Sport kwissie onderbouw

Sportquizzi
Test hier je sportkennis met een aantal meerkeuze vragen.
Je krijgt steeds 15 seconden om een keuze te maken.
Speel eerlijk en zoek niks op.


Sport Kwissie
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
Lichamelijke opvoedingMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Sportquizzi
Test hier je sportkennis met een aantal meerkeuze vragen.
Je krijgt steeds 15 seconden om een keuze te maken.
Speel eerlijk en zoek niks op.


Sport Kwissie

Slide 1 - Diapositive

Regels:
Test hier je sport/beweeg kennis met een 30-tal meerkeuze vragen.

Je krijgt steeds 15 seconden om een keuze te maken.

Speel eerlijk en zoek niks op !

Slide 2 - Diapositive

Langs hoeveel steden komt de Elfstedentocht?
A
10
B
12
C
14
D
11

Slide 3 - Quiz

Wanneer sta je 'buitenspel' bij voetbal?
A
Als je voor de bal staat
B
Als je voor het doel staat
C
Als je achter de verdediging van de tegenstander staat en je krijgt de bal
D
Als de bal wordt afgepakt op je eigen helft

Slide 4 - Quiz


Hoe heet deze spier?
A
Biceps
B
Triceps
C
Hamstrings
D
Quadriceps

Slide 5 - Quiz

Welke bal mag niet verdwijnen in een gat bij het poolen
A
wit
B
zwart
C
geel
D
rood

Slide 6 - Quiz

Hoe heet de Amerikaanse ijshockeycompetitie?
A
NIHL
B
NBA
C
NFL
D
NHL

Slide 7 - Quiz

Naar welk lichaamsdeel wordt gekeken bij de finish van de sprint?
A
De uitgestoken arm die over de finish komt
B
Het hoofd dat, bijvoorbeeld na een snoekduik, over de finish komt
C
De vooruitgestoken voet die over de finish komt
D
De borst (de torso) die over de finish komt

Slide 8 - Quiz

Hoeveel kilometer is een marathon?
A
36 km
B
42 km
C
38 km
D
40 km

Slide 9 - Quiz

Welke sport wordt met deze bal gespeeld?
A
Bowls
B
Bossabal
C
Rugby
D
American Football

Slide 10 - Quiz

Hoeveel spelers staan er in het veld bij een officiële volleybalwedstrijd?
A
6 spelers
B
10 spelers
C
12 spelers
D
14 spelers

Slide 11 - Quiz


Dit is de sport
A
Badminton
B
Tennis
C
Squash
D
Tafeltennis

Slide 12 - Quiz

Uit welk land komt Judo?
A
Nederland
B
Spanje
C
China
D
Japan

Slide 13 - Quiz

Hoe heten 2 judoka's die met elkaar trainen
A
Tori en Uke
B
Takkie en Siepie
C
Fokke en Sukke
D
Dora en Diego

Slide 14 - Quiz

Hoeveel punten heb je nodig om 1 set te winnen in volleybal?
A
20
B
21
C
25
D
26

Slide 15 - Quiz

Wat is waar over de warming up?
A
Je ademhaling war langzamer en dieper.
B
je botten worden soepeler
C
Je temperatuur neemt toe
D
je voelt minder

Slide 16 - Quiz

Naomi van As en Sven Kramer zijn een bekend sport-koppel. Welke sporten beoefenen zij?
A
Handbal en Zwemmen
B
Basketbal en voetbal
C
Hockey en Schaatsen
D
Volleybal en Atletiek

Slide 17 - Quiz

Hoe ver is een hele triathlon?
A
3,8 km zwemmen. 180 km fietsen. 42,2 km hardlopen.
B
8 km zwemmen. 200 km fietsen. 45 km hardlopen.
C
3,0 km zwemmen. 160 km fietsen. 40 km hardlopen.
D
2,5 km zwemmen. 150 km fietsen. 35 km hardlopen.

Slide 18 - Quiz


Hoe heet deze beweging?
A
Wall flip
B
Wall walk
C
360
D
duo flip

Slide 19 - Quiz

Hoe lang moet je minstens zijn om mee te doen aan de basketbalcompetitie?
A
1.30 meter
B
2.00 meter
C
2.10 meter
D
Er staat geen lengte op

Slide 20 - Quiz

139.296 km 
8m95
250 meter
5 min 8 sec

Slide 21 - Question de remorquage

Welke sport wordt niet op ijs gespeeld?
A
IJshockey
B
Curling
C
Lacrosse
D
Bobslee

Slide 22 - Quiz

Hoe hard gaat de snelste man op ski's?
A
20 km/h
B
70 km/h
C
2000 km/h
D
250 km/h

Slide 23 - Quiz

Welke sport wordt hier gespeeld?
A
Lacrosse
B
Honkbal
C
Hurling
D
Cricket

Slide 24 - Quiz

Bij welke sport horen de volgende termen? Strafcorner / push / flatsen
A
Handbal
B
Basketbal
C
Hockey
D
Rugby

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Question de remorquage

Als een wielrenner de regenboog trui draagt, dan is hij?
A
nationaal kampioen
B
europees kampioen
C
olympisch kampioen
D
wereldkampioen

Slide 27 - Quiz

Hoe heet deze hoogspring techniek?
A
Fosburry Flop
B
Straddle
C
Schotse sprong
D
Fliep Flop

Slide 28 - Quiz

Hoe heet de pass over korte afstand bij hockey?
A
De bully
B
De push
C
De crosspass
D
De stootslag

Slide 29 - Quiz

Hoe heet de keepster van het Nederlandse handbal team?
A
Estevana Polman
B
Lois Abbingh
C
Tess Wester
D
Martine Smeets

Slide 30 - Quiz

Slide 31 - Diapositive

Beweeg huiswerk voor volgende les:
  • Download en installeer de app 'Relive'.
  • Vul je echte naam in.
  • Zoek je docent op en voeg hem toe
    (BKK Bakker) evt. ook je vriend(in)en.
  • Start een onderdeel en beweeg (loop/skate fiets) 20 min.
  • maak in de app een video van jou verrichting


Slide 32 - Diapositive