H2 Spelling

H2 Spelling
Met of zonder -n
Homofone werkwoordsvormen
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

H2 Spelling
Met of zonder -n
Homofone werkwoordsvormen

Slide 1 - Diapositive

De regel:
Woorden als sommige, enkele, enige etc. schrijf je soms met een -n en soms zonder een -n. 

Je schrijft alleen een -n als de zin aan 2 voorwaarden voldoet: 
1. Het woord verwijst naar personen. 
2. Het woord is zelfstandig gebruikt.

Slide 2 - Diapositive

Zelfstandig??? 
Woorden als sommige, enkele, allen etc. kun je bijvoeglijk of zelfstandig gebruiken. 
Denk aan het bijvoeglijk naamwoord. 
Enkele eethuizen, sommige slangen, alle apothekers etc. 

Alle aanwezigen kregen een gratis consumptie van het theater.
Aanwezigen = de aanwezige mensen.

Slide 3 - Diapositive

Uitzondering
1 groep die bestaat uit telwoorden die altijd met een -n worden geschreven. 
Woorden als duizenden, tientallen, honderden, miljoenen. 



Slide 4 - Diapositive

Wel of geen -n? Schrijf de juiste vorm met komma's ertussen.
Alle klasgenoten hadden nieuwe kleren gekocht. Sommige(n) hadden een nieuwe spijkerbroek. Enkele(n) daarvan waren donkerblauw, maar de meeste(n) vonden de lichtblauwe het mooist

Slide 5 - Question ouverte

Wel of geen -n?
Sommige(n) kregen een extra kerstpakket
A
Sommige
B
Sommigen

Slide 6 - Quiz

Wel of geen -n?

De vindicatleden hebben een busfeest gehouden, maar sommige(n) hebben niet meegefeest.
A
Sommige
B
Sommigen

Slide 7 - Quiz

Met of zonder -n?
Die boeken zijn al erg oud, maar sommige(n) zijn best leuk
A
Sommige
B
Sommigen

Slide 8 - Quiz

Met of zonder -n?
Die boeken zijn best oud, maar sommige(n) lezen ze al te graag.
A
Sommige
B
Sommigen

Slide 9 - Quiz

Homofone werkwoordsvormen
Je hoort niet hoe je ze speldt
Gevaarlijk: zorgen voor veel fouten als je niet de regels goed hanteerdt 

Slide 10 - Diapositive

Het is zo jammer dat een fout bij werkwoordspelling snel .... (gebeuren)

Slide 11 - Question ouverte

Bij Noordwijk is een ......(bloeden) orka ..... (aanspoelen) die nu in Texel .... (worden) ..... (verzorgen).
Schrijf de hele zin over.

Neem de hele zin over en vervoeg de werkwoorden.

Slide 12 - Question ouverte

..... (worden) je zus echt gepest omdat ze zich afwijkend .... (kleden)?
Neem de hele zin over.

Slide 13 - Question ouverte