten en maandenlang te rusten in de frisse buitenlucht.
Tegenwoordig krijgen mensen wél een uitkering als ze werkloos of ziek zijn. En iedereen kan zo nodig naar een dokter. Die maatregelen passen bij een verzorgingsstaat. Dat is een samenleving waarin alle burgers van de overheid een inkomen en gezondheidszorg krijgen, als ze dat nodig hebben.
De vraag van dit hoofdstuk is: Hoe ontstond in Nederland een verzorgingsstaat?