Nederlands Via Vooraf Op weg naar 1F H4 moeilijke woorden

Thema 4 wonen: 
Moeilijke woorden.
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Thema 4 wonen: 
Moeilijke woorden.

Slide 1 - Diapositive

Wat is een woning die een deel is van een groter gebouw?
A
flat
B
eengezinswoning
C
appartement
D
een huurwoning

Slide 2 - Quiz

Hoe heet een klein deel van een stad of dorp, meestal een paar straten?
A
een buurt
B
een wijk
C
het platteland
D
een gemeente

Slide 3 - Quiz

Hoe noem je het midden van een stad of dorp, de binnenstad?
A
de gemeente
B
de buurt
C
het centrum
D
het winkelgebied

Slide 4 - Quiz

Hoe heet het gebied dat door een burgemeester wordt bestuurd?
A
het dorp
B
de stad
C
de provincie
D
de gemeente

Slide 5 - Quiz

Hoe heet het als jij je ergens officieel voor aanmeldt?
A
iets huren
B
iets kopen
C
je pasje laten zien
D
je inschrijven voor iets

Slide 6 - Quiz

Hoe noem je het als je iets tegen betaling leent?
A
huren
B
kopen
C
verkopen
D
uitbetalen

Slide 7 - Quiz

Een ander woord voor officieel papier of pasje waarmee je kunt bewijzen wie je bent.
A
legitimatiebewijs
B
bankpas
C
pasfoto
D
diploma

Slide 8 - Quiz

Een ander woord voor het gebouw is.....
A
de winkel
B
de snackbar
C
de kerk
D
het pand

Slide 9 - Quiz

Een grote tuin waar iedereen mag komen noem je ook wel:....
A
een groentetuin
B
een park
C
een weiland
D
een bloementuin

Slide 10 - Quiz

Een gebied dat buiten de stad ligt, waar vaak boerderijen zijn, noem je:
A
de buurt
B
de gemeente
C
het dorp
D
het platteland

Slide 11 - Quiz

Hoe noem je het alleen willen zijn zonder gestoord te worden?
A
eenzaam zijn
B
privacy
C
opgesloten zijn
D
alleen wonen

Slide 12 - Quiz

Hoe noem je het gebied in het westen van Nederland waar veel grote steden liggen?
A
Amsterdam
B
Noord-Holland
C
Zuid-Holland
D
De Randstad

Slide 13 - Quiz

Een ander woord voor: verblijven, is:
A
ergens zijn
B
ver weg zijn
C
ergens naartoe gaan
D
thuis blijven

Slide 14 - Quiz

Iets veranderen door te bouwen of af te breken noem je:
A
timmeren
B
metselen
C
schilderen
D
verbouwen

Slide 15 - Quiz

Hoe noem je een iets groter deel van een stad of dorp met een eigen naam?
A
de buurt
B
de gemeente
C
de wijk
D
de provincie

Slide 16 - Quiz