H4.3 Lezen (do les 1)

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je etui
  • je leerwerkboek
  • je iPad (Log alvast in)


De les start en je bent stil:
timer
1:00
Naam | | 
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je etui
  • je leerwerkboek
  • je iPad (Log alvast in)


De les start en je bent stil:
timer
1:00
Naam | | 

Slide 1 - Diapositive

Planning
  • opstarten 4.3 Lezen
  • werkmoment
  • afsluiten van de les

Slide 2 - Diapositive

Welke tekstdoelen ken je?
(Er zijn er 4)

Slide 3 - Question ouverte

Doel van de schrijver (tekstdoel)
  1. Informeren
  2. Overtuigen
  3. Activeren
  4. Amuseren

Slide 4 - Diapositive

informeren
overtuigen
activeren
amuseren
Al 370.000 jaar geleden leefden er mensachtigen.
Dat heb je weer fantastisch opgewarmd, chef-kok!
Op 4 mei moeten alle slachtoffers van WOII worden herdacht.
Gemeentebestuur, stop de fietsenrazzia's!

Slide 5 - Question de remorquage

Leerdoelen 4.3 Lezen
  • Ik kan een activerende tekst herkennen.
  • Ik kan beeld en opmaak in teksten herkennen.
  • Ik kan het tekstverband middel en doel herkennen.
  • Ik kan het voorwaardelijk tekstverband herkennen. 

Slide 6 - Diapositive

Activerende teksten 
  • Doel is: iemand overhalen iets te gaan doen.
  • In zo'n tekst staat ook informatie (uitleg over een product)   en een aantal argumenten (waarom je product zo goed is).
  • Kan ook oproep zijn om lid te worden of geld te geven.
  • Tekstvormen: reclame, advertenties, folders e.d
  • Denk aan gebiedende wijs: Vul in, Koop nu!

Slide 7 - Diapositive

Beeld
Beeld: foto, tekening, tabel

  1. aandacht trekken
  2. illustratie bij de tekst
  3. voorbeeld bij de tekst
  4. informatie toevoegen die niet in de tekst staat

Slide 8 - Diapositive

Opmaak (lay-out)


Verdeling tekst

Keuze lettertype
Lettergrootte
Kleurgebruik

Slide 9 - Diapositive

Om warm te blijven,
doe ik een muts op.
A
middel= muts doel= warm blijven
B
middel= warm blijven doel= muts

Slide 10 - Quiz

Ik oefen extra om te voorkomen dat ik een onvoldoende krijg.
A
middel = extra oefenen doel = geen onvoldoende
B
middel = geen onvoldoende doel = extra oefenen

Slide 11 - Quiz

Middel – doel
om ... te, 
daarmee, 
waarmee, 
opdat

Slide 12 - Diapositive

Als je nu meteen vertrekt,
haal je de bus nog.
Wat is de voorwaarde?
A
meteen vertrekken
B
de bus halen

Slide 13 - Quiz

Wij gaan morgen naar het museum, mits het mooi weer is.
Wat is de voorwaarde?
A
naar het museum
B
mooi weer

Slide 14 - Quiz

Voorwaardelijk

als, wanneer, 
indien, mits, 
tenzij, op voorwaarde dat,
behalve als

Slide 15 - Diapositive

Werkmoment
  • Maken van 4.3 lezen: 3, 4, 5, 6, 12 en 13.
  • Werk samen waar dat kan.
  • Je mag muziek luisteren.
  • Ik loop rond voor vragen.

Slide 16 - Diapositive

Afsluiting
  • Voor de volgende les is af 4.3 lezen: 3, 4, 5, 6, 12 en 13. 
  • Lees ook op pagina 24 de leertekst over tekstverband 4. 

Slide 17 - Diapositive