Valentijnsquiz
1 / 21
La durée de la leçon est: 20 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Vidéo
Slide 3 - Diapositive
Op welke dag valt Valentijnsdag?
A
13 februari
B
14 februari
C
15 februari
D
16 februari
Slide 4 - Quiz
Van wie is Cupido de zoon?
A
de godin Venus
B
Maria
C
de godin Diana
D
de godin Athena
Slide 5 - Quiz
Welke uitdrukking wordt gebruikt om te zeggen dat iemand verliefd is?
A
De hond in de pot vinden.
B
Nu komt de aap uit de mouw.
C
Vlinders in je buik hebben.
D
Alles op haren en snaren zetten.
Slide 6 - Quiz
Wat is de stad van de liefde?
A
Parijs
B
Groningen
C
Istanbul
D
Berlijn
Slide 7 - Quiz
Welke bloem is een symbool voor de liefde?
A
tulpen
B
rode rozen
C
witte rozen
D
sneeuwklokjes
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Diapositive
Uit welke film komt
deze filmkus?
deze filmkus?
A
Titanic
B
Avatar
C
Shrek
D
Twilight
Slide 10 - Quiz
Hoe heet het vriendje
van Barbie?
van Barbie?
Slide 11 - Question ouverte
Wie heeft hier
een eerste romantische date?
een eerste romantische date?
A
Pocahonthas
B
Moana
C
Ariel
D
Mulan
Slide 12 - Quiz
Slide 13 - Vidéo
Slide 14 - Diapositive
Wat gaat er hier mis?
A
De bruid scheurt uit haar jurk.
B
De bruidegom glijdt uit.
C
De pruik van de bruid waait af.
D
De jurk van de bruid waait op.
Slide 15 - Quiz
Slide 16 - Vidéo
Met wie/wat gaat er iets mis?
A
Iets met de kraan
B
Iets met de man
C
Iets met de vrouw
D
Iets met het raam
Slide 17 - Quiz
Slide 18 - Vidéo
Met wie/wat gaat er iets mis?
A
Iets met de (drone)camera
B
Iets met de man
C
Iets met de vrouw
D
Iets met de zee
