H5.3 Horen en zien BDN

Horen
Normtempo BS 3 Horen en zien
Schrijf de leerdoelen in je schrift
  • Je kunt de delen van het oor benoemen met hun functie
  • Je kunt de bouw en werking van de delen van het oog beschrijven
INSTRUCTIE
FLUISTEREND OVERLEG
INSTRUCTIE
FLUISTEREND OVERLEG
1 / 45
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 45 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Horen
Normtempo BS 3 Horen en zien
Schrijf de leerdoelen in je schrift
  • Je kunt de delen van het oor benoemen met hun functie
  • Je kunt de bouw en werking van de delen van het oog beschrijven
INSTRUCTIE
FLUISTEREND OVERLEG
INSTRUCTIE
FLUISTEREND OVERLEG

Slide 1 - Diapositive

Oren

Slide 2 - Diapositive

0

Slide 3 - Vidéo


Welke onderdelen vind je in het uitwendige oor?
A
oorschelp, gehoorgang en trommelvlies
B
oorschelp, gehoorgang en oorsmeerkliertjes
C
oorschelp en oorsmeerkliertjes
D
oorschelp en gehoorgang

Slide 4 - Quiz


Welke onderdelen vind je in het middenoor?
A
trommelvlies, gehoorbeentjes en trommelholte
B
trommelvlies en gehoorbeentjes
C
trommelvlies, gehoorbeentjes en gehoorgang
D
gehoorgang, trommelvlies, trommelholte en gehoorbeentjes

Slide 5 - Quiz


Welke onderdelen vind je in het binnenoor?
A
trommelholte, slakkenhuis en gehoorzenuw
B
slakkenhuis, evenwichtsorgaan en gehoorzenuw
C
slakkenhuis, buis van Eustachius, evenwichtsorgaan en gehoorzenuw
D
slakkenhuis en buis van Eustachius

Slide 6 - Quiz

Wat is de weg van het geluid naar je hersenen?
-->
-->
-->
-->
-->
-->
gehoorbeentjes trillen
vocht in het slakkenhuis trilt
zintuigcellen zetten prikkel om in impulsen
impulsen gaan naar hersenen
geluid zorgt voor trillingen in de lucht
trommelvlies gaat trillen

Slide 7 - Question de remorquage


In welk deel van het oor liggen de gehoorzintuigcellen?
A
trommelvlies
B
trommelholte
C
gehoorzenuw
D
slakkenhuis

Slide 8 - Quiz

Gehoorbereik
  • Mensen horen tussen de 20 en 20000 Hertz.
  • Het gehoorbereik verschil per diersoort.
  • Als je ouder wordt slijten de haartjes van de zintuigcellen.        Je hoort geen hoge tonen meer. 

Slide 9 - Diapositive

Geluidsniveau
Bij een hard geluid zijn er sterkere geluidstrillingen dan bij een zacht geluid. 

Je meet geluidssterkte in decibel.

Slide 10 - Diapositive

0

Slide 11 - Vidéo

0

Slide 12 - Vidéo

Welk deel van het oor beschadigd door langdurige overbelasting?
A
trommelvlies
B
gehoorbeentjes
C
trommelholte
D
trilhaartjes in het slakkenhuis

Slide 13 - Quiz

Slikken

  • Bij slikken of gapen, gaat via de buis van Eustachius lucht  van de trommelholte  naar de keelholte of andersom.

Slide 14 - Diapositive

Je trommelvlies trilt goed als de lucht in de gehoorgang even hard drukt als de lucht in de trommelholte.

Slide 15 - Diapositive

Je evenwichtsorgaan
- Gevoelig voor bewegingen in je lichaam.

- Drie halvecirkelvormige kanalen met vloeistof. De kanalen nemen beweging waar en de vloeistof prikkelt de zintuigcellen.

Slide 16 - Diapositive

Horen
Normtempo BS 3 Horen en zien
Schrijf de leerdoelen in je schrift
  • Je kunt de delen van het oor benoemen met hun functie
  • Je kunt de bouw en werking van de delen van het oog beschrijven
FLUISTEREND OVERLEG
INSTRUCTIE
FLUISTEREND OVERLEG
timer
20:00

Slide 17 - Diapositive

Buitenkant van het oog

Slide 18 - Diapositive

Bescherming van het oog

Slide 19 - Diapositive

Wimpers beschermen de ogen tegen vuil en fel licht (reflex -> sluiten van de ogen)

Slide 20 - Diapositive

oogspieren
Bevinden zich aan de buitenkant van het harde oogvlies.

FunctieLaten jouw ogen van richting veranderen.

Slide 21 - Diapositive

Het Oog

Slide 22 - Diapositive

2

Slide 23 - Vidéo

00:43
Wat is de functie van de oogzenuw?
A
Het oog bewegen
B
Impulsen naar de hersenen sturen
C
Licht registreren
D
Het oog beschermen

Slide 24 - Quiz

02:14
Welke vier onderdelen horen bij je oog?
A
pupil, zenuw, oorschelp, netvlies
B
pupil, zenuw, ooglens, netvlies
C
pupil, zenuw, ooglens, Netflix
D
pupil, zenuw, gehoorgang, netvlies

Slide 25 - Quiz

lens
iris
netvlies
oogzenuw

Slide 26 - Question de remorquage

Het oog: Dwarsdoorsnede

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Horen
AAN DE SLAG   Normtempo BS 3 
Schrijf de leerdoelen in je schrift
  • Je kunt de delen van het oor benoemen met hun functie
  • Je kunt de bouw en werking van de delen van het oog beschrijven
STIL WERKEN
INSTRUCTIE
FLUISTEREND OVERLEG
timer
20:00

Slide 30 - Diapositive

Optische Illusies / gezichtsbedrog

Een optische illusie is verschil tussen realiteit en wat de hersenen denkt te zien. 

De zintuigcellen in het oog vangen de lichtprikkels op en zet deze om in impulsen die in de hersenen tot verwerkt worden tot een beeld. 

Slide 31 - Diapositive

Sommige optische illusies ontstaan door het plaatsen van (kleur)vlakken naast elkaar. 
Door deze plaatsing maken de hersenen beweging of diepte 

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

nabeeld
Gewenningseffect:  wanneer één soort kegeltjes gedurende langere tijd geprikkeld wordt dan slaat de balans door naar de complementaire kleur zodra je een witte achtergrond ziet.
In dit geval van magenta (roze) naar groene stip. 
 Dit komt omdat de kegeltjes vermoeid zijn geworden. 

Slide 34 - Diapositive



Hoeveel planken zie je hier?
A
3
B
4

Slide 35 - Quiz


Is het oranje rondje rechts groter dan het linker oranje rondje?
A
ja
B
nee

Slide 36 - Quiz


Hoeveel zwarte bolletjes zie je hier?
A
28
B
14
C
7
D
geen

Slide 37 - Quiz



Zijn de lijnen in dit figuur evenwijdig(recht) of krom?
A
Evenwijdig
B
Krom
C
Geen van beide

Slide 38 - Quiz



Hoeveel poten heeft deze olifant?
A
4
B
5
C
1
D
8

Slide 39 - Quiz

timer
0:45

Slide 40 - Diapositive

Slide 41 - Diapositive

Slide 42 - Diapositive

Waardoor ontstaat een nabeeld?
A
de zintuigcellen zijn moe
B
de zintuigcellen zijn te actief

Slide 43 - Quiz


Ik kan beschrijven hoe het oog is opgebouwd.
010

Slide 44 - Sondage



Ik kan voorbeelden geven van optische illusies
010

Slide 45 - Sondage