Huidverzorging HF2

De huid
Hoofdstuk 2
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3,4

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

De huid
Hoofdstuk 2

Slide 1 - Diapositive

Doel
Aan het eind van dit hoofdstuk heb je geleerd:
  • wat de diverse functies van de huid zijn.
  • hoe de huid is opgebouwd.
  • welke eigenschappen de huid heeft.

Slide 2 - Diapositive

Functies van de huid
  • Beschermende functie (tegen kou, warmte, uitdroging, schadelijke stoffen, stoten, druk en zonsinvloeden).
  • De lichaamstemperatuur constant houden.
  • Het aanmaken van vitamine D.
  • Afgifte van afvalstoffen.
  • De spiegel van de gezondheid.
  • De huid slaat alarm.

Slide 3 - Diapositive

Opbouw van de huid
  • Opperhuid ofwel epidermis
  • Lederhuid ofwel dermis
  • Onderhuids weefsel ofwel subcutis

Slide 4 - Diapositive

Opperhuid (epidermis)
Verhoorningsproces: de nieuwe huidcellen komen naar boven en sterven af.


De opperhuid (epidermis) bestaat uit vijf lagen, van boven naar beneden:
  • Hoornlaag
  • Heldere laag
  • Korrellaag
  • Stekellaag
  • Basale laag

Slide 5 - Diapositive

Lederhuid (dermis)
De volgende elementen zitten in de lederhuid:
  • Haarzakjes
  • Talgklieren
  • Zweetklieren
  • Tastlichaampjes
  • Bloedvaten
  • Haaroprichter (spiertje)D

Slide 6 - Diapositive

Onderhuids weefsel (subcutis)
Bestaande uit vet, bloedvaten en bindweefselschotten.

Functies:
  • Beschermen van organen.
  • Zorgen van veerkracht voor de huid
  • Zorgen voor de vorm van het lichaam

Slide 7 - Diapositive

Aan de slag
  • Bekijk de video over 'de opbouw van de huid'.
  • Beantwoord de vragen van opdracht 2.08 op bladzijde 153 van je werkboek.

Slide 8 - Diapositive

Kleur van de huid
Pigment is een kleurstof, ofwel melanine. Er zijn twee soorten:
  • Eumelanine: dit zorgt voor een donkerbruine tot zwarte kleur
  • Feomelanine: dit zorgt voor een rood tot gele kleur

Pigmentloosheid noemt met albinisme, dan hebben je haar en huid geen kleur, ze zijn dan wit.


Slide 9 - Diapositive

Aan de slag
  • Bekijk de video over 'overerving van huidskleur'.
  • Beantwoord de vragen van opdracht 2.10 op bladzijde 156 van je werkboek.

Slide 10 - Diapositive

Aan de slag
  • Bekijk de video over 'pigmentvlekken en rimpels'.
  • Beantwoord de vragen van opdracht 2.13 op bladzijde 163 van je werkboek.

Slide 11 - Diapositive

Hoe gaaf is de huid?
Een porie is een buisje dat leidt naar een talgklier of een zweetklier. De porie is een opening aan de buitenkant van de huid.

Acne, ook wel puistjes genoemd. Het is een ontsteking van de huid rond de talgklieren, hierdoor ontstaan verschillende soorten puistjes:
  • Mee-eter ofwel comedoom
  • Pustule ofwel puist
  • Milia ofwel gerstekorrel
  • Papula ofwel onderhuidse puist



Slide 12 - Diapositive

Aan de slag
  • Bekijk de video over 'acne, jeugdpuistjes'.
  • Beantwoord de vragen van opdracht 2.12 op bladzijde 160 van je werkboek.

Slide 13 - Diapositive

Hoe gaaf is de huid?
Een rimpel is een vouw in de oppervlakte van de huid.
  • Ontstaan door afname collageen en elastine.
  • Oorzaken: UV-straling, erfelijkheid, verandering in hormonaal evenwicht, in de loop van de jaren.

Glans van de huid
  • Hoe meer dons, hoe matter de huid.
  • Meer talg of vochtafscheiding (zweet) zorgt voor glanzende huid.

De mate van huidspanning geeft aan in hoeverre de huid strak of minder strak is.



Slide 14 - Diapositive

Spieren in het gezicht
  • Gelaatsspieren-mimische spieren
  • Kauwspieren, wangkauwspieren



Slide 15 - Diapositive

Aan de slag
  • Bekijk de video over 'de spieren in het gelaat'.
  • Beantwoord opdracht 2.15 op bladzijde 165 van je werkboek.

Slide 16 - Diapositive

Aan de slag
  • Lezen en opdrachten maken hoofdstuk 2 (bladzijde 145 t/m 167).
  • Deelopdracht 1  van praktijkopdracht 2 'De huid' (bladzijde 33 t/m 37).
  • Test je kennis: Hierna volgen een aantal vragen over de theorie.

Slide 17 - Diapositive

Welke laag van de opperhuid is NIET levend?
A
Basale cellaag
B
Hoornlaag
C
Korrellaag
D
Stekellaag

Slide 18 - Quiz

Wat is de bovenste huidlaag?
A
Epidermis
B
Dermis
C
Subcutis
D
Spieren

Slide 19 - Quiz

Wat gebeurt er tijdens het verhoorningsproces?
A
Er komt ruimte tussen de huidcellen, waardoor er beter getranspireerd kan worden.
B
De stekelvormige cellen worden op een bijzondere manier met elkaar verbonden en zorgen voor stevigheid.
C
De eiwitten en vetten worden geproduceerd en dienen ter bescherming.
D
De nieuwe huidcellen komen naar boven en sterven af.

Slide 20 - Quiz

Welke elementen zitten in de lederhuid?
A
Haarzakjes, zweetklieren en bloedvaten
B
Talgklieren, zweetklieren en eiwitten
C
Haarzakjes, korrels en haaroprichters
D
Talgklieren, korrels en eiwitten.

Slide 21 - Quiz

In welke huidlaag liggen de tast-lichaampjes?
A
Lederhuid
B
Opperhuid
C
Onderhuids bindweefsel
D
Hoornlaag

Slide 22 - Quiz

Wat is een ander woord voor pigment?
A
Eumelanine
B
Feomelanine
C
Melanine
D
Albinisme

Slide 23 - Quiz

Welke pigment-aandoening is dit?
A
Vitiligo
B
Albinisme

Slide 24 - Quiz

Welk huidtype hoort bij een huid met een grove porie structuur?
A
Droge huid
B
Normale huid
C
Vette huid
D
Gecombineerde huid

Slide 25 - Quiz

Welk kenmerk hoort NIET bij milia?
A
Ingedroogd talg
B
Kleine harde witte korrel
C
Blijvende huidafwijking

Slide 26 - Quiz

Collageen houdt de huid soepel.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 27 - Quiz

Elastine zorgt voor stevigheid.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 28 - Quiz

Wat is je vraag over deze les?

Slide 29 - Question ouverte

Heb je fijn gewerkt? Was de theorie moeilijk? Wat is je gevoel na deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 30 - Sondage