afspraak maken

een afspraak maken
aan de telefoon
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Middelbare schoolvmbo lwoo, bLeerjaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

een afspraak maken
aan de telefoon

Slide 1 - Diapositive

Je vriend(in) vraagt:
HOI ..., ZULLEN WE IETS LEUKS GAAN DOEN? Wat zijn goede antwoorden?
A
Ja, dat weet ik niet.
B
Ja, goed idee.
C
Nee, dank je.
D
Nee, gezellig.

Slide 2 - Quiz

Je vriend(in) vraagt:
WAT WIL JE GAAN DOEN? Wat zijn goede antwoorden?
A
Ik heb een goed idee.
B
Nee, dat wil ik niet.
C
Ja, dat wil ik wel.
D
Ik heb geen idee, jij wel?

Slide 3 - Quiz

Wat kun je dan vragen?
A
Hou ik daarvan?
B
Nee, daar hou ik niet van.
C
Waar hou jij van?
D
Wat vind je leuk?

Slide 4 - Quiz

Wat vind je leuk?

Wat kun je daarna vragen?
A
Hou je van schaatsen?
B
Hou ik van zwemmen?
C
Wat kan ik goed?
D
Kun je goed schaatsen?

Slide 5 - Quiz

Je vriend(in) belt en vraagt:
HEB JE ZIN OM NAAR HET STRAND TE GAAN? Wat zijn goede antwoorden?
A
ja, ik heb geen tijd.
B
nee, ik heb geen tijd
C
ja, goed idee.
D
nee, geen idee.

Slide 6 - Quiz

Jij zegt:
LEUK, WANNEER ZULLEN WE GAAN?
Wat is jouw antwoord?
A
Nee, dan kan ik niet
B
Ja, dan kan ik wel.
C
Kun je om morgen
D
Ik kan vanmiddag en jij?

Slide 7 - Quiz

Je vriend(in) vraagt:
WIL JE MEE NAAR HET STRAND?
Wat zeg je dan?
A
Nee dank je, ik heb geen zin.
B
Ja, ik hou niet van water.
C
Graag, dat wil ik wel.
D
Leuk, ik heb geen tijd.

Slide 8 - Quiz

Jij antwoordt:
A
Wanneer kun jij?
B
Wat wil jij doen?
C
Met wie gaan we?
D
Wanneer kan ik.

Slide 9 - Quiz

B. belt A. op.
Wat zegt A.?

Slide 10 - Question ouverte

B. wil met A. iets afspreken.
Wat vraagt B. ?

Slide 11 - Question ouverte

Luister en geef antwoord op de vraag van B.

Slide 12 - Question ouverte

B. vraagt:
WAAR HOU JIJ VAN? / WAT IS JE HOBBY? Wat antwoordt A.?

Slide 13 - Question ouverte

A. zegt: DAT VIND IK OOK LEUK!
WANNEER KAN JIJ? Wat zegt B.?

Slide 14 - Question ouverte

luister en geef antwoord
op de vraag van A.

Slide 15 - Question ouverte

A. vraagt:
WAAR ZULLEN WE AFSPREKEN?
Wat zeg jij dan?

Slide 16 - Question ouverte