Writing recap 3VVPL2C

• Engels
• MBO
• Studiejaar 4

Writing

Wat moet je kennen en kunnen aan het einde van dit blok?

Hoe toetsen we dit?

Waar kun je je werk insturen?

Opbouw van mail

Let op: tussen al deze onderdelen een witregel laten!

1. Onderwerp: "Subject:"

2. Aanhef: "Dear ...(naam)...,"

3. Inleiding: reden waarom je schrijft ("I am writing, because ...") + voorstellen

4. Kern: hoofdboodschap

5. Slot: "I hope to hear from you soon." - of een andere afsluitende zin.

6. Slotgroet: "Kind regards,"

7. Je naam

Taalvaardigheid

Woordvolgorde:

WIE - persoon, dier of ding

DOET - de werkwoorden

WAT - antwoord op 'wie/ wat doet..'

WAAR - locatie

 WANNEER - tijdaanduiding

Spelling en woordenschat:

Oefenen! 

Of zoek het woord op in het woordenboek.

Grammar:

Oefenen! 

Pas de regels toe die je de afgelopen jaren hebt geleerd.

Lastig? Schrijf korte, simpele en duidelijke zinnen!

Hoe schrijf je 'ik' in het Engels?

1. I, altijd met een hoofdletter
2. Alleen aan begin van de zin met hoofdletter
3. Maakt niet uit
4. Met een kleine letter

Wat is een voorbeeld van een koppelwoord?

1. Yes, no, maybe
2. And, also, but
3. Don't, doesn't, won't
4. Could, would, should

Waarom start je een zin niet met een koppelwoord?

In een Engelse brief begin je altijd met jezelf voor te stellen

1. Waar
2. Niet waar
3. Alleen als hierom gevraagd wordt.

'Greetings' is een goede manier om af te sluiten

1. Nee!
2. Natuurlijk wel.

Met vriendelijke groet kun je het beste vertalen als:

Grammatica onderdelen

Een standaard Engelse zin kan uit
5 onderdelen bestaan. 

Zet deze in de juiste volgorde:

Wie

Doet

Wat

Waar

Wanneer

I go on holiday every year.
Gebruik de verleden tijd: ik ging elk jaar op vakantie.

1. I was going on holiday every year.
2. I did go on holiday every year.
3. I went on holiday every year.
4. I want to go on holiday every year.

Kennen en kunnen 

• Een samenhangende brief kunnen schrijven
• Let op woorden die te maken hebben met jouw toekomstige beroep
• Let op de tijd die je gebruikt: de tegenwoordige, de actieve of de verleden tijd 

Wat toetsen we af en hoe? 

• Je voortgang in Taalblokken
• Je toets volgende week: grammatica en schrijfvaardigheid

Waar kun je dit vinden? 

• Teams tegel: bestanden - leerlijn Engels
• De opdrachten voor Taalblokken vind je in Taalblokken

Writing a short essay

- Stel jezelf kort voor

- Vertel wat je bent gaan studeren en waarom (gebruik een woordspin!)

- Vertel of je met de kennis van nu dezelfde studie zou kiezen. Waarom wel/ niet? 

Zorg ervoor dat je minimaal 250 woorden gebruikt en lever in aan het einde van de les

Teams opdrachten

Taalblokken

Inhoud toets blok 2

Een schrijfopdracht waarin je een mail schrijft

Grammatica oefeningen waarin je:

- de tegenwoordige tijd kunt gebruiken

- de actieve tijd kunt gebruiken

- de verleden tijd kunt gebruiken

Wat ga je nu doen?

- Oefenen met het schrijven van je short story

Klaar? Werk verder aan Reading & listening in Taalblokken

Tekst