NEGATIONS - 4BK - 3/11 - c.2

1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Wednesday
3 November
WELCOME!
Lesson 1:
  • Grammar
  • Worktime
Lesson 2:
  • Reading

Slide 2 - Diapositive

Goals lesson 1
- Ik  weet wat een ontkenning is.
- Ik kan een ontkenning maken in het Engels.

Slide 3 - Diapositive

NEGATION - ONTKENNING

Slide 4 - Diapositive

Negations = ontkenningen
Als je wilt zeggen dat iets niet zo is, maak
je een ontkenning. 
In het Engels gebruik je hiervoor het woord not.


Slide 5 - Diapositive

To be:
Als er in een zin een vorm van be (am, are, is, was, were)
staat, dan maak je een ontkenning door
daar not of n’t achter te zetten.

Hugh isn’t my cousin, he’s my brother.                           is not
They aren't very funny.                                                           are not
It wasn’t a very good book.                                                  was not

Slide 6 - Diapositive

Have got:
Ontkenningen met have got of have 
maak je door not of  n’t achter have of has te zetten. 

Kim has got a new skateboard.                       Kim hasn’t got a new skateboard.
Laura has broken her wrist.                              Laura hasn’t broken her wrist

Slide 7 - Diapositive

Hulpwerkwoorden:
Ontkenningen met hulpwerkwoorden zoals can, could, will, should, may, might, must, ought to maak je door not achter het hulpwerkwoord te zetten. 

You may not leave fifteen minutes early.
You should not listen to them!
Monkeys can’t climb trees.
They won’t be here on time.
We mustn’t be late tonight!

Slide 8 - Diapositive

Alle andere werkwoorden:
Bij andere werkwoorden zet je don’t, doesn’t of didn’t voor het hele werkwoord. Let op: het werkwoord wordt bij ontkenning het hele werkwoord!

She likes the way I arranged the photos. 
She doesn’t like the way I arranged the photos.

We went to the café around the corner.
We didn’t go to the café around the corner.

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

I go home after my classes.
Maak deze zin ontkennend
A
I don't go home after my classes.
B
I doesn't go home after my classes.

Slide 11 - Quiz

Maak deze zin ontkennend:
He is very happy.

Slide 12 - Question ouverte

My brother and sister live at home.
De ontkenning maak je met:
A
don't
B
doesn't
C
didn't

Slide 13 - Quiz

Kendra ....... buy a new skirt.
De ontkenning maak je met:
A
don't
B
doesn't
C
didn't

Slide 14 - Quiz

Maak deze zin ontkennend:
We have been to Spain

Slide 15 - Question ouverte

Maak deze zin ontkennend:
She works at the library

Slide 16 - Question ouverte

Worktime
Je gaat verder oefenen met de ontkenning.
Maak opdracht 12 en 13

Basis: oefenblad
Kader: blz. 37 + 38 wb

Klaar? Maak opdracht 5, 6 en 7 af

Slide 17 - Diapositive

Goals lesson 2
- Ik  kan belangrijke informatie uit een tekst halen.
- Ik kan een korte samenvatting maken van een tekst.
- Ik kan vragen beantwoorden over de tekst.

Slide 18 - Diapositive

Let's read!
timer
20:00

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive