7. TOETS ++

1 / 41
suivant
Slide 1: Vidéo
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 41 diapositives, avec diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Vidéo

                          telefoon 

Slide 2 - Diapositive

bereid je voor:
1. el chicle, la gorra, los auriculares, la mesa y la silla
2. heb je schrift (libreta) klaar
3. heb je laptop klaar, neem een laptop van receptie als je een laptop nodig hebt.
4. OBSERVATIE: herhaald afwijzende gedrag = AN Magister
aan het einde van deze les gaan wij feedback geven

Slide 3 - Diapositive

Necesitas el cuaderno
Necesitas el laptop

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Tengo
Llevo
Soy

Slide 6 - Diapositive

MONDELING
3 delen:
DEEL 1. een tekst voorlezen      -------------------> 1pt
DEEL 2. je beschrijft jezelf:         -------------------> 4pt
 2.1 Naam en leeftijd
 2.2 groot of klein of een fysieke eigenschap.
 2.3 persoonlijkheid
 2.4 je ogen
 2.5 je haar: lengte, stil, kleur
DEEL 3. Beschrijf een persoon in een plaatje ----> 4pt

Slide 7 - Diapositive

1. Beschrijf jezelf. Gebruik ik heb (TENGO) en ik ben (SOY) + haar, haarstil, lengte, kleur en ogen (1pt per onderdeel. Beschrijf iets van je familie, waar je vandaan komt, waar je woont, je uiterlijk en je character, je hebt links met vocabulaire.

Me llamo ____ y soy de BCN pero vivo en Amsterdam. Tengo el pelo violeta y los ojos verde oscuro. Tengo el pelo liso, no tengo el pelo ni largo ni corto. Tengo una hermana, es de BCN. Soy atlética, soy baja y soy alegre.

Slide 8 - Diapositive

2. kies een persoon, je mag zeggen wie hij/zij is. Gebruik hij/zij heeft (TIENE) /hij/zij is (ES) me de volgende onderdelen: haar, haarstil, lengte, kleur en ogen. Beschrijf iets van zijn/haar uiterlijk, familie, verjaardag, waar hij/zij vandaan komt, waar hij/zij woont en zijn/haar character, in de links heb je meer vocabulaire

Se llama _________. Es de _______. Vive en ________, su cumpleaños es el___________ de ___________. Tiene ______ años. Tiene el pelo _______ y _______. Tiene los ojos ________. Es ___________, tiene ___ hermanos/as. Es  (uiterlijk), es (character)

Slide 9 - Diapositive

volgorde
1. Aden

Slide 10 - Diapositive

volgorde 10-2: VR
1. Fjola
2. Onion
3. Sisir

Slide 11 - Diapositive

1. Julius
2. Maisie
3. Andrej
4. Adam
5. Roudaina
6. Reza
7. Yousef
8. Nathan
9. Dalila
10. Yanne
11. Ruby
12. Evelyn

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

heb je ooit 
wie is het 
met de klas

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Lien

escribe y corrige: corrigeer op je schrift
Tengo ojos negros y tengo el pelo marrón
Tiene el pelo soy liso
Él es pelo largo
Tiene es largo   


Slide 16 - Diapositive

alto/alta
bajo/baja

Slide 17 - Diapositive

bajo - alto
tímido/a

Slide 18 - Diapositive

El pelo Het haar
haarlengte
haarkleur


Pedro tiene el pelo corto.
María tiene el pelo largo.
Ana tiene el pelo rubio.
Antonio tiene el pelo castaño.
*Esteban es pelirrojo.* (is roodharig)

Slide 19 - Diapositive

TENER - hebben

(yo) tengo.      ik heb
(tú) tienes.      jij hebt
(él/ella) tiene. hij/zij heeft

(nosotros) tenemos  wij hebben
(vosotros) tenéis      jullie hebben
(ellos/ellas) tienen    zij hebben
SER (beschrijving) - ZIJN

(yo) soy
(tú)  eres
(ella) es

(nosotros) somos
(vosotros) sois 
(ellos/ellas) son
persoonlijk - voornaamwoord  NIET BELANGRIJK

Slide 20 - Diapositive

Lesdoelen
aan het einde van deze les ben je in staat jezelf en anderen zonder moeite te beschrijven en extra informatie geven over hun uiterlijk en character.

Slide 21 - Diapositive

1. overzicht, check je aantekeningen
 2. Beschrijven+ Quiz
3. Wie is het?
4. prepara el EXIT TICKET: schrijf de 3
5. EXIT TICKET: kies een persoon en beschrijf hem/haar, 3 dingen: A. J. van der Wal B. Amanja Doek C. Ton

Slide 22 - Diapositive

ogen: werkwoord tener + los ojos + kleur
ik heb
tengo
jij hebt
tienes
hij/zij heeft
tiene
wij hebben
tenemos
julllie hebben
tenéis
zij hebben
tienen
      +
los ojos
verdes
azules
marrones
negros

Slide 23 - Diapositive

tengo los ojos
ik heb
avellana
ik heb
h/z heeft
h/z heeft
jij hebt

Slide 24 - Diapositive

¿de qué color tienes el pelo?

Slide 25 - Diapositive

stijl)

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Vidéo

1. overzicht, check je aantekeningen
 2. Beschrijven+ Quiz
3. Wie is het?
4. prepara el EXIT TICKET: schrijf de 3
5. EXIT TICKET: kies een persoon en beschrijf hem/haar, 3 dingen: A. J. van der Wal B. Amanja Doek C. Ton

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Lien

1. overzicht, check je aantekeningen
 2. Beschrijven+ Quiz
3. Wie is het?
4. prepara el EXIT TICKET: schrijf de 3
5. EXIT TICKET: kies een persoon en beschrijf hem/haar, 3 dingen: A. J. van der Wal B. Amanja Doek C. Ton

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Lien

Slide 33 - Diapositive

1. overzicht, check je aantekeningen
 2. Beschrijven+ Quiz
3. Wie is het?
4. prepara el EXIT TICKET: schrijf de 3
5. EXIT TICKET: kies een persoon en beschrijf hem/haar, 3 dingen: A. J. van der Wal B. Amanja Doek C. Ton

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Diapositive

cariñoso / a
lief
tímido/a
verleggen

Slide 37 - Diapositive

gordo - gorda = dik
delgado - delgada = slank

feo - fea = lelijk
guapo/a
mooi

Slide 38 - Diapositive

gordo - gorda
delgado - delgada

Slide 39 - Diapositive

Atlético/a
deportista
fuerte (sterk)

Slide 40 - Diapositive

Slide 41 - Lien