P. 6 Lijdend voorwerp (les 2)

Nederlands
donderdag 21-03-24 
derde lesuur 09.45 - 10.30
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Nederlands
donderdag 21-03-24 
derde lesuur 09.45 - 10.30

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hebben we er weer zin in? 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Programma
  1. Lezen
  2. Herhaling en verdieping  van de theorie 
  3.   Huiswerk 
  4. Aan de slag 
  5. Extra tijd? 

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

timer
10:00

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

 Lijdend voorwerp
PV
OW
WG
LV

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het lijdend voorwerp
Wat is het lijdend voorwerp?

Slide 6 - Diapositive

Vertel het doel van de les: Aan het einde van deze les kun je het lijdend voorwerp van een zin vinden. Je leert dat je hiervoor eerst de stappen doorloopt die we tot nu toe al hebben geleerd.
lijdend voorwerp
Voorbeeld het lijdend voorwerp

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lijdend voorwerp (lv)
  • Het lijdend voorwerp is een zinsdeel. 
  • Bij het lijdend voorwerp 'overkomt iemand' of 'ondergaat een onderwerp' iets. 
  • Het is belangrijk dat je weet dat niet iedere zin een lijdend voorwerp heeft.
Lijdend voorwerp (lv)

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lijdend voorwerp (lv)
Het lijdend voorwerp is een zinsdeel. 

Bij het lijdend voorwerp 'overkomt iemand' of 'ondergaat een onderwerp' iets. 

Wat + pv/wg + ow? =  lijdend voorwerp


Lijdend voorwerp (lv)

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het lijdend voorwerp
wie/wat + wwg + onderwerp = lijdend voorwerp. 
Wie of wat
+
wwg
+
lijdend voorwerp
onderwerp
=

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lijdend Voorwerp
Het onderwerp
de bal
Hij

Slide 11 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Kan bij het werkwoord een lijdend voorwerp staan?
Lijdend voorwerp kan
Lijdend voorwerp kan niet
vangen
lachen
uitlachen
groeien
vragen
skateboarden

Slide 12 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het lijdend voorwerp?
gekeken.
Het lijdend voorwerp
We 
hebben
vanavond
een serie 

Slide 13 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het lijdend voorwerp?
altijd 
Het lijdend voorwerp

Waar
zet
jij 
jouw racefiets
neer?

Slide 14 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het lijdend voorwerp in de zin?
Lijdend voorwerp
Julia en Kim
gaven
aan hun moeder
een cadeautje

Slide 15 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Moeder kookte een heerlijke maaltijd.
Ik zie haar.
Wij geven jullie een bos bloemen.
Heb je aan je ouders geschreven?
Lijdend voorwerp
Geen lijdend voorwerp
Lijdend voorwerp
Geen lijdend voorwerp

Slide 16 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het lijdend voorwerp?
De handbaltrainer zet het wedstrijdschema op Facebook. 
.
Het lijdend voorwerp
De handbaltrainer
zet
het wedstrijdschema
op Facebook.

Slide 17 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het lijdend voorwerp in: 
 Klas 2D maakt altijd het huiswerk.
lijdend voorwerp
Klas 2D
het huiswerk.
maakt
altijd

Slide 18 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het lijdend voorwerp?
gekeken.
Het lijdend voorwerp
We 
hebben
een serie 

Slide 19 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het lijdend voorwerp?
gekeken.
Het lijdend voorwerp
Wij
hebben
vanavond
een serie 

Slide 20 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het lijdend voorwerp?

Ik kan nu het lijdend voorwerp uit een zin halen.
A
Ik
B
kan
C
het lijdend voorwerp
D
een zin

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe vind je het lijdend voorwerp? Het lijdend voorwerp is antwoord op de vraag:

A
Wie /wat + onderwerp + gezegde?
B
Wie/wat + persoonsvorm?
C
Wie/wat + onderwerp?
D
Wie/wat + gezegde?

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Lijdend voorwerp
Wat is het lijdend voorwerp in deze zin?

Jij kan het lijdend voorwerp in deze zin vinden.

A
jij
B
het lijdend voorwerp
C
in deze zin
D
kan vinden

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk voor 
morgen het 6e lesuur 


Grammatica Zinsdelen Cursus 5
Paragraaf 6 alle opdrachten af. 

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ga aan de slag met het huiswerk! Blz. 212 en 213

Ben je klaar met alle opdrachten? 
Dan mag je iets voor jezelf doen. 

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Dat was het weer voor vandaag! 

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions