Zeeklei, veengebieden en droogmakerij

Zeekleipolder
1 / 55
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 55 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Zeekleipolder

Slide 1 - Diapositive

Zeekleipolder
De zeekleilandschappen van:

 Groningen
Friesland
Noord-Holland
Zeeland

Slide 2 - Diapositive

Wat is het?
Polder: stuk water dat drooggelegd is.

Stukken land die gewonnen zijn van de zee.

Geen duinen, maar dijken.

Getijdegebieden

Slide 3 - Diapositive

Om te voorkomen dat land overstroomde, legde men een zeedijk aan.

Slide 4 - Diapositive

Het nieuw ontstane land werd dan voorzien van een dijk, om te voorkomen dat dit gebied weer zou overstromen.
- Nieuwe zeedijk
- Oude zeedijk

Slide 5 - Diapositive

De nieuwere delen liggen hoger (dit komt door de sedimentatie).
 
- Nieuwland
- Oudland

Slide 6 - Diapositive

In welke provincie is geen zeeklei te vinden?
A
Groningen
B
Friesland
C
Flevoland
D
Zeeland

Slide 7 - Quiz

Er wordt een nieuwe dijk aangelegd wanneer er door de zee genoeg .......... heeft plaatsgevonden.
A
Sedimentatie
B
Water-erosie
C
Mechanische verwering
D
Chemische verwering

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

De natuurlijke bescherming tegen de zee zijn ............. .
Daar waar er geen duinen waren, gingen mensen .................. bouwen. Dit zorgde ervoor dat het land niet ging ......................... .
Zo'n bescherming tegen de zee heet een .................... .
Tegen de dijk vond er .......................... plaats.
Uiteindelijk vormde zich nieuw land.
Dit nieuwe land ligt .................. dan het oude land.
Duinen
Dijken
Overstromen
Zeedijk
Sedimentatie
Hoger
Lager
Erosie
Terp

Slide 14 - Question de remorquage

Er zijn veel weilanden en akkers te vinden omdat.....
A
Koeien hier graag lopen
B
De grond vruchtbaar is
C
Het een gewoonte is
D
De grond erg zout is

Slide 15 - Quiz

Terpdorpen komen alleen in de buurt van de zee voor.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz

Nederlandse Landschap


Vandaag: Veengebieden

Slide 17 - Diapositive

Wat doen we vandaag?

  • Herhaling

  • Ontstaan veengebieden
  • Laagveen
  • Hoogveen

Slide 18 - Diapositive

Noem een voorbeeld van het reliëf in een zeekleipolder.

Slide 19 - Question ouverte

Slide 20 - Vidéo

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Water veranderd in land: verlanden

Wanneer het veen onder de waterspiegel blijft: laagveen

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Wanneer het veen boven de waterspiegel komt: veenkussen

Hoogveen

Slide 28 - Diapositive

Waarom zouden de mensen hier willen wonen?

Slide 29 - Question ouverte

Slide 30 - Vidéo

  • Turf (gedroogd veen) is een goede brandstof

  • Vruchtbare grond

Slide 31 - Diapositive

Samengevat -
Veengebied
  • Ontstaat door het ophopen van plantenresten in een waterrijke omgeving
  • Werd gebruikt als brandstof
  • Voornamelijk gebruikt als weidegrond


Slide 32 - Diapositive

Nederlands Landschap

Zeeklei
Droogmakerij
Veen

Zijn er nog vragen?

Slide 33 - Diapositive

In laagveengebieden vinden we geen/weinig ......
A
Plassen
B
Meren
C
Rivieren
D
Kanalen

Slide 34 - Quiz

Hoogveen heet zo omdat ......
A
Het in Hoog-Nederland te vinden is
B
Het veen boven NAP ligt
C
Het veen het hoogste punt in de omgeving is
D
Het grondwater hoog boven het veen uitkomt

Slide 35 - Quiz

Droogmakerijen

Slide 36 - Diapositive

Droogmakerij

Noord-Holland
Zuid-Holland
Flevoland

Slide 37 - Diapositive

Wat is een polder?
A
Een gebied drooggemaakt door de mens
B
Een droog stuk zee
C
Een droog stuk meer
D
Een droge rivier

Slide 38 - Quiz

Water stroomt altijd van....
A
Links naar rechts
B
Rechts naar links
C
Hoog naar laag
D
Laag naar hoog

Slide 39 - Quiz

Slide 40 - Diapositive

Droogmakerij

Slide 41 - Diapositive

Bekijk de afbeelding. Waar kom je droogmakerijen tegen?
A
Laag-Nederland
B
Zuid-Limburg
C
Hoog-Nederland

Slide 42 - Quiz

Wat zijn de kenmerken van een droogmakerij?
A
Boven de zeespiegel en kleigrond
B
Boven de zeespiegel en veengrond
C
Onder de zeespiegel en kleigrond
D
Onder de zeespiegel en veengrond

Slide 43 - Quiz

Hoe ziet het er uit?

Droogmakerijen zijn oude meren die zijn drooggelegd door de mensen.

Ze liggen daarom ver onder het NAP.

Volledig vlak, geen reliëf

Slide 44 - Diapositive

Strakke, geblokte kavels

Slide 45 - Diapositive

  • De polder was eerst een meer.
  • Rondom het meer werd een ringdijk en een ringvaart aangelegd.

Slide 46 - Diapositive

  • Via een molen en later een gemaal werd het water uit de polder gepompt.
  • Molens konden het water niet hoog wegpompen.
  • Daarom werd het water eerst naar de boezem gepompt

Slide 47 - Diapositive

Slide 48 - Diapositive

<-- Polder? -->

Slide 49 - Diapositive

Haarlemmermeer.....
....polder

Slide 50 - Diapositive

Slide 51 - Diapositive

Een droogmakerij is altijd een polder?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 52 - Quiz

Een polder is altijd een droogmakerij?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 53 - Quiz

Ringvaart
Molens
Polder
Gemaal
Dijk

Slide 54 - Question de remorquage

Wat is de juiste volgorde van wegpompen?
A
Polder, gemaal, boezem, gemaal, ringvaart
B
Polder, boezem, ringvaart, gemaal
C
Ringvaart, gemaal, boezem, polder
D
Polder, ringvaart, gemaal, boezem

Slide 55 - Quiz