Schrijven - blok 1 - les 1.15 hoofdletters en punten
Schrijven
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1,2
Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Schrijven
Slide 1 - Diapositive
Doel van de les
Een tekst kunnen schrijven waarin je hoofdletters en leestekens goed gebruikt.
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Vidéo
Interpunctie (= leestekens)
. ? ! , : ; "
We gebruiken interpunctie om een tekst leesbaar te maken.
Slide 5 - Diapositive
hallo hoe gaat het met jou goed en met jou met mij gaat het ook goed op welke dag zullen we afspreken of hebben we al een afspraak nee ik geloof het niet is maandag goed maandag is goed
Slide 6 - Diapositive
Punt (.)
Een punt gebruik je aan het eind van een zin.
Mijn naam is Ellen.
Slide 7 - Diapositive
Vraagteken (?)
Een vraagteken gebruik je aan het eind van een vraagzin.
Hoe gaat het met jou?
Slide 8 - Diapositive
Uitroepteken (!)
Een uitroepteken gebruik je na een uitroep of bevel:
Houd op!
Slide 9 - Diapositive
Komma (,)
De komma geeft een leespauze aan.
Ik weet het niet zeker, maar ik denk het wel.
Slide 10 - Diapositive
Welk woord schrijf je met een hoofdletter?
A
alkmaar
B
auto
C
fietsenwinkel
D
brandstof
Slide 11 - Quiz
Welk woord schrijf je met een hoofdletter?
A
december
B
atlascollege
C
dinsdag
D
feestdag
Slide 12 - Quiz
Welk woord schrijf je met een hoofdletter?
A
breda
B
koffie
C
paaseitjes
D
melkfles
Slide 13 - Quiz
Welk woord schrijf je met een hoofdletter?
A
rechts
B
zomer
C
madurodam
D
woensdag
Slide 14 - Quiz
Welk woord schrijf je met een hoofdletter?
A
west
B
erasmusbrug
C
zomer
D
zee
Slide 15 - Quiz
Welk leesteken hoort aan het einde van de zin?
Zullen we morgen naar de bioscoop gaan
A
.
B
?
C
!
D
:
Slide 16 - Quiz
Welk leesteken hoort aan het einde van de zin?
Dat was een fantastisch doelpunt
A
.
B
?
C
!
D
:
Slide 17 - Quiz
Welk leesteken hoort aan het einde van de zin?
Eerste kerstdag valt dit jaar op een maandag
A
.
B
?
C
!
D
:
Slide 18 - Quiz
Welk leesteken hoort aan het einde van de zin?
Met onze kat in de fietsbak fietsen we naar de dierenarts