Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Weer en Klimaat in de VS
Slide 1 - Diapositive
Wat moet je kennen?
De verdeling hoge en lage drukgebieden;
Kenmerken van hoge- en lagedrukgebieden;
De invloed van hoge- en alge drukgebieden op het klimaat in de VS.
Verschillende soorten neerslag.
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Vidéo
Bij een lage drukgebied...
A
Daalt de lucht
B
Stijgt de lucht
Slide 4 - Quiz
Een kenmerk van een hogedrukgebied is...
A
Droog
B
Vochtig
Slide 5 - Quiz
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Bekijk slide 6 t/m 8. Verklaar waarom het in Californië droog is.
Slide 9 - Question ouverte
Soorten neerslag ->
Stuwingsregen -> lucht moet opstijgen tegen gebergte.
Stijginsregen-> warme lucht stijgt op en koelt meteen weer af, het gaat regenen (rond de evenaar)
Frontale neerslag -> botsing warme en koude lucht.
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Vidéo
Stuwingsregen -> bij gebergten
Loefzijde = kant waar het regent
Aanlandige wind moet opstijgen tegen het gebergte. De lucht koelt hierdoor af (hoe hoger hoe kouder!) en het gaat regenen.
Lijzijde = regenschaduw = droge kant van het gebergte.
Lijzijde: de lucht daalt aan de andere kant van de berg en de wolken lossen weer op. Aan deze kant valt er dus niet of nauwelijks neerslag.
Slide 12 - Diapositive
Waar komen stuwingsregens voor?
Slide 13 - Question ouverte
Stijgingsregen
Warme lucht stijgt op -> koelt af -> condensatie -> het regent.
Dit soort neerslag komt in het warme binnenland van Spanje voor. Omdat het zo warm is, verdampt de neerslag snel...
Slide 14 - Diapositive
Waar komen stijgingsregens voor?
Slide 15 - Question ouverte
Frontale neerslag
Warme en koude lucht botsen tegen elkaar -> koude lucht is zwaar en de warme lucht is gedwongen op te stijgen. Als warme lucht opstijgt, koelt hij af. Hierdoor ontstaan er wolken en gaat het regenen.
Frontale regen komt veel veel in Nederland. Wij liggen aan zee en hebben geen bergen. Wel komt de wind bijna altijd uit het zuidwesten.
Een front = plek waar warme en koude lucht elkaar tegenkomen.