herhalen hfd 8

herhalingsles hfd 8
Economische grenzen en internationale handel
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

herhalingsles hfd 8
Economische grenzen en internationale handel

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel
Aan het eind van deze les kan je uitleggen wat economische grenzen zijn en waarom internationale handel belangrijk is.

Slide 2 - Diapositive

Introduceer het leerdoel van de les en leg uit waarom het belangrijk is om dit te begrijpen.
Wat weet jij al over internationale handel en economische grenzen?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Economische grenzen
Economische grenzen zijn de barrières die overheden opwerpen om de handel met andere landen te beperken. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren door het heffen van invoerrechten of het instellen van quotas.

Slide 4 - Diapositive

Leg uit wat economische grenzen zijn en geef enkele voorbeelden.
Wat is internationale arbeidsverdeling?
A
Het verdelen van productieprocessen over verschillende landen. Daar produceren waar dit het goedkoopst kan
B
Een financiële ondersteuning geven aan bedrijven die goederen exporteren.
C
Een limiet stellen aan de import van goederen.
D
Het verplaatsen van productieprocessen naar het buitenland.

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is exportsubsidie?
A
Een financiële ondersteuninggeven aan bedrijven die goederen importeren.
B
Een limiet stellen aan de import van goederen.
C
Een verdeling van arbeid over verschillende landen.
D
Een financiële ondersteuning geven aan bedrijven die goederen exporteren.

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Betalingsbalans
De betalingsbalans is een overzicht van alle financiële transacties tussen een land en de rest van de wereld. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen de lopende rekening en de kapitaalrekening.

Slide 7 - Diapositive

Leg uit wat de betalingsbalans is en waarom het belangrijk is bij internationale handel.
Wat is een voorbeeld van Import dienstenbalans (onderdeel handelsbalans) tijdens een vakantie in het buitenland?
A
Een Nederlander die in Nederland een restaurant bezoekt.
B
Een Fransman die in Frankrijk een auto huurt.
C
Een Nederlander die in Frankrijk een hotel boekt.
D
Een Fransman die in Nederland een fiets huurt.

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een gesloten economie?
A
Een economie waarin er geen internationale handel is.
B
Een economie waarin er geen handel is tussen bedrijven.
C
Een economie waarin er alleen internationale handel is.
D
Een economie waarin er alleen handel is tussen bedrijven.

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke van de volgende transacties valt onder wederuitvoer?
A
Een Duits bedrijf koopt goederen uit Nederland en verkoopt deze door aan een bedrijf in Frankrijk.
B
Een Nederlands bedrijf koopt goederen uit China en verkoopt deze door aan een bedrijf in Duitsland.
C
Een Frans bedrijf koopt goederen uit Duitsland en verkoopt deze door aan een bedrijf in Nederland.
D
Een Nederlands bedrijf koopt goederen uit Duitsland en verkoopt deze door aan een bedrijf in Nederland.

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de definitie van betalingsbalans?
A
Alle handel tussen een land (bv Nederland) en de rest van de wereld.
B
Handel tussen bedrijven binnen een land.
C
De som van alle economische transacties binnen een land.
D
Alle economische transacties tussen een land (bv Nederland) en een ander specifiek land (bv Duitsland).

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Exporteren en importeren
Exporteren is het verkopen van goederen aan andere landen, terwijl importeren het kopen van goederen uit andere landen betekent. Landen doen dit om hun eigen economie te stimuleren en goederen te krijgen die ze zelf niet kunnen produceren.

Slide 12 - Diapositive

Leg uit wat exporteren en importeren is en geef enkele redenen waarom landen dit doen.
Open economie
Een open economie is een economie waarin er vrij verkeer van goederen en diensten is tussen landen. Dit bevordert de internationale handel en kan leiden tot economische groei.

Slide 13 - Diapositive

Leg uit wat een open economie is en geef enkele voordelen van internationale handel.
Europese Unie
De Europese Unie is een politieke en economische unie van 27 Europese landen. Het doel is om de samenwerking tussen deze landen te bevorderen en de economische groei te stimuleren.

Slide 14 - Diapositive

Leg uit wat de Europese Unie is en waarom het belangrijk is bij internationale handel.
Wat is de Eurozone?
A
Het gebied waarbinnen geen enkele officiële munteenheid wordt gehanteerd.
B
Het gebied waarbinnen de Yen als officiële munteenheid wordt gehanteerd.
C
Het gebied waarbinnen de Euro als officiële munteenheid wordt gehanteerd.
D
Het gebied waarbinnen alleen de Dollar als officiële munteenheid wordt gehanteerd.

