10.3 transcriptie

thema 4 DNA
bs 3 transcriptie
1 / 43
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 43 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

thema 4 DNA
bs 3 transcriptie

Slide 1 - Diapositive

DNA fingerprints die gebruikt worden in de rechtszaal lijken een beetje op de streepjescodes zoals je die op produkten in de supermarkten aantreft. Het patroon van de streepjes in een fingerprint komt overeen met
A
de aanwezigheid van DNA-fragmenten van verschillende grootte
B
de volgorde van de genen op bepaalde chromosomen
C
de aanwezigheid van dominante en recessieve allelen voor bepaalde eigenschappen
D
de volgorde van basen in een bepaald gen

Slide 2 - Quiz

Wat is een primer?
A
Stukje DNA gemaakt door ligase
B
Stukje RNA gemaakt door primase
C
Stukje RNA gemaakt door polymerase
D
Stukje DNA gemaakt door helicase

Slide 3 - Quiz

Hoe wordt een DNA molecuul altijd afgelezen?
A
Van 5' uiteinde naar 3' uiteinde
B
Van 3' uiteinde naar 5' uiteinde

Slide 4 - Quiz

Wat is een restrictie-enzym?
A
Is gelabeld nucleotide gebruikt bij sequencen
B
Verbreekt waterstoffenbruggen bij replicatie
C
Kan Okazaki-fragementen aan elkaar koppelen
D
Herkent specifieke nucleotidesequentie en knippen DNA daar door

Slide 5 - Quiz

Zet de 7 stappen van replicatie in de juiste volgorde 
1
2
3
4
5
6
7
Primase maakt korte RNA primers die functioneren als startpunt van DNA polymerase
Ligase verbindt alle DNA fragmenten aan elkaar.
RNA primers worden vervangen door DNA nucleotiden
replicatie start bij een ori (replicatie startpunt)
single strand binding proteins voorkomen dat het dna weer dubbelstrengs wordt.
Helicase verbreekt de waterstofbruggen en maakt dsDNA ssDNA
DNA polymerase bindt een primer en verlengd deze aan de 3' uiteinde.

Slide 6 - Question de remorquage

Primase
RNA Primer
SSBP's
DNA-polymerase
Helicase
Okazaki fragment
DNA-ligase

Slide 7 - Question de remorquage

bs 3 transcriptie
leerdoel: je kunt beschrijven hoe transcriptie plaatsvindt.

Slide 8 - Diapositive

Begrippen transcriptie
RNA, transcriptie, mRNA, rRNA, tRNA, RNA-polymerase, promotor, transcriptiefactor, coderende streng, template/matrijsstreng, splicing, introns, exons

Slide 9 - Diapositive

DNA -> Eiwit

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Lien

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

6

Slide 19 - Vidéo

00:15
Hoe heten deze 'factors'?

Slide 20 - Question ouverte

00:41
Hoe heet deze fase van transcriptie?
A
Initiatie
B
Elongatie
C
Terminatie
D
Lezen

Slide 21 - Quiz

00:53
In welke fase van de transcriptie zitten we nu?
A
Initiatie
B
Elongatie
C
Terminatie
D
Processing

Slide 22 - Quiz

01:05
Wat is dat gele molecuul wat hier gevormd wordt?

Slide 23 - Question ouverte

01:07
Met welke streng komt het RNA overeen?

Slide 24 - Question ouverte

01:50
Welke fase was dit?
A
Initiatie
B
Elongatie
C
Terminatie
D
Stop

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Diapositive

Bewerking van pre-mRNA tot mRNA (Binas 71H)
Binas 71H introns en exons
  • Het gevormde mRNA door transcriptie is nu nog pre-mRNA
  • De pre-mRNA-streng krijgt een poly-A-staart aan het 3'-einde.
  • Tijdens de transcriptie verbinden enzymen een CH3-groep aan het 5'-einde van het mRNA: de 5'-cap.
  • Daarna volgt nog het verwijderen van introns. Hierbij blijven alleen de exons over. Dit proces heet splicing.

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Lien

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Transcriptie en splicing 

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Vidéo

Slide 35 - Diapositive

Stel we willen een bacterie genetisch modificeren om een mensen eiwit te maken. Wat moeten we dan in de bacterie doen?
A
DNA van het gen
B
Een DNA kopie van het mRNA
C
Het pre-mRNA
D
Het eiwit

Slide 36 - Quiz

Van dubbelstrengs DNA heeft een deel van een coderende-streng de nucleotidesequentie CGGATACGGTTA.
Wat is de sequentie van nucleotiden in het RNA-molecuul dat wordt gesynthetiseerd?
A
GCCTATGCCAAT
B
GCCUAUGCCAAU
C
CGGAUACGGUUA
D
UAACCGCACCCG

Slide 37 - Quiz

Een student doet onderzoek naar de nucleotidensamenstelling van een bepaald stuk dubbelstrengs DNA. Hij gebruikt hiervoor het mRNA dat gevormd is door transcriptie van dit bepaalde stuk DNA. Dit mRNA bestaat voor 45% uit adenine, voor 15% uit cytosine, voor 25% uit guanine en voor 15% uit uracil. Op grond van deze gegevens kan de nucleotidensamenstelling van het corresponderende DNA worden afgeleid.
Wat is de procentuele verdeling van de verschillende nucleotiden in dit stuk DNA?

A
20% A, 30% C, 30% G, 20% T
B
25% A, 45 % C, 15% G, 15% T
C
30% A, 20% c, 20% G, 30% T
D
45% A, 15% C, 25% G, 15% T

Slide 38 - Quiz


Transcriptie
Een DNA-fragment dat is geïsoleerd uit een Coli-bacterie heeft de volgende volgorde:

    5' – GTAGCCTACCCATAGG – 3' (coderende streng)

Vanaf de template- of matrijsstreng wordt mRNA gemaakt.
Welke basenvolgorde heeft dit mRNA?

A
3' --CAUCGGAUGGGUAUCC-- 5'
B
5' --GUAGCCUACCCAUAGG-- 3'
C
5' --GGAUACCCAUCCGAUG-- 3'
D
5' --CACAGAUACCCAGAUG-- 3'

Slide 39 - Quiz

rest van de les/huiswerk
maak 37 - 41 
of 
doe de oefening op de volgende dia 
of
bekijk de instructies van NG BIOLOGIE





Slide 40 - Diapositive

Slide 41 - Lien

Slide 42 - Vidéo

Slide 43 - Vidéo