Alle cellen van planten en dieren hebben een celkern. De celkern regelt wat er in de cel gebeurt. In de celkern liggen chromosomen. Dit zijn lange, dunne draden. Mensen hebben in elke celkern 46 chromosomen.
Chromosomen kun je niet zien, behalve als een cel zich gaat delen. Dan worden de chromosomen korter en dikker. Je kunt ze dan zien onder een microscoop.