Much/many

Much & many
Goals:
-I know the difference between much & many
-I can use much & many in simple sentences
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Much & many
Goals:
-I know the difference between much & many
-I can use much & many in simple sentences

Slide 1 - Diapositive

Much and many
What do these words mean?

Slide 2 - Diapositive

Much and many
What do these words mean?

Much + many betekenen beide 'veel'

Slide 3 - Diapositive

Het gaat erom of je het woord kan tellen!

Slide 4 - Diapositive

Welke woorden hieronder kan je tellen?
Er zijn er twee goed!
A
Grapefruit
B
Knowledge
C
Water
D
Bottle

Slide 5 - Quiz

Welke woorden hieronder kan je niet tellen?
Er zijn er twee goed!
A
Money
B
Sand
C
Dollar
D
Face mask

Slide 6 - Quiz

Telbare woorden
Met telbare woorden worden woorden bedoeld waar je '1, 2, 3, 4, 5, 6, enz' voor kan zetten. 

Table is telbaar (one table, two tables, enz)
Apple is telbaar (I have three apples)
Laptop is telbaar (there are more than 20 laptops in this room)

Slide 7 - Diapositive

Telbare woorden: many
Alle woorden die je kan tellen, krijgen 'many' als je 'veel' wilt aangeven. 

There are many children in this classroom. 
I have many books at home
There are many people in the world

Slide 8 - Diapositive

Ontelbare woorden
Met ontelbare woorden worden woorden bedoeld waar je NIET '1, 2, 3, 4, 5, 6, enz' voor kan zetten. 

Water is ontelbaar
Love is ontelbaar 
Zand is ontelbaar (zandkorrels zijn telbaar, zand niet)

Slide 9 - Diapositive

Ontelbare woorden: much
Alle woorden die je NIET kan tellen, krijgen 'much' als je 'veel' wilt aangeven. 

I have so much homework tonight!
I don't have much time.
How much money do you need?

Slide 10 - Diapositive

Much & Many
Much
Ontelbaar
Much air
Much information
Much time
Zelfstandige naamwoorden die je niet kunt tellen. 
Many
Telbaar
Many tables
Many questions
Many cats
Zelfstandige naamwoorden die je kunt tellen. 
(meervoud)

Slide 11 - Diapositive

Welk woord hoort waarbij? Sleep het woord naar het juiste witte vlak.
TELBAAR
ONTELBAAR
pocketmoney
table
witch
bus
grass
love
pen

Slide 12 - Question de remorquage

Waar wordt 'veel bloemen' juist vertaald?
A
Much flowers
B
Many flowers

Slide 13 - Quiz

Waar wordt 'veel water' juist vertaald?
A
Much water
B
Many water

Slide 14 - Quiz

Waar wordt 'veel plezier' juist vertaald?
A
Much fun
B
Many fun

Slide 15 - Quiz

Waar wordt 'veel honden' juist vertaald?
A
Much dogs
B
Many dogs

Slide 16 - Quiz

Translate:
veel koeien

Slide 17 - Question ouverte

Translate:
veel zelfvertrouwen

Slide 18 - Question ouverte

Translate:
veel geld

Slide 19 - Question ouverte

Translate:
veel cadeautjes

Slide 20 - Question ouverte

Translate:
veel tijd

Slide 21 - Question ouverte

Translate:
veel keren

Slide 22 - Question ouverte

I know the difference between much & many
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Sondage

I can use much & many in simple sentences
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Sondage