Werkplaats Fictiedidactiek

Leeruitkomst meesterproef 2 en 3
Je analyseert en ontwerpt op systematische wijze onderwijsactiviteiten voor het gehele tweedegraadsgebied op basis van relevante, actuele vakdidactische kennis, gericht op zowel avo- als mbo- en vmbo-leerlingen, zowel docent- als leerlinggestuurde onderwijsactiviteiten. Je besteedt hierbij expliciet aandacht aan taalontwikkelend lesgeven en je draagt bij aan het aanleren van vaardigheden die jongeren nodig hebben om te functioneren in de (toekomstige) maatschappij. Je ontwerpt verschillende soorten evaluatiemiddelen om leerlingen feedback op hun leren te geven en het geleerde te toetsen. Je toont daarbij aan dat je in staat bent specifieke taalproblemen te signaleren, met name dyslexie, en dat je in staat bent om op gestructureerde wijze remediëring in te zetten. 
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
FictiedidactiekHBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Leeruitkomst meesterproef 2 en 3
Je analyseert en ontwerpt op systematische wijze onderwijsactiviteiten voor het gehele tweedegraadsgebied op basis van relevante, actuele vakdidactische kennis, gericht op zowel avo- als mbo- en vmbo-leerlingen, zowel docent- als leerlinggestuurde onderwijsactiviteiten. Je besteedt hierbij expliciet aandacht aan taalontwikkelend lesgeven en je draagt bij aan het aanleren van vaardigheden die jongeren nodig hebben om te functioneren in de (toekomstige) maatschappij. Je ontwerpt verschillende soorten evaluatiemiddelen om leerlingen feedback op hun leren te geven en het geleerde te toetsen. Je toont daarbij aan dat je in staat bent specifieke taalproblemen te signaleren, met name dyslexie, en dat je in staat bent om op gestructureerde wijze remediëring in te zetten. 

Slide 1 - Diapositive

SPECIFIEK VOOR FICTIEDIDACTIEK:
  • Je toont aan dat je kennis hebt van de dominante opvattingen over fictieonderwijs en -didactiek (lezersgericht, tekstgericht, maatschappelijk gericht, cultuurgericht) en je bent aantoonbaar in staat om op basis daarvan het onderwijs in te richten. (dit kan mooi terugkomen in het lesdoel: staat de lezersbeleving centraal, wil je juist iets met de tekst bereiken, heb je een maatschappelijk doel, vind je dat je leerlingen dit vanuit cultureel oogpunt moeten weten?) (Denk ook aan actuele ontwikkelingen als Curriculum.nu, Biesta)

  • Je kent het belang van leesmotivatie en je kunt vanuit een doordachte en breed onderbouwde visie aantonen met welke didactische middelen je je leerlingen (in een concreet omschreven doelgroep) tot lezen kunt stimuleren en hun literaire ontwikkeling kunt bevorderen en welk doel (passend in een doorlopende leerlijn leesbevordering en literaire ontwikkeling) je daarbij voor ogen hebt. (denk bijv. aan de succesfactoren voor leesbevordering, zoals je die bij lezen.nl vindt; laat hiermee zien dat je kennis hebt van je doelgroep)

  • Je onderbouwt keuzes voor je onderwijsactiviteiten/lessen op basis van actuele onderzoeks- en vakliteratuur.

Slide 2 - Diapositive

Bij een van beide meesterproeven verplicht:
• Je combineert kennis en inzichten op het gebied van toetsinstrumenten om taalvaardigheidsniveaus vast te stellen en je laat zien hoe je formatieve evaluatie en summatieve toetsing (via de stappen van de toetscyclus) op verantwoorde wijze (transparant, betrouwbaar, valide) kunt inzetten in het onderwijs.

• Je bezit aantoonbare kennis en begrip van het belang van taalgericht vakonderwijs en taalbewust beroepsonderwijs, met specifiek aandacht voor het verschil tussen DAT (dagelijkse algemene taalvaardigheid de thuistaal) en CAT (cognitieve academische taalvaardigheid, de schooltaal) en van de mogelijkheden om deze inzichten in praktijk te brengen in de vorm van taalontwikkelend lesgeven bij het schoolvak Nederlands en bij andere vakken.

Slide 3 - Diapositive

HET BELANG VAN LEZEN:
Er volgen nu twee slides over het belang van lezen:
1. De video Het nut van lezen van Arnoud Kuijpers
2. De website Tien redenen waarom lezen super belangrijk is 2.0 van Jelle Jolles

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Slide 6 - Lien

ACTUELE ONTWIKKELINGEN:
  • Leesvaardigheid en leesplezier van Nederlandse jongeren nemen af (hierna volgt een samenvatting van de belangrijkste uitkomsten van het PISA-rapport 2018  in de 1e link). 
  • Er komt (hoogstwaarschijnlijk) een flinke herziening van het onderwijs in po en vo en dat heeft ook consequenties voor Fictiedidactiek (via de 2e link hierna kom je op de site van Curriculum.nu; je kunt hier het voorstel van de ontwikkelgroep downloaden. Kijk vooral eens naar bouwsteen 7 voor Fictiedidactiek).
  • We kijken niet meer alleen naar meetbare resultaten (Biesta). Literatuur is een fantastisch middel tot subjectificatie en socialisatie van je leerlingen/studenten (google eens op Biesta en de drie doeldomeinen als je hier meer over wilt lezen).

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Lien

Slide 9 - Lien

Succesfactoren voor leesbevordering:
  • Geef je leerlingen/studenten een reden om te lezen. Als er een wil ontstaat, ontstaat er ruimte voor literaire ontwikkeling.
  • Je hebt kennis van je doelgroep nodig, zowel vanuit onderzoek als vanuit de praktijk.
  • Je breidt zelf je repertoire van jeugd- en adolescentenliteratuur gestaag uit, zodat je je leerlingen/studenten kunt adviseren.
  • Uit gedegen onderzoek komen acht succesfactoren voort. Die staan gepubliceerd op een voor docenten Nederlands belangrijke website: www.lezen.nl. Hier kun je ook een gratis abonnement afsluiten op het tijdschrift Lezen. Je vindt de succesfactoren in de link in de volgende sheet.
  • Je weet hoe je Lezen voor de lijst in kunt zetten om de keuzemogelijkheden van je doelgroep te vergroten.

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Lien

Didactiek:
  • Je weet wat het (onderwijskundige en/of pedagogische) doel is van je les.
  • Je weet met welke aanpak en middelen jij dit doel het beste door je doelgroep kunt laten bereiken en natuurlijk weet je hoe je je (beste) lessen op moet bouwen.
  • Je weet wat jij wilt sturen en je weet waar je leerlingen keuzevrijheid geeft.
  • Je weet waarom je niet zomaar verwerkingsopdrachten aan fictie moet verbinden.
  • Je weet hoe je je leerlingen/studenten van feedback op hun (literaire) ontwikkeling wilt (laten) voorzien.
  • Je weet of en hoe je fictie op verantwoorde wijze wilt toetsen (zie bijv. hoofdstuk 5 in Nederlands in de onderbouw (Bonset).

Slide 12 - Diapositive

Verantwoord je keuzes...
... vanuit vakliteratuur/onderzoek, te vinden 
  • op websites als www.lezen.nl en www.leesmonitor.nu,
  • in tijdschriften als Levende Talen Magazin,
  • in handboeken als Een land van waan en wijs en Jeugdliteratuur & Didactiek.

Slide 13 - Diapositive