Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Can/Can't
Geeft aan dat iets (niet) KAN
We can jump really high
She can't be serious!
(can't of cannot kan allebei)
Je gebruikt can ook om te vragen of iets kan/mag aan bekenden
Could/Couldn't
Als je iets voorstelt:
We could try that
Couldn't we ask Tim to do that?
Als iets een mogelijkheid is:
I could try this and see if it works.
I couldn't tell you.
Could is ook een beleefdheidsvorm!