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is vrijhandel?
A
Het vrij kunnen handelen van goederen en diensten tussen verschillende landen zonder belemmeringen.
B
Het belemmeren van handel tussen verschillende landen.
C
Het enkel handelen in luxe goederen.
D
Het alleen handelen met landen binnen de eigen regio.

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Europese Monetaire Unie
De Europese Monetaire Unie is een onderdeel van de Europese Unie en omvat de landen die de euro als munteenheid hebben. Dit heeft voordelen voor de handel binnen deze landen, maar kan ook nadelen hebben voor landen die de euro niet hebben.

Slide 17 - Diapositive

Leg uit wat de Europese Monetaire Unie is en geef enkele voor- en nadelen.
Protectiemaatregelen
Protectiemaatregelen zijn maatregelen die overheden nemen om hun eigen economie te beschermen tegen concurrentie uit het buitenland. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren door het instellen van invoerbeperkingen of subsidies voor eigen producenten.

Slide 18 - Diapositive

Leg uit wat protectiemaatregelen zijn en geef enkele voorbeelden.
Ontwikkelingssamenwerking
Ontwikkelingssamenwerking is de samenwerking tussen ontwikkelde landen en ontwikkelingslanden om de economische ontwikkeling van deze landen te stimuleren. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren door het verstrekken van leningen of het geven van technische hulp.

Slide 19 - Diapositive

Leg uit wat ontwikkelingssamenwerking is en geef enkele voorbeelden.
Wat is geen nadeel van structurele hulp?
A
Het kan leiden tot corruptie en misbruik van de hulp
B
Het kan leiden tot afhankelijkheid van de ontvanger(ontwikkingsland)
C
Het is niet gericht op de korte termijn
D
Het kan moeilijk zijn om de effecten op lange termijn te meten

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is geen voordeel van noodhulp?
A
Het biedt geen oplossing voor de lange termijn
B
Het biedt directe hulp aan de meest kwetsbare groepen
C
Het kan mensenlevens redden
D
Het kan snel en efficiënt geleverd worden

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een voorbeeld van gebonden hulp?
A
Schuldverlichting in ruil voor de aankoop van producten uit het donorland( land dat gebondenhulp bied)
B
Een gift voor een specifiek project zonder verdere verplichtingen
C
Een langdurig partnerschap tussen donor(bv Nederland) en ontvanger (ontwikkelingsland)
D
Een financiële donatie zonder verdere voorwaarden

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het verschil tussen noodhulp en structurele hulp?
A
Noodhulp is tijdelijk, structurele hulp is langdurig
B
Noodhulp is gericht op individuen, structurele hulp is gericht op gemeenschappen
C
Noodhulp is altijd financieel, structurele hulp kan ook in andere vormen gegeven worden
D
Noodhulp is voor ontwikkelingslanden, structurele hulp voor rijke landen

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Samenvatting
In deze les heb je geleerd wat economische grenzen zijn, waarom internationale handel belangrijk is en welke rol verschillende organisaties en maatregelen hierbij spelen.

Slide 24 - Diapositive

Maak een samenvatting van de belangrijkste punten van de les.
Wat is contingentering?
A
Een limiet stellen aan de import van goederen.
B
Een limiet stellen aan de export van goederen.
C
Een verdeling van arbeid over verschillende landen.
D
Een subsidie geven aan exporteurs.

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de relatie tussen de Europese Centrale Bank (ECB) en De Nederlandsche Bank (DNB)?
A
De ECB is verantwoordelijk voor het Nederlandse monetaire beleid.
B
De ECB is onderdeel van het Nederlandse bankstelsel.
C
DNB heeft geen enkele relatie met de ECB.
D
DNB is onderdeel van het Eurosysteem, waar ook de ECB deel van uitmaakt.

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het doel van de Europese Centrale Bank (ECB)?
A
Het bepalen van de wisselkoers van de Euro.
B
Het handhaven van prijsstabiliteit binnen de Eurozone.
C
Het stimuleren van inflatie binnen de Eurozone.
D
Het maximaliseren van winst voor Europese banken.

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de relatie tussen de Europese Unie (EU) en de Economische en Monetaire Unie (EMU)?
A
De EU houdt zich alleen bezig met het monetaire beleid.
B
De EU en de EMU hebben geen enkele relatie.
C
De EMU bevindt zich buiten de EU.
D
De EMU is onderdeel van de EU en houdt zich specifiek bezig met het monetaire beleid.

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